Voorzitter,

Vorig jaar citeerde ik nog:  ‘viering 75 jaar vrijheid staat onder voorstellen die onvermijdelijk zijn en waarop geen bijsturing meer mogelijk is’.

Wie had toen kunnen denken dat in maart 2020 alles ineens stil zou staan en onze vrijheid beknot zoals in decennia niet voorgekomen. Alles wat we tot dan toe vanzelfsprekend hadden gevonden was er niet meer. En iedereen werd uit zijn comfort-zone gehaald.

Tijd om stil te staan bij wat nu eigenlijk echt belangrijk blijkt: gezondheid, werk en inkomen, sociale contacten, beweging, natuur, uitgaan: vrijheid. We maakten kennis met dingen waar normaal alleen ánderen mee te maken krijgen: geen werk, geen inkomen, ziekte, eenzaamheid, verveling. In een rol die we niet gewend waren: thuis op de bank, ineens als meester of juf, systeembeheerder of patiënt.

Teruggeworpen op onszelf en elkaar kwamen we tot inzichten: hoeveel we vanzelfsprekend vinden, hoe belangrijk vrijheid is, hoe kwetsbaar het leven en de maatschappij waarin we leven. Wie we zijn of dachten te zijn, hoe afhankelijk we zijn van elkaar. Het dilemma tussen veiligheid en vrijheid.

De crisis trof sommigen zwaarder dan anderen: niet elk kind heeft de middelen of de ouders die hem goed kunnen helpen bij thuisonderwijs of een veilige omgeving. Niet iedereen in een zorginstelling begrijpt waarom hij geen bezoek meer krijgt. De een heeft het zwaar omdat hij veel van wat hij eerder deed nu niet meer kan, de ander verliest net dat laatste beetje wat nog kon.

Waar mijn 87-jarige moeder na 3 maanden afzondering bij het horen van: “het vaccin kan nog wel 2 jaar op zich laten wachten” verzuchtte: “ik weet niet of ik dat het wachten zó wel de moeite waard vindt”, maakte mijn dochter enthousiast plannen voor een slaapfeestje ‘voor na de coronacrisis’.

We zagen ook mooie dingen ontstaan: initiatieven om elkaar te helpen, creatief ondernemerschap om van de nood een deugd de maken. Een mooi voorbeeld vind ik het Rietveld theater, dat nu landelijk hét voorbeeld geeft met online thuistheater. TU medewerkers en studenten zetten in korte tijd Delfts vernuft in bij het bestrijden van de crisis. We zagen snelwegen zonder files, straten zonder verkeer, en ademden schonere lucht. We ontdekten ander gebruik van de openbare ruimte: om elkaar te ontmoeten, om te spelen, om te sporten. Sommige dingen bleken digitaal verrassend goed te werken, bij andere dingen bleef het behelpen en snakten we naar persoonlijk contact. Velen van ons blijken best meer te kunnen thuiswerken, en op vakantie blijkt niet perse ver weg te moeten met het vliegtuig. Deze zomer herontdekken de Nederlanders eigen land en wellicht ook Delft.

Natuurlijk moeten we nu eerst kijken waar de nood het hoogst is en hulp noodzakelijk, zodat geen onherstelbare schade ontstaat, ook voor de stad. Maar daar kan het niet bij blijven, de crisis mag niet leiden tot stilstand. Om meters te maken moet je stappen zetten.

Allereerst moeten we nog steeds hard aan de slag om die andere crisis, de klimaatcrisis, het hoofd te bieden. We hebben nu ervaren dat niet altijd alles wel meevalt of vanzelf wel goed komt, we moeten dus actief aan de slag. Ook is de woonopgave onverminderd. We moeten ervoor zorgen dat de bouw ook nu doorgaat en niet stilvalt. De crisis heeft op sommige plekken verschillen vergroot, waar we juist gelijke kansen willen: in het onderwijs, op een woning op een baan. Want hoe belangrijk het hebben van werk en voldoende inkomen is ondervonden velen aan den lijve. We willen er dan ook voor zorgen dat in Delft meer toekomstbestendige banen op alle niveaus bijkomen. Ook willen we dat mensen met een uitkering makkelijker bij kunnen verdienen en de opstap naar betaald werk beter kunnen maken.

Het belang van voldoende inkomen en reserves voor slechte tijden, geldt ook voor de gemeente zelf. En ons minimumloon blijkt niet toereikend: we krijgen steeds minder van het Rijk voor steeds meer taken. We moeten het Rijk, samen met andere gemeenten, klaar helder kunnen aantonen, dat het structurele tekort op gemeentebegrotingen hieraan te wijten is. Maar een niet sluitende begroting indienen is voor D66 geen optie: we geven daarmee het stuur uit handen aan iemand die de tank niet vult. We zijn in Delft al jaren scherp op de financiën en voor de hand liggende bezuinigingen zijn er niet. Maar in de crisis hebben we geleerd dat je sommige dingen echt niet kunt missen, terwijl je best zonder ándere dingen blijkt te kunnen. Laten we zo ook eens naar de begroting kijken. Wat willen we behouden en wat zijn we bereid (voor hoe lang) tegen welk prijs in te leveren?