Op zondag 25 november wordt de Botanische Tuin van de TU Delft oranje gekleurd met drie Balinese vlaggen. Dit is een gezamenlijk initiatief van Delftse (vrouwen)organisaties om aandacht te vragen voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen. GroenLinks staat vierkant achter deze actie op de Dag van Geweld tegen Vrouwen, want actie is helaas hard nodig. Geweld tegen vrouwen is een mensenrechtenschending die op grote schaal voorkomt met veel schadelijke gevolgen voor het slachtoffer én de samenleving.

“Orange the World” Campagne in Delft dankzij kracht van de stad De wereldwijde VN-campagne “Orange the World” vindt plaats tussen 25 november (Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen) en 10 december (Internationale Dag van de Mensenrechten). 16 dagen lang wordt aandacht gevraagd voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen, waarbij belangrijke gebouwen wereldwijd oranje uitgelicht worden. Van het hoofdkantoor van de Europese Commissie in Brussel tot de historische Amman Citadel in Jordanië. Van de Erasmusbrug in Rotterdam tot het Binnenhof in Den Haag. De kleur staat symbool voor een stralende, optimistische toekomst vrij van geweld tegen vrouwen en meisjes.

In Delft hebben (vrouwen)organisaties de krachten gebundeld. Op hun initiatief wordt de Botanische Tuin op 25 november oranje aangekleed, in aanwezigheid van wethouder emancipatie Hatte van der Woude. Initiatiefnemers Soroptimistclub Delft en het Vrouwen in Delft platform, een samenwerkingsverband van diverse Delftse vrouwenorganisaties, organiseren ook andere activiteiten tijdens de actieperiode. Voor meer informatie hierover, neem contact op met wouke@xs4all.nl.

Bijna de helft van Nederlandse vrouwen maakte ooit fysiek en/of seksueel geweld mee Geweld tegen vrouwen neemt allerlei vormen aan, van huiselijk geweld tot genitale mutilatie en van verkrachting tot moord. In Nederland maakte 45% van alle vrouwen ooit fysiek en/of seksueel geweld mee. Eén op de tien Nederlandse vrouwen is ooit verkracht, één op de vijf is ooit mishandeld door een (ex)partner en driekwart van de vrouwen en meisjes maakt seksuele intimidatie mee. Eén op de drie jonge vrouwen (18-29 jaar) maakte een vorm van cyberintimidatie mee. De kosten van de gevolgen van geweld tegen vrouwen zijn hoog, voor het slachtoffer én de samenleving.

Aanpak van huiselijk geweld is verantwoordelijkheid van de gemeente De eigen woonomgeving blijkt relatief de gevaarlijkste plek voor vrouwen en meisjes. Plegers van geweld tegen vrouwen zijn in veel gevallen de partner, de ex-partner of andere bekenden afkomstig uit de familie- of vriendenkring. Een grote verantwoordelijkheid voor de aanpak van huiselijk geweld ligt bij gemeenten. Denk aan de zorg voor en de opvang van slachtoffers.

Daarnaast heeft Nederland het Verdrag van Istanbul in november 2016 geratificeerd. Daarin staan maatregelen om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te bestrijden én te voorkomen. Zo zijn gemeenten door de bepalingen van het Verdrag van Istanbul verplicht om (seksgedifferentieerde) statistische gegevens te verzamelen, het beleid gendersensitief te maken en het werk van maatschappelijke organisaties te erkennen, stimuleren en ondersteunen. Met andere woorden moet er in (lokaal) beleid aandacht zijn voor de structurele oorzaken van geweld tegen vrouwen. Denk aan beleid om de positie van vrouwen in de samenleving te versterken en de stereotiepe beeldvorming over de rollen van vrouwen en mannen te doorbreken.

 

Bronnen: Atria’s publicatie “Geweld tegen vrouwen. Europese onderzoeksgegevens in Nederlandse context” n.a.v. een onderzoek van het European Union Agency for Fundamental Rights (FRA) ; Atria’s factsheet huiselijk geweld in internationaal perspectief; VNG Factsheet Verdrag van Istanbul ; College voor de Rechten van de Mens (Rapport aan GREVIO); EIGE onderzoek “Study on estimating the costs of gender-based violence in the EU” ; SEO Onderzoek (Korf et al. Economische kosten van thuisgeweld tegen vrouwen)