Duurzaam, eerlijk, veilig en efficiënt. Dat moeten de speerpunten worden voor de Delftse mobiliteitsvisie, die eind 2019 klaar moet zijn. GroenLinks-raadslid Timo Töns is op zoek naar ideeën om de grote lijnen helder neer te zetten.

Fietsvriendelijk

Delft als fietsstad staat voorop, vertelt Töns. “We moeten ons afvragen van wie de openbare ruimte eigenlijk is. Wij willen dat bij het ontwerpen van een nieuwe weg het fietspad als eerste wordt gepland, daarna pas de rijstroken voor de auto’s. We kunnen de fietspaden breder maken dan het wettelijke minimum, zodat twee fietsers naast elkaar genoeg ruimte hebben. Dat voelt prettiger en veiliger.”

Fietsstraten, zoals aan het Zuideinde, mogen vaker worden aangelegd, en de maximumsnelheid voor auto’s mag omlaag in woonwijken. “In de Ruys de Beerenbrouckstraat bijvoorbeeld is de weg versmald en mag je er nog maar 40 kilometer per uur rijden. Dit maakt een woonwijk veiliger en prettiger voor fietsers en voetgangers.”

Vernieuwing

Ook vindt Töns dat Delft nieuwe concepten moet durven uitproberen. “Zelfrijdend openbaar vervoer, of Delfthopper-belbussen als aanvulling op het bestaande OV-netwerk bijvoorbeeld. Nu we het station Delft Campus verder gaan ontwikkelen, geeft dat kansen om nieuwe dingen te doen.”      

Töns benadrukt dat mobiliteit niet alleen gaat over het inrichten van wegen, maar dat mobiliteit ook een sociaal thema is. “Mensen met lage inkomens wonen vaak het verst van hun werk. Dit kost ze dus geld, maar ook vrije tijd. We moeten in onze visie ook kijken naar oplossingen hiervoor.”

Input

Töns spreekt nu al met veel belangengroeperingen, zoals de Fietsersbond en  reizigersvereniging ROVER. Hij zoekt ook input van leden en sympathisanten. Heb jij een goed idee voor de Delftse mobiliteit? Of ken je goede voorbeelden uit andere steden? Neem contact op met Timo Töns via: t.tons@groenlinksdelft.nl