Donderdag 4 april a.s. is het weer zover: de maandelijkse raadsvergadering in Delft. Op de agenda staat op verzoek van de Delftse VVD de zogenoemde Metropolitane fietsroute Delft – Rotterdam Alexander. Deze fietsroute van in totaal 20 kilometer gaat de gemeente Delft een heleboel geld kosten, onder andere door een megalomaan fietsecoduct over de A13. De kosten van dat ecoduct zijn alleen al voor de gemeente Delft € 2,1 miljoen. Diezelfde avond spreken we ook over de financiering van de twee Delftse waterspeeltuinen. Er is bijna € 500.000 euro nodig om de speeltuinen te vernieuwen zodat ze aan nieuwe wet- en regelgeving kunnen voldoen. Een heleboel geld, maar hartstikke belangrijk wat de Delftse VVD betreft. Elke euro kun je echter maar één keer uitgeven, dus we zullen keuzes moeten maken. Ons voorstel: wél de speeltuinen, niet het fietsecoduct.

De Delftse VVD is groot voorstander van fietsen. Maar niet van fietsecoducten over de A13 waarvan totaal onduidelijk is welk probleem die oplossen, die verschrikkelijk duur zijn en die onderdeel uitmaken van een fietsroute die nog op allerlei plekken levensgevaarlijk is en waarvan het te verwachten gebruik ook nog eens vrijwel nihil is. Ik heb het dan over het fietsecoduct (ja, waar dus zowel fietsers als beestjes overheen zouden moeten gaan, het is mij een raadsel hoe dat kan werken) als onderdeel van de zogenoemde Metropolitane fietsroute tussen Delft en Rotterdam Alexander van in totaal 20 kilometer. De kosten van dat ecoduct zijn alleen al voor de gemeente Delft € 2,1 miljoen.

 

Niet alleen de VVD Delft, ook veel belangenverenigingen en omwonenden van de beoogde locatie zien het ecoduct als weggegooid geld. We zijn als Delft al één van de allerduurste gemeenten. De lokale lasten voor onze inwoners zijn ontzettend hoog, en dan gaan we ook nog € 2,1 miljoen aan een fietsecoduct meebetalen. En dat niet alleen, de fietsroute zal waarschijnlijk amper gebruikt worden én is op plekken ook nog eens ontzettend gevaarlijk. Op basis van de antwoorden op onze schriftelijke vragen (zie: brief 2024-02-06 (notubiz.nl)) snappen we wel waarom het college dit er toch doorheen wilt jagen, want er valt veel subsidie weg als we het ecoduct niet realiseren. En dat heeft ineens óók impact op de kosten die op eigen rekening gaan komen voor de Gelatinebrug, die ook onderdeel van diezelfde fietsroute is. En laat die Gelatinebrug ons nou al veel meer geld kosten dan we ooit hadden afgesproken met elkaar. En hij wordt dus misschien zelfs nóg duurder als de subsidie zou wegvallen.

 

Niet alleen de kosten voor het ecoduct zijn ons een enorme doorn in het oog, ook het proces van dit college verdient wederom geen schoonheidsprijs. Onze raad mag namelijk niet besluiten over dit financiële voorstel. Volgens het college is het besluit al in 2021 genomen, via een van de bijlagen van het Mobiliteitsprogramma Delft 2040. In Pijnacker-Nootdorp deed het college dat beter, daar mocht de raad er gezien de grote financiële omvang wel netjes over stemmen. In Delft kan de raad niets anders doen dan dit ter kennisgeving aannemen. In het democratisch systeem dat wij met elkaar hebben afgesproken is dat totaal onfatsoenlijk.

 

En wat misschien wel minstens net zo wrang is: op 4 april wordt de raad wél formeel gevraagd in te stemmen met de financiering voor het open houden van de waterspeeltuinen in Delft. Ik vermoed dat daar unaniem vóór wordt gestemd, ook door VVD. De speeltuinen worden volop en met plezier gebruikt, menig Delftenaar heeft er zelf gezwommen of gespeeld. En ja, bijna € 500.000 euro voor renovatie is veel geld, maar in dit geval voor een belangrijk doel. Elke euro kun je echter maar één keer uitgeven, dus we zullen keuzes moeten maken. Ons voorstel: wél de speeltuinen, niet het fietsecoduct. Anders gaan de lokale lasten voor de Delftenaren wéér verder stijgen.