Aan de Ketelstraat 21-23 in Molenwijk worden veel belangrijke buurtactiviteiten georganiseerd. De toekomst van het pand is nu echter onduidelijk, omdat de gemeente het mogelijk wil verkopen.

GroenLinks, Hart voor Den Haag en de PvdA roepen de gemeente op om samen te werken met Haagse vrijwilligers en organisaties om het pand te behouden.

Voor en door de buurt

Een groep vrijwilligers en een groep Haagse instellingen willen het pand samen exploiteren voor de buurt. Het gebouw, dat nu nog eigendom is van de Haagse architect Co Brandes, kan op die manier behouden blijven voor activiteiten die met, door en voor Molenwijk worden georganiseerd. Maarten De Vuyst (GroenLinks): ‘We zijn door hen benaderd omdat ze zich zorgen maken over de toekomst van het pand. Er gebeuren hier nu veel belangrijke dingen voor de buurt, dus wij willen graag dat het college met ze in gesprek gaat en kijkt wat mogelijk is.’

In de nieuwe plannen, waar duurzaam Den Haag, de Haagse Hogeschool en Dunea aan mee willen doen, komen de energietransitie, een buurtacademie en een stadslab centraal te staan. Bovendien blijft er in de plannen plek voor de voedselbank, die in de afgelopen jaren een belangrijke rol vervulde voor veel buurtbewoners.

Nino Davituliani, (Hart voor Den Haag/Groep de Mos): 'We vinden het mooi om te zien dat Haagse vrijwilligers en instellingen zich samen willen inzetten voor de Molenwijk. En die verdienen onze steun. Wij hopen dus dat dit pand behouden kan blijven voor goede initiatieven in de buurt!'

Martijn Balster van PvdA Den Haag deelt deze hoop: ‘Goed om te zien dat er vanuit de wijk nieuwe plannen zijn om dit pand te blijven benutten voor de wijk. Juist in de Molenwijk kunnen we deze cohesie goed gebruiken.’

Er is nog veel onduidelijkheid over de toekomst van het pand en daarmee ook voor mogelijke nieuwe plannen van de betrokken organisaties. GroenLinks Den Haag, Hart voor Den Haag / Groep De Mos en de Haagse PvdA willen graag dat er nieuwe plannen komen die de wijk ten goede komen. Daarom hebben raadsleden De Vuyst, Davituliani en Balster gezamenlijk vragen gesteld over de kwestie.