Over de brug: meedoen op de arbeidsmarkt

Ruim 2% van de inwoners in de gemeente Doetinchem heeft een bijstandsuitkering. In 2018 is het aantal uitkeringen gedaald. Landelijke en regionale prognoses laten zien dat in de komende tijd weer een stijging van het aantal mensen in de bijstand wordt verwacht. Hoewel we onze ogen hiervoor niet sluiten, willen we er alles aan doen om in de komende twee jaren de uitstroom naar werk verder te bevorderen. In de afgelopen week heeft de gemeenteraad van Doetinchem unaniem ja gezegd tegen de aanpak ‘Samen sterk voor inwoners naar werk’.

Het doel van de Participatiewet is meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan het werk te krijgen. We willen dat zo min mogelijk mensen aangewezen zijn op wat ooit werd gezien als het laatste vangnet: bijstand. Met een deel van de inwoners met een bijstandsuitkering hebben we, spijtig genoeg, langere tijd niet gesproken. Deze mensen worden in gemeentelijke termen gerekend tot het granieten of zittend bestand. Ik vind het niet erg respectvol om op deze manier over mensen te spreken en ik vind het daarnaast niet goed hen als groep te omschrijven. Bij Laborijn zien we deze mensen nu nog op een eiland en we willen hen in de komende tijd graag over de brug hebben.

Inwoners over de brug

https://doetinchem.d66.nl/2019/02/02/weekbericht-wethouder-5/Ongeveer 1,3% van de Doetinchemse inwoners ontvangt langere tijd een bijstandsuitkering en is de laatste tijd niet actief benaderd en begeleid richting werk. Wanneer we specifieker naar de mensen kijken dan gaat het bijvoorbeeld om mensen met een fysieke handicap, psychische of mentale problemen. Ook ongeschoolde jongeren die nooit gewerkt hebben en immigranten (waaronder vluchtelingen) zitten op het eiland. Er zijn laaggeletterde mensen en mensen die nooit arbeidsritme hebben ervaren. Ook zijn er mensen die, vanwege hun visie op het leven of ervaringen, nooit de keuze hebben gemaakt (of hebben kunnen maken) om te werken. Al met al hebben we het over een diverse groep inwoners, waarvoor ik evenveel respect en waardering heb als voor andere inwoners. Eén ding wil ik echter niet, dat is deze inwoners aan hun lot over laten. De gemeente helpt hen in de komende twee jaren over de brug.

Werken werkt

Mijn positieve verwachting is dat de grootste groep inwoners die over de brug komt, in staat is om op termijn (parttime) werk te doen. Wanneer we immers kijken naar talenten van mensen en uitgaan van mogelijkheden, dan wordt het interessant. Juist die inwoner die langzaam een ritme in haar leven opbouwt, zal gezonder leven. Juist die inwoner die nu door een taalachterstand weinig contacten heeft, zal genoegdoening halen uit de conversatie met collega’s. We zullen reëel moeten zijn in de verwachtingen die we met elkaar hebben, maar betuttelen helpt bij de meeste mensen niet. Ik wil graag dat we het gesprek voeren over mogelijkheden en dat we vooroordelen wegnemen.

Vooroordelen wegnemen

Er zijn mensen die op voorhand het gevoel hebben dat ze, met hun leeftijd of beperking, niet gewaardeerd worden door werkgevers en dat er voor hen dus geen plek is. Dat is onzin. Ik zie juist in de Achterhoek dat steeds meer werkgevers zich volop willen inzetten om mensen die wat ouder zijn of mensen met een beperking een duurzame plek te bieden. Wellicht hebben mensen eerder negatieve ervaringen gehad. Dat is erg verdrietig en pijnlijk. Het zal ook niet gemakkelijk zijn. Toch vind ik het van belang na te gaan welke positieve werkervaring we daar tegenover gaan zetten.

Veel mensen hebben het idee dat ze door te gaan werken, door het verliezen van diverse regelingen, minder geld overhouden dan met uitkering. In vrijwel alle gevallen is dat onzin. Werken loont, juist ook financieel. Eerlijk is eerlijk: met eventuele criminele activiteiten of ‘zwart’ bijverdienen zal iemand moeten stoppen, maar dat lijkt mij sowieso logisch. Er is voor mensen die werk aanvaarden overigens binnenkort een premie beschikbaar. Daarmee kunnen eventuele extra investeringen, die nodig zijn voor een baan, betaald worden.

Misschien heeft een aantal inwoners de indruk dat Laborijn en de gemeente Doetinchem er vooral op uit zijn dat de kosten dalen. Enerzijds klopt dat. We willen er voor zorgen dat ons sociale stelsel betaalbaar blijft. Anderzijds (en vind ik veel belangrijker) willen we vooral dat we geld besteden aan het passend maken van werkplekken, jobcoaching, re-integratie, trainingen en sollicitatie. Uitgangspunt is dat eenieder die een beroep moet doen op een uitkering, die nu en in de toekomst ook kan aanvragen.

Menselijke maat

De gemeenteraad heeft in de raadsvergadering stil gestaan bij de wijze waarop we mensen over de brug gaan helpen. Het is belangrijk dat zorgvuldig te doen en uit te gaan van de menselijke maat. Ik snap goed dat het voor veel mensen best een lastige (en ook spannende) stap is om naar Laborijn te gaan en daar in gesprek te gaan over werk. Ik weet dat de medewerkers van Laborijn dat goed begrijpen. De Werkacademie biedt mensen perspectief, maar eerst moet er vertrouwen zijn. Dat komt van twee kanten. Het zal ongetwijfeld niet altijd goed gaan, maar ik zie dat ‘samen werkt’.

Participatiebudget

In het VNG Magazine stond staatssecretaris Tamara van Ark vorige week stil bij het breed offensief, waar we ook met het plan van aanpak actief uitvoering aan geven. Hoewel ik haar insteek kan volgen, ben ik wel kritisch over de consequenties t.a.v. de beleidsvrijheid die zij aan gemeenten toezegt. Daar hoort namelijk ook een goed doordachte financiering bij. We zien nu al dat het participatiebudget tekort gaat schieten. We kunnen als iemand aan het werk gaat (al dan niet met loonkostensubsidie) wellicht besparen op het bijstandsbudget (BUIG), maar om dat duurzaam en goed te doen, zal geïnvesteerd moeten worden in het participatiebudget.

Schouder aan schouder

In de afgelopen week heb ik met verschillende werkgevers gesproken, met medewerkers van sociale instellingen, met een accountmanager van het Werkgeversservicepunt, met mensen van Laborijn, met collega wethouders in de regio, met het UWV en iemand van vakbond FNV. Bij iedereen ervaar ik enthousiasme om, schouder aan schouder, te werken aan werk.