Woordvoering gemeenteraad 27 juni 2019: video.

De bejegening van klanten is vanaf de start van Laborijn voor het college een belangrijk aandachtspunt geweest. Namens u, de gemeente Doetinchem, heb ik afgelopen jaar in het bestuur op meer momenten gevraagd om informatie over dit punt en heb ik mij gericht op een goede, mensgerichte, dienstverlening richting onze inwoners.

Twee weken geleden, op 12 juni, werd het onderzoeksrapport ‘De behandeling van klanten door Laborijn’ gepresenteerd. Berenschot heeft stevige conclusies getrokken. Het college vindt het erg dat een groot deel van onze inwoners niet tevreden is over de manier waarop Laborijn met hen omgaat. Dat er niet voldoende aandacht is voor hun situatie.

U zult begrijpen dat ik als portefeuillehouder met name teleurgesteld ben over het feit dat de sturing vanuit het bestuur, die gericht was op ‘de mens centraal’ & ‘werken vanuit de bedoeling’ op de werkvloer niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd.

Wat je dan als bestuurder moet doen is het probleem bij de wortel aanpakken. Dat heb de afgelopen tijd gedaan en in de afgelopen twee weken op zeer intensieve wijze. Ik voel de verantwoordelijkheid die ik heb meer dan ooit. U kunt mij als uw wethouder aanspreken. Ik sta ervoor om vanuit onze gemeente de organisatie díe sturing te bieden die nodig is om tot verandering te komen.

In het afgelopen jaar hebt u daarom van mij ook gezien dat ik mijn verantwoordelijkheid genomen heb. Dat doe ik vanuit een visie die bij mij past.

ik heb de organisatie geopend, gevraagd om transparantie richting cliënten, samenwerkingspartners, bestuur en gemeenteraden (en daar ga ik mee door); ik heb vragen gesteld, waarmee ik bereik dat bewustwording ontstaat over verandering in processen die misschien al jaren uit gewoonte zo gaan (en nu toch echt anders moeten); ik heb het niet bij het oude gelaten, waardoor ongemak ontstond (en er nog steeds ongemak is); ik heb elke inwoner met een klacht serieus genomen, ben met veel mensen in gesprek gegaan en heb stakeholders gehoord (en dat blijf ik ook doen); hoewel ik niet heb voorzien dat de uitkomst van het onderzoek van Berenschot dit beeld lieten zien, heb ik de directie en het managementteam (maar ook de andere medewerkers) direct gevraagd de aanbevelingen te omarmen en de uitkomst te zien als startpunt voor verbetering (de basis is gelegd).

Er is nog een weg te gaan… Ik roep u op mij en het college te volgen op die weg. Het wordt geen eenvoudige weg waarop de route al geheel is uitgestippeld. U hebt daarin een kritische rol. U kunt het college meegeven wat voor u belangrijk is. U kunt ook nagaan welke afslagen genomen worden en daar uw zienswijze op geven. Wij slaan in elk geval de weg van verbetering in. Het is nú noodzakelijk dat wij daar werk van maken. Onze inwoners verwachten van ons dat de dienstverlening op korte termijn merkbaar verbetert. Ik zal het voortouw nemen en volg daarbij de lijn dat ‘ons’ Laborijn verder aan de slag moet met het plan van aanpak, aangevuld met de aanbevelingen van Berenschot en zal de directie opdragen daar invulling aan te geven. Graag ga ik, in afstemming met u, verder in de richting van doelmatigheid boven rechtmatigheid. Wij zetten daarbij niet de regels, maar de participatie van onze inwoner voorop.