In de nieuwe Wet inburgering komt de regie op de uitvoering van het inburgeringsstelsel bij de gemeenten te liggen. Inburgering wordt hierdoor onderdeel van het brede sociaal domein. In de gemeente Doetinchem is gekozen voor een nauwe verbinding met de ontwikkeling naar werk. Het streven is hogere kwaliteit te bieden, maar kan dat wel met het (te) krappe budget?

 

Veranderopgave

De nieuwe Wet inburgering betekent dat er een flink pakket aan nieuwe verantwoordelijkheden bij de gemeenten komt te liggen. Hoewel de VNG vorige week liet weten dat gesprekken tussen de minister en de VNG ertoe hebben geleid dat er incidenteel extra middelen beschikbaar komen voor de voorbereiding van de implementatie en voor mensen die zonder lening nog inburgeringsplichtig zijn (de zogenaamde ELIP-groep). Toch kan niet ongekend worden dat er een flinke opgave ligt.

Voorspelling is dat er tekorten gaan ontstaan

Deskundige die betrokken zijn bij de uitwerking van het nieuwe stelsel voorzien dat de budgetten die het rijk beschikbaar stelt tekortschieten. “Je kunt nu al voorspellen dat er tekorten gaan ontstaan.” zegt Zwanet van Kooten. De belangrijkste zorg ligt bij de kosten van het taalonderwijs. Gemeenten vergoeden in het nieuwe stelsel de taallessen van inburgeraars, maar de aanbieders van dat onderwijs blijken hogere prijzen te vragen dan waar het rijk rekening mee hield. Ook vraagt de brede intake en het opstellen van een Plan Inburgering en Participatie (PIP) meer tijd dan verwacht.

Hogere kwaliteit?

Van taalscholen verwachten we een hogere kwaliteit in drie verschillende trajecten, passend bij de doelgroep. In de nieuwe wet worden daaraan de nodige eisen gesteld. Er wordt een flinke kwaliteitsslag verwacht. Dat is een goede zaak en ik herken mij daar dan ook helemaal in. Tegelijkertijd is het beschikbare budget per inburgeraar gelijk gebleven aan het budget onder het oude stelsel. Nu is de vraag alleen nog of we gaan inboeten op kwaliteit of dat we uit andere gemeentelijke middelen gaan bijpassen. Dat laatste lijkt met de huidige gemeentebegroting en taken die we al hebben in het sociaal domein geen realistische optie.

Extra opgave voor de Achterhoek

Voor landelijke gebieden zoals de Achterhoek geldt dat er een extra opgave ligt om trajecten betaalbaar te houden. Reisafstanden zijn groter dan op andere plekken in het land. Liefst willen we taal en werk dicht bij elkaar organiseren. Dat is in ons gebied een extra opgave, omdat door relatief kleine aantallen inburgeraars per gemeente en de reisafstanden tussen gemeenten problematisch wordt om voldoende mensen samen te brengen voor betaalbare trajecten.

Werken in de geest van de nieuwe wet

In de gemeente Doetinchem wordt ondanks de uitdagingen met de huidige inburgeraars toch al in de geest van de nieuwe wet gewerkt. Al langer vormen inburgeraars een prioritaire doelgroep bij Laborijn. Dat houdt in dat binnen het project Samen Doetinchem en de taalscholing gewerkt wordt met een persoonlijk plan gericht op training en werk. Er is direct persoonlijk contact met elke inburgeringsplichtige over de voortgang van het traject. Vluchtelingenwerk, het Graafschap College en Enteetwee hebben een belangrijke rol in de maatschappelijke begeleiding en de taaltrajecten.

Overleg met COA

Er is winst te halen door nauwer samen te werken met het COA. Om hieraan invulling te geven zijn we met alle Achterhoekse wethouders naar het AZC in Winterswijk gegaan en is er recentelijk een bestuurlijk afstemmingsoverleg geweest. Onderwerpen daarbij waren de doorgaande lijn van voorinburgering naar inburgering bij de gemeente. Ook de toewijzing van statushouders aan de gemeenten is onderwerp van afstemming de komende tijd.

Aantal inburgeraars in 2021

In vergelijking met het aantal te huisvesten vergunninghouders in de afgelopen jaren, is in dit jaar een toename te zien. In het eerste helft van 2021 is er een opgave van 45 en in de tweede helft van 37 te huisvesten vergunninghouders. In de afgelopen jaren is de gemeente Doetinchem er goed in geslaagd de mensen een plek te geven in de gemeente en hen in onze samenleving een plek te bieden. Daarbij hebben de samenwerkende partijen binnen ons Platform Nieuwe Nederlanders een belangrijke rol. Lees hier bijvoorbeeld het interview met Karen van Kan van Vluchtelingenwerk Oost Nederland.