(Bron NIVO 06-12-2017) Sociaal bevlogen PvdA-raadslid Caroline de Graaf: ‘Als we niets doen, wordt het sowieso niet beter’ Niemand kan het helemaal alleen Als het aan Caroline de Graaf (44) ligt, telt ieder mens en is er geen onderscheid in status. En dat laat ze blijken ook. Als burgerraadslid van de PvdA Edam-Volendam toont ze regelmatig haar bevlogenheid op het gebied van sociaal domein, met als belangrijkste doel dat iedereen naar vermogen kan meedoen én bijdragen aan de maatschappij. Hoog tijd om de geboren Volendamse aan de tand te voelen. Het sociaal domein wordt ook wel omschreven als: het geheel van alle organisaties, diensten en voorzieningen die mensen ondersteunen. Wat is volgens u het belang hiervan? De Graaf: ,,Dat er een soort sociale cohesie is. Dat je voor elkaar klaarstaat, ook op het moment dat er ergens iets misgaat. Iedereen moet op zijn of haar manier kunnen meedoen en bijdragen aan de maatschappij en daar heb je soms hulp bij nodig. Niemand kan het helemaal alleen. We belanden allemaal weleens in een fase waarin je er voor elkaar moet zijn. Ik hecht daar veel waarde aan.” Waar komt uw bevlogenheid op dit gebied vandaan? ,,Dat komt deels door hoe ik ben opgegroeid. Mijn vader, een geboren Amsterdammer, is ook heel sociaal bevlogen. Hij is helaas op jonge leeftijd afgekeurd, maar wilde desondanks blijven werken en heeft onder andere veel vrijwilligersklussen gedaan. Hij kijkt niet naar wat hij niet kan, maar naar wat hij wél kan. Daar heb ik veel inspiratie uit gehaald. Verder heb ik het zelf ook niet altijd makkelijk gehad. Mijn hart ligt in Volendam, maar het was voor mij om verschillende redenen best moeilijk om hier op te groeien. Mede daardoor heb ik een soort rechtvaardigheidsgevoel ontwikkeld.” ‘Ik stond aan de zijlijn en keek telkens van buiten naar binnen. Dat doet wat met je zelfbeeld’ Wilt u iets meer vertellen over de manier waarop u bent opgegroeid in Volendam? ,,Allereerst heb ik een handicap aan mijn been. Daar loop ik niet mee te koop, maar ik ben er mee geboren. Op de lagere en middelbare school werd ik daarmee gepest. En mede doordat ik geen ras-Volendammer ben, met een niet-standaard achternaam, werd ik vaak uitgescholden. Ik stond aan de zijlijn en keek telkens van buiten naar binnen. Dat doet wat met je zelfbeeld. Uiteindelijk kreeg ik op de middelbare school een fantastische mentor, die er mede voor heeft gezorgd dat het pesten stopte. Hij riep een van de populaire jongens in de klas bij zich en vroeg hem of hij voor mij wilde opkomen. Nadien sprong diezelfde jongen er elke keer bovenop als iemand niet leuk deed tegen mij. Dat was voor mij een ommekeer. Ik vond het zo mooi om te ervaren wat het met je kan doen als je hulp krijgt als de situatie daar om vraagt.” Ze vervolgt: ,,Desondanks ben die narigheid nooit vergeten, vooral omdat ik lang niet de enige ben met problemen op sociaal vlak. In mijn geval was het pesten, maar het kan ook komen door armoede bij ouders, ziekte, verlies van een baan, een echtscheiding en zo nog veel meer zaken. Iedereen loopt in het leven weleens tegen een probleem aan waarbij zijn of haar leven flink door de war wordt geschud. Voor die mensen wil ik me graag inzetten.” Waar kan het op dit moment beter in Nederland, als het aan u ligt? ,,Het kan altijd beter. Ik denk nu voornamelijk aan ouderenzorg, jeugdzorg en mensen die verdwijnen achter het systeem. Met die laatste groep bedoel ik het deel van de samenleving dat niet op het netvlies staat bij de zorginstellingen, maar wel degelijk zorg nodig heeft. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een gezin waarin het niet goed gaat door ziekte, verslaving, geldschuld of iets in die trant. In zo’n geval moet vaak iemand uit de familie aan de bel trekken. Dat gebeurt ook wel. Maar de praktijk wijst uit dat er in sommige gevallen niet wordt doorgepakt, bijvoorbeeld omdat ouders geestelijk met zichzelf in de knoop zitten en niet meer aankloppen bij de betreffende zorginstelling. En dan wordt het gezin losgelaten. Dan verdwijn je dus achter het systeem en dat kan verstrekkende gevolgen hebben, zeker als er kinderen mee gemoeid zijn. Ik zou graag zien dat er op zo’n moment een zorgteam klaarstaat dat de regie in handen neemt en wél doorpakt. Ik snap echt wel dat dit niet altijd makkelijk is en de bezuinigingen vanuit de overheid werken ook niet mee. En bovendien dit is maar één voorbeeld. Er is een cultuuromslag nodig om de zorg in zijn geheel naar een hoger plan te tillen. Maar als we niets doen, wordt het sowieso niet beter. Je moet ergens beginnen.” ‘Iedereen loopt in het leven weleens tegen een probleem aan waarbij zijn of haar leven flink door de war wordt geschud’ U benoemt hiermee een landelijk aandachtspunt. Ook in onze gemeente ziet u ongetwijfeld verbeterpunten. Onlangs hield u in de raad nog een betoog over de veranderingen in de peuteropvang. Dat deed u nadat het college besloot dat peuteropvang-organisaties vanaf volgend jaar geen subsidie meer krijgen van de gemeente en alleen nog via een aanbesteding een opdracht van de gemeente kunnen krijgen. Waarom bent u daar zo tegen? ,,In september dit jaar nam de gemeenteraad een nieuwe verordening aan over de peuteropvang, netjes aangepast aan de nieuwe landelijke wetgeving. In deze wetgeving worden aanpassingen gedaan die de kwaliteit van de peuteropvang in onze gemeente kan verhogen, zoals beter gekwalificeerd personeel en meer dagdelen opvang voor de kinderen. Prima, daar waren wij het helemaal mee eens. Maar wat gebeurde er heel kort nadat die nieuwe verordening werd aangenomen? De gemeente publiceerde opeens een aanbesteding, waardoor de peuteropvang-organisaties geen subsidie meer krijgen. Dat had volgens het college te maken met de nieuwe wet. Terwijl wij ons uitgebreid hebben laten voorlichten door een voormalig Tweede Kamerlid dat deze wet namens de landelijke PvdA heeft behandeld. Om nog maar te zwijgen over de gesprekken die we met juristen hebben gevoerd en de vele stukken die we hierover hebben gelezen. En daaruit blijkt dat aanbesteden helemaal niet hoeft. Subsidiëren kan nog steeds. Helaas toont wethouder Vincent Tuijp zich doof en blind voor al deze informatie.” Ze vervolgt: ,,Ik vind het allereerst vreemd dat deze aanbesteding vanaf 1 januari volgend jaar meteen ingaat. Als het aan mij ligt, was er in ieder geval nog ruimte gemaakt voor een overbruggingsjaar. Op die manier kun je je partners, waar je jarenlang een goede verstandshouding mee hebt gehad, de tijd geven om zo’n proces netjes en zorgvuldig af te wikkelen. Nu loop je het risico dat ze een prijs gaan bieden die ze helemaal niet kunnen waarmaken. En je weet waar dat toe kan leiden. Misschien moeten ze hierdoor uiteindelijk mensen ontslaan, wat de kwaliteit van de zorg niet ten goede komt. Of ze gaan failliet, in het ergste geval.” Het blijft even stil. Dan: ,,Los daarvan vind ik het ook een kwalijke zaak dat een bepaalde groep ouders erop achteruitgaat. Ze moeten door deze verandering gemiddeld 45 euro per kind per maand betalen. Voor tweeverdieners is dat misschien niet zo erg. Maar het geldt ook voor iemand die uit de bijstand komt, net weer aan het werk gaat, eindelijk dat beetje meer geld verdient en dan als het ware gestraft wordt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Hiermee loop je het risico dat peuters uiteindelijk niet meer naar de opvang worden gebracht. En dat terwijl de peuteropvang belangrijk kan zijn voor de ontwikkeling van een kind.” Concludeert u hieruit dat dit soort knopen te makkelijk wordt doorgehakt? ,,Nee, ik weet wel dat er absoluut serieus naar gekeken wordt door het college. Maar ik denk dat ze een bepaalde druk hebben gevoeld die er niet was. Wij zijn een van de weinige gemeenten die het op dit moment zo aanpakken. We hadden beter kunnen wachten en meer naar de inhoud moeten kijken. Ik vind dat je goed naar elkaar moet luisteren en dan uiteindelijk moet kiezen voor de beste oplossing voor iedereen. Daarvoor ben ik ook raadslid. Maar goed, dit is de visie van de wethouder. En ik ben het daar dus niet mee eens. Hopelijk verandert hij nog van gedachten voor het einde van het jaar.” In welke opzichten gaat het wel goed in Edam en Volendam, vindt u? ,,Ik ben erg te spreken over de integrale aanpak in tal van opzichten. We hebben met Lieke Sievers een burgemeester die erg inzet op preventie en daar ben ik een groot voorstander van. En met Vincent Tuijp hebben we een nieuwe wethouder die er met frisse moed tegenaan gaat. Hij staat open voor suggesties en dat ervaar ik als heel prettig, ook al zijn we het niet altijd met elkaar eens. Er wordt door dit college veel meer gekeken naar de raakvlakken tussen verschillende domeinen, om uiteindelijk tot één geheel te komen.” Ze geeft een voorbeeld: ,,Stel: er wordt op school opgemerkt dat een kind heel graag wil sporten, maar hij of zij is niet lid van een vereniging. Komt dat door armoede? Dan krijgt het gezin vanuit de gemeente een voucher. Kijk, dat vind ik een goede zaak. Verder hebben de burgemeester en wethouder ook duidelijke ideeën over het verhelpen van de alcoholproblematiek binnen de gemeente. Ze zetten zich keihard in om op dat gebied een verandering teweeg te brengen. En dat is nodig.” Om maar te zwijgen over het relatief vele drugsgebruik? ,,Dat vind ik helemaal een griezelige gedachte. Het is zo makkelijk geworden om aan drugs te komen. Ik maak me daar zorgen over. Ik denk dat de hoge groepsdruk vaak een grote rol speelt. Maar ook ouders hebben er in sommige gevallen een aandeel in. Dat ze kinderen op jonge leeftijd de mogelijkheid bieden om thuis een zitje te geven en zelf de deur uitlopen, met alle gevolgen van dien. Dat kan niet door de beugel. Ik hoor vaak de uitspraak: wij waren ook jong toen we in de kroeg zaten. Maar dat wil toch niet zeggen dat het goed is? Inmiddels weten we welke gevolgen het kan hebben. Waarom moet het dan zo snel, terwijl je ook andere leuke dingen kan doen?” Dat ouders hun kinderen op jonge leeftijd de mogelijkheid bieden om thuis een zitje te geven en zelf de deur uitlopen, met alle gevolgen van dien. Dat kan niet door de beugel’ Ze gaat verder: ,,Los daarvan denk ik dat het sowieso heel belangrijk is om goed met je kind in gesprek te blijven, te weten wie zijn of haar vrienden zijn en waar ze uithangen. We hebben het allemaal hartstikke druk, maar het is zo waardevol om nadrukkelijk aanwezig te zijn in het leven van je kind. Daarmee wil ik niet zeggen dat je op die manier helemaal uitsluit dat je kind het verkeerde pad kiest. Maar het verkleint vaak wel de kans.” Tot slot: ,,Verder denk ik dat het goed is als er meer promotie wordt gemaakt voor een goed meldpunt. Er is nu ook een meldpunt, maar mensen durven vaak niet aan de bel te trekken. Bijvoorbeeld omdat ze bang zijn dat ze ergens op aangesproken worden of in de problemen komen. Ik vind dat we iets moeten faciliteren waarbij mensen zich op laagdrempelige wijze hun verhaal kunnen doen over probleemgevallen in de gemeente, zonder dat ze bang hoeven te zijn.” U heeft in uw loopbaan al veel kanten van de maatschappij gezien. U was onder meer jarenlang werkzaam bij de rechtbank te Amsterdam, als consultant in het uitzendwezen, als bedrijfsvoorlichter bij de Kamer van Koophandel en als kindercoach. Wat zijn uw plannen voor de toekomst? ,,Ik wil samen met een collega een zogeheten ‘Social Firm’ gaan opzetten voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. Wij willen een horecaonderneming starten waar die mensen aan de slag kunnen, in welke vorm dan ook. Dat is eveneens de reden waarom ik het stukje werk & inkomen heb geschrapt uit mijn politieke portefeuille, zodat alle schijn van belangenverstrengeling wordt voorkomen. M’n collega en ik hebben al marktonderzoek gedaan. We zijn nu op zoek naar een geschikte locatie en een partij die wil helpen bij het financieren. Eind volgend jaar willen we het op poten gezet hebben. En dan gaan we kijken naar wat mensen wél kunnen, in plaats van wat ze niet kunnen.” Ze glimlacht: ,,Het wordt een project waarin ik mijn sociale bevlogenheid waarschijnlijk optimaal kwijt kan. Ik heb er nu al zin in.”