In september besprak onze gemeenteraad een evaluatierapport over het voorkomen en bestrijden van fraude door mensen die een bijstandsuitkering ontvangen. In Ede zijn ruim 2000 mensen van hun inkomen afhankelijk van zo’n bijstandsuitkering.

In het rapport wordt geconcludeerd dat de toegang goed is georganiseerd. Als mensen in de bijstand komen, dan voldoen zij aan de eisen daarvoor. Ook is de conclusie dat tussen de 1% en 3% van de bijstandsgerechtigden zich niet aan regels houdt en in dat geval de uitkering wordt beëindigd of een tijdelijke strafkorting wordt opgelegd. Dat is aanzienlijk beter dan het landelijk gemiddelde van 7%.

De opstellers van de evaluatie veronderstellen dat dit kan betekenen dat de opsporing van fraudegevallen strenger zou moeten worden aangepakt. Maar de oorzaak van dit verschil is helemaal niet bekend.

Laat er geen misverstand over bestaan: GroenLinks vindt dat misbruik moet worden bestreden. Maar daarbij is ons uitgangspunt dat we met respect en vertrouwen moeten omgaan met onze inwoners, zeker als zij het sociaal heel moeilijk hebben en economisch volledig afhankelijk zijn van de gemeente. Hoever mag je dan gaan met fraudebestrijding en handhaving? Het kan toch niet zo zijn dat 97% van onze bijstandsgerechtigden met wantrouwen wordt benaderd, omdat een heel klein percentage misbruik maakt van deze voorziening? Ellen Out legt uit hoe ze naar het onderwerp kijkt.

 

Wat gebeurt er met dit evaluatierapport?

“Het rapport is een opstapje naar een nieuwe verordening, waar de gemeenteraad binnenkort over moet gaan besluiten. Daarin verwachten wij veranderingsvoorstellen voor een betere handhaving.”, vertelt Ellen, “Maar strengere controle is niet bij voorbaat een weg die wij als verbetering zien. Begrijp me niet verkeerd, want ernstig en bewust misbruik moet effectief worden bestreden, zeker als deze een professioneel/crimineel karakter heeft. We moeten zorgvuldig omgaan met gemeenschapsgeld. Allemaal waar.

Maar fraudebestrijding mag niet doorslaan naar een praktijk waarin we onze inwoners met een bijstandsuitkering allemaal als potentiele fraudeurs zien, waar wantrouwen uitgangspunt is, elk administratief foutje wordt afgestraft en de persoonlijke levenssfeer van onze mensen niet meer wordt gerespecteerd. Dat is niet de samenleving die GroenLinks wil”.

 

Kun je dat wat concreter maken?

“Wat ons te ver gaat is bijvoorbeeld een gezamenlijk huisbezoek van een consulent en een fraudepreventiemedewerker, zonder enige concrete aanwijzing van fraude. Een dergelijke vorm van “preventie” gaat uit van wantrouwen, betrappen en daarmee verzwakken van de cliënt. Je ondermijnt als gemeente daarmee het vertrouwen in de consulent, die jouw eerste aanspreekpunt is van de gemeente als bijstandsgerechtigde. Uit recent onderzoek blijkt dat de wantrouwenbenadering snel een gevoel van schaamte en onzekerheid oproept bij bijstandsgerechtigden, terwijl het juist van belang is dat deze mensen positief worden benaderd, weer leren geloven in hun mogelijkheden en goed worden begeleid om weer volwaardig en waardig deel te nemen aan de Edese samenleving”.

 

Maar hoe moet fraudebestrijding en handhaving dan wel, volgens jou?

“We zien in het evaluatierapport dat informatie over mogelijke fraudesignalen steeds beter wordt gedeeld en de samenwerking binnen de gemeentelijke afdeling is verbeterd. Dat is prima. Door gebruik te maken van risicoprofielen kun je heel gericht actie ondernemen. Echter met risicoprofielen wordt in Ede nog nauwelijks gewerkt. Dat zou wel moeten. Dan kun je gericht ingrijpen, waar nodig. Overigens vinden wij de veronderstelling dat in Ede weinig misbruik wordt geconstateerd ten opzichte van het landelijk gemiddelde (7%) en DUS de handhaving zou moeten worden geïntensiveerd, de wereld op zijn kop. Breng eerst je risico’s maar eens in kaart en trek dan pas je conclusies, maar niet andersom op basis van een statistiekje”.  

Hoe kijk je naar de toekomst van de omgang met bijstandgerechtigden? “We vinden het jammer dat Ede niet heeft meegedaan aan de proef in Wageningen, waar de bijstandsgerechtigden voor een bepaalde periode in drie groepen werden verdeeld: een groep waar streng op werd gehandhaafd, een groep die re-integratiehulp kreeg, een groep die met rust gelaten werd en alleen geholpen werd als daarom werd gevraagd.Dit soort experimenten leren ons wat echt wérkt.

We besteden in Nederland miljarden euro’s aan een systeem van controle en verplichte re-integratiebegeleiding, een systeem gebaseerd op wantrouwen. En keer op keer verschijnen rapporten dat dit helemaal niet werkt. Het lijkt verspilling van belastinggeld. Er is de laatste jaren steeds meer discussie over de wenselijkheid van een basisinkomen, waarbij dit wantrouwensysteem helemaal niet meer nodig is. De steun voor het basisinkomen groeit snel. Ruim de helft van de Nederlanders zien het idee van een basisinkomen inmiddels wel zitten. Volgens berekeningen van het NIBUD is het ook haalbaar en betaalbaar. Het zou mooi zijn als we zo’n vernieuwing van ons sociaal stelsel in de toekomst kunnen realiseren. Dan kunnen we van dit geldverslindende wantrouwen-systeem af en ontstaat er een “meer ontspannen samenleving”, zoals GroenLinks dat noemt”.

 

Dat zal nog wel niet een-twee-drie-geregeld zijn. Terug naar Ede. Wat nu?

“Op korte termijn zullen we in de raad discussiëren over de manier waarop handhaving moet worden geregeld. In september hebben we onze ideeën in de raad naar voren gebracht. We zullen op basis daarvan de nieuwe verordening beoordelen. We hopen dat het college goed heeft geluisterd naar onze inbreng en de juiste koers kiest: in de omgang met onze sociaal-economisch kwetsbare inwoners uitgaan van respect en vertrouwen. Het accent van de gemeentelijke activiteit moet wat GroenLinks betreft liggen op hulp om volwaardig en waardig deel te nemen aan onze Edese samenleving”.