Vorige week stelde D66, in het allereerste digitale vragenuur over corona, vragen over ondernemers en inwoners die (nog) niet vallen onder de steunmaatregelen en tussen wal en schip dreigen te vallen. In alle stappen die worden gezet wil D66 dat er niemand vergeten wordt. We moeten ons samen door deze situatie heenslaan. Raadslid Jorien Migchielsen: “Iedereen moet zich gezien en gehoord voelen, zeker in deze crisistijd! We moeten kijken wie er op dit moment nog buiten de boot vallen bij de steunmaatregelen en ook proberen hén zo goed mogelijk te helpen. Het oprichten van een lokaal fonds zou een goed idee zijn.”

Wij ontvangen dan ook veel zorgelijke signalen uit de -ongesubsidieerde- kunst & cultuursector, horeca, toerisme en Eindhovense verenigingen.  De vaste lasten – zoals huur en (deel van de) salarissen – lopen door velen keihard door, terwijl de gemiste inkomsten in de meeste gevallen niet ingehaald kunnen worden.

Ter illustratie: Robèr Willemsen, voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland zei afgelopen week dat 30 à 35% van de horecabedrijven in mei failliet dreigt te gaan. Landelijk gezien zijn er nu maatregelen gekomen in de vorm van een Nationaal Noodpakket voor de economie en banen, de uitstel van (gemeente)belastingen, de maatregelen die Stichting Cultuur heeft genomen voor gesubsidieerde cultuurinstellingen, en de maatregelen voor afgelaste evenementen.

Maar ook lokaal moeten we handelen en zorgen dat niemand tussen wal en schip valt door middel van een lokaal noodfonds. D66 stelde daarom tijdens het tweede digitale vragenuur onderstaande vragen:

Heeft de gemeente Eindhoven een beeld van hoeveel horeca/toerisme-bedrijven, verenigingen en/of culturele instellingen (gesubsidieerd en ongesubsidieerd) er financieel in zwaar weer verkeren? Welke rol ziet de gemeente Eindhoven voor zichzelf bij de ondersteuning van deze bedrijven, instellingen en verenigingen? Hoe kan en gaat de gemeente deze groepen helpen? Voor ondernemers bestaat het ondernemersloket. Welke loketten en regelingen zijn er voor verenigingen? Is het college bereid om zwaar getroffen sectoren in de stad die niet kunnen overleven te ondersteunen met een lokaal fonds? Welke mogelijkheden en samenwerkingsverbanden zijn hierbij mogelijk?