Afgelopen dinsdag (16 januari 2018) behandelde het college van B en W en de raad in een meningsvormende vergadering de commissienotitie Beheerstrategie Sociaal Domein. In de notitie presenteerde het college een maatregelenpakket voor de aanpak van de tekorten in het sociaal domein. GroenLinks kan goed meegaan in de voorgestelde aanpak maar geeft het college wel aandachtspunten mee.

Lees hieronder het volledige betoog en de vragen aan het college van raadslid Saskia Lammers.

2011 constateerden we in ‘Eindhoven de sociaalste’ dat het echt anders moest. Er waren te veel hulpverleners op 1 gezin, de inwoner stond niet centraal, en vaak knellende regelgeving. Daaruit ontstond de WIJvisie: 1 gezin, 1 plan, 1 hulpverlener, inzetten op eigen kracht en samenkracht, maatwerk. In 2015 verwachtte het Rijk echter een driedubbele beweging: de ideologische verandering, de overdracht van taken (soms zelfs zonder gegevensoverdracht zoals bij jeugd) en tegelijkertijd een flinke bezuiniging. Een verandering waar normaliter zo’n 10 jaar voor nodig is... En dat terwijl er ook tot een gemeentelijke reorganisatie besloten was. Kortom: te veel tegelijkertijd, te grote tijdsdruk en te snel willen bezuinigingen.

Tweede sluis En nu zitten we dan met een tekort van miljoenen. Hebben het Rijk en ook wij het niet realistisch ingeschat? Zijn de juiste keuzes gemaakt? Is de beweging van 2e naar 1e naar 0e lijn voldoende opgang? Hoe dan ook, we moeten gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen het op te lossen. Nu is, naast de lange lijst aan eerder genomen maatregelen, naar de mening van het college nog een extra stap nodig: een tweede sluis die de grens aangeeft bij specialistische zorgaanbieders. Wellicht stelt een beperkt aantal specialistische zorgaanbieders hun organisatie/omzet te veel centraal in plaats van de cliënten en de gewenste beweging van 2e naar 1e en 0e lijn?  

Risico’s, vragen en adviezen Per segment is er gezocht naar de beste aanpak. GroenLinks kan er helemaal in mee gaan, maar ziet een aantal risico’s waar we graag in gerustgesteld worden:

Hoe stimuleer je ondanks de aanpak per segment dat er ook op tweedelijns niveau generalistisch gewerkt of samengewerkt wordt? Een probleem staat nl zelden alleen, zo blijkt bijvoorbeeld dat bij jongvolwassenen in de jeugdzorg een kwart tot de helft uit een instabiel gezin komt.

Hoe voorkom je dat meerjarigheid van afspraken in de weg gaat zitten van de flexibiliteit om de transformatie te maken? GroenLinks vindt daarom de consortiumgedachte erg aansprekend.

Als er steviger op financiën gestuurd wordt, wordt meestal het opportunistische gedrag ook groter. Hoe voorkomen we dat bijvoorbeeld de complexe/duurder uitpakkende doelgroep niet tussen aanbieders wordt rondgepompt? Iets als een pay-it-forward fonds als Bossche Bond?

Hoe voorkom je dat geld in portemonnee aanbieders verdwijnt in plaats van bij de cliënt terechtkomt? Goed om te lezen dat er stevig op wet normering topinkomens, beperkte reserves etc. gestuurd gaat worden. Vergeet daarbij de dividenduitkeringen niet. Dit voorkomt dat andere aanbieders een slechte naam krijgen.

Het is goed dat er zorgvuldig naar aanvaardbare wachttijden wordt gekeken. Dit is alleen vrij lastig objectief te maken, kunnen we daarom naast dat het veld en de raad, ook cliënten goed betrekken? Het draait immers om hen.

We moeten vervolgens ook wachttijden monitoren. Een goede sturing op de instroom maar zeker ook de uitstroom is een vereiste. Graag ziet GroenLinks elk kwartaal de instroom en uitstroom per segment.

Beweging in Transitie GroenLinks is er wel blij mee dat de oproep in de motie Beweging in Transitie meegenomen is om zo prikkels te realiseren voor samenwerking tussen aanbieders en innovatie te stimuleren. Denk hierbij aan vrije budgetten voor innovatie, contractafspraken en incentives. Want die beweging is hard nodig!

Dat de transitie nog onvoldoende is ingezet, bleek bijvoorbeeld uit de onlangs verschenen publicatie van o.a. Lilian Linders naar onderzoek in Zuid-Oost-Brabant. Jeugdhulpverleners vallen snel terug in oude patronen, het kind/gezin wordt onvoldoende centraal gesteld, geharrewar over rollen/verantwoordelijkheden tussen wijkteams, Veilig Thuis en specialistische jeugdzorg. Omdat dit punt miste in de memo actieplan Jeugd wil ik graag een reactie van wethouder Visscher hierop.

De vraag blijft wel wanneer we aan de grens komen van de kwaliteit van onze zorg. Zolang we nog sturen op de transformatie en ongewenste prikkels voor aanbieders staat GroenLinks erachter. Maar als we strakker de bedragen maximeren, moeten de begrote bedragen des te realistischer zijn. Zo heeft Tilburg bijvoorbeed voor 2018 op jeugd 4,5 miljoen euro meer begroot dan wat wij inclusief al onze overschrijdingen in 2017 uitgaven, en op WMO zelfs 17,5 miljoen. Dus ook veel hoger dan het krappe macrobudget van het Rijk. Om uit te gaan van realisatie 2016 bij de bedragen voor 2019 hebben we dan ook enige twijfels. GroenLinks wil graag dat het college benchmarkt versus vergelijkbare gemeenten bij de uitwerking van de notitie. En goed kijkt of de macrobudgetten wel toereikend zijn. En mochten we na alle maatregelen tekort komen, dit ook mee te nemen in de lobby naar het Rijk.