Op 16 juni 2022 werd de jaarrekening van de gemeente Emmen van het afgelopen jaar besproken. Hierin kunnen we zien hoe we met ons geld uitgekomen zijn. Deze keer met een enorme meevaller van ruim 17 miljoen euro. Toch is dit niet allemaal goed nieuws, want het blijkt dat we niet altijd goed kunnen voorspellen hoeveel geld alles gaat kosten. Daarnaast zijn er ook nog veel projecten helemaal niet uitgevoerd, waar wel geld voor gereserveerd is. Dus pas op met het uitgeven hiervan.

Wel zien we hele mooie ontwikkelingen, bijvoorbeeld over de campus Emmen, waar meerdere onderwijsinstellingen samen gaan werken met het bedrijfsleven voor de regio. De wegen liggen er nog niet goed genoeg bij, maar daar is nu uitgebreid aandacht voor. En we hebben eindelijk weer voldoende buffer om risico’s op te kunnen vangen.

Lees hieronder de volledige tekst zoals onze lijsttrekken Joey Koops heeft voorgelezen:

Dank u wel voorzitter.

En natuurlijk ook bedankt aan de betrokken ambtenaren, de vertrekkende accountant, de auditcommissie en het college voor de voorliggende stukken.

17.1 miljoen euro. Een enorm bedrag. En de reacties in de samenleving waren dan natuurlijk ook zoals te verwachten: laten we het uitgeven, en snel ook. Wellicht valt daar óók nog een communicatieles te leren, want het besluit om dit geld toe te voegen aan de algemene reserve is natuurlijk het enige juiste; hiermee komt het weerstandsvermogen weer op een acceptabel niveau en daarmee anticipeer je bovendien op heel veel inhaalgeld – daarmee willen wij zeggen, al het geld dat je dit jaar niet hebt kunnen uitgeven, dat onder andere tot dit positieve resultaat heeft geleid, maar wat nog wel weer terugkomt.

Dit betekent overigens niet dat er niets positiefs te melden valt, ook niet in onze communicatie naar onze inwoners: de campus Emmen ontwikkelingen zijn bijvoorbeeld mooi om te zien, de staat van de wegen heeft onze aandacht en de gemeente kan een stabieler financieel beleid gaan voeren. Al met al, we hebben er slechter voor gestaan.

Zou de wethouder in het kader van communicatie nog wel kunnen verduidelijken wat precies bedoeld wordt met ‘de projectmatige aanpak van de tijdige afhandeling van klantcontacten’, zoals te lezen valt op pagina 23 van de jaarrekening? Op welke manier wordt de raad betrokken bij het verbeteren van de afhandeling van klantcontacten?

Ook wil onze fractie een aantal kanttekeningen plaatsen bij het positieve resultaat. Want hoe je het ook wendt of keert – dit resultaat is een enorme afwijking van de uitgangspositie en de latere bijstellingen. En ja, het klopt dat Corona een flinke invloed had, maar die invloed was wél te verwachten. Het was te verwachten dat vacatures niet of later opgevuld zouden worden, het was te verwachten dat het rijk meer geld zou uitgeven en het was te verwachten dat een aantal projecten niet uitgevoerd zou kunnen worden. Wij hopen dan ook dat de financiën van onze gemeente de komende jaren weer voorspelbaarder worden, want dergelijke afwijkingen geven ons twijfels over de sturing en het tactisch inzicht op uitvoerings- en bestuursniveau.

Deze twijfels spelen op meerdere vlakken. Zo vinden wij het onbestaanbaar dat de aanbestedingen in veel gevallen niet in overeenstemming met relevante wet- regelgeving tot stand zijn gekomen, ook al komt dit aandachtspunt elk jaar weer terug. Wij hebben er alle begrip voor dat het erg moeilijk is om overal aan te voldoen, maar wij verwachten toch op zijn minst een verbetering te zien ten opzichte van de voorgaande jaren, en geen verslechtering, zoals nu het geval is.

Ook op het vlak van zorg hebben wij het gevoel dat de gemeente niet altijd in control is, waarbij onze aandacht valt op het financiële voordeel op jeugdzorg wat wij moeilijk kunnen rijmen met de landelijke tendens en de impact van Corona. Het is op dit moment echter niet te controleren of deze lagere uitgaven verklaarbaar zijn, omdat er nauwelijks handhaving is.

Vooropgesteld: Nederland heeft erg hoge zorgkosten. Deze kosten stijgen bovendien. Het is daarom nodig om na te denken over hoe deze kosten te beperken zijn en daarbij is in controle zijn van belang. Als misbruik aangepakt moet worden, door aanbieders én door vragers, dan moet er meer handhaving plaatsvinden. Als we er voor willen zorgen dat slechte aanbieders niet continu beloond worden, en vragers altijd de juiste en beste zorg krijgen, dan moet er een kwaliteitsregister komen. Als we willen inzetten op genezing en op uitstroom, dan moet het model van financieren niet gericht zijn op het aanhouden van cliënten, maar op het belonen voor uitstroom. Daarbij denken wij bovendien dat het huidige systeem van indicaties omgevormd kan worden naar een veel positiever systeem; laten we zorg gaan inrichten rondom positieve prikkels – het draait om genezing, niet om ziekte. Het draait om herstel; niet om beperkingen.

Voorzitter, het voorgaande voelt wellicht als een afdwaling bij de bespreking van een jaarrekening, maar zo is het niet bedoeld. Zorg is de grootste uitgavenpost van deze gemeente. Als de wethouder financiën, in samenhang met de rest van het college, wil kunnen aantonen dat hij in control is, dat hij op tactisch niveau kan plannen en sturen, en dat wij als gemeenteraad niet meer van deze afwijkingen tegemoet zullen zien, positief of negatief, dan dagen wij hem en de rest van het college uit om met behulp van onze suggesties te laten zien dat hij een voorspelbaar financieel perspectief kan schetsen, waarbij de gemeente controleert en handhaaft, de kosten niet de pan uit stijgen en uiteraard de belangen van onze inwoners voorop staan.