Poliflw

In de voorbereiding op de aanleg van een waterberging aan de Duitse Weistraat in Kerkdriel zijn deze zomer  resten ontdekt van een mottekasteel. Een bijzonder object, dat volgens D66 Maasdriel een passende herinnering verdient. Die krijgt het in de vorm van een monumentje.

De gemeenteraad van Maasdriel nam hiertoe donderdag 25 oktober een motie aan die door D66 was voorbereid en na overleg met alle partijen gezamenlijk is ingediend. De partij prikkelde bovendien de interesse van bierbrouwer Hertog Jan, die zo enthousiast is dat zij de  kosten voor hun rekening nemen. Het mottekasteel  in Kerkdriel dateert namelijk uit de tijd van Hertog Jan I, naar wie het gelijknamige bier verwijst. In de strijd tussen Brabant en Gelre om het hertogdom Limburg betekende de bouw van het mottekasteel na opdracht van de hertog een keerpunt in de strijd. Hertog Jan I trok aan het langste eind en zegevierde.

Rondom de waterberging komt een wandelpad en een bijenvriendelijke berm in het kader van de afspraken die zijn vastgelegd in de Beedeals. Ruimte voor een bescheiden monumentje is er ook. De “mottekasteel-motie” die door de voltallige raad is aangenomen voorziet ook in het ontwikkelen van meerwaarde voor de locatie. Bijvoorbeeld door er naar te verwijzen in fietsroutes en scholen te stimuleren stil te staan bij de rijke historie van deze plek in de Bommelerwaard.

D66-raadslid Tom van Engelen las na weken van intensief uitzoekwerk en bemiddeling door D66 burgerlid Michiel Alexander de Raaf, ‘architect’ van de motie, een statement voor van Hertog Jan brand manager Sjors van Drie: “We zijn verheugd dat de gemeente Maasdriel het erfgoed van Hertog Jan I van Brabant een warm hart toedraagt, met veel zorgvuldigheid behandelt en beschikbaar wil maken voor het publiek. We vinden het belangrijk het historisch cultureel erfgoed van Hertog Jan te waarborgen en de verhalen door te blijven vertellen aan nieuwe generaties. Daarom zijn we vereerd een bijdrage te mogen leveren voor een blijvende herinnering aan het mottekasteel gebouwd in opdracht van Hertog Jan I van Brabant.”