Het was een koude dag in maart. Ruim twintig (kandidaats-) raadsleden en wethouders van onder andere D66 waren op vrijdagochtend 2 maart bij Wellman in Spijk. Gedeputeerde Michiel Scheffer doet verslag van een inspirerend bezoek.

Wellman recyclet 60 procent van de PET-flessen in Nederland, en dit sinds 1990 voordat het begrip circulaire economie bestond. Dit is een hoeveelheid die er toe doet. Eigenlijk moeten we sowieso van leuke kleinschalige experimenten – paddenstoelen op koffiedik – naar grootschalige projecten. Op dit moment ben ik namens Gedeputeerde Staten op zoek naar business cases op de schaal van minstens 50.000 T. Het kan dan onder meer gaan om rails voor gieterijen, luiers voor tapijt en katoen voor viscose. Ik ben daarover in gesprek met staatssecretaris Stientje van Veldhoven.

Markt

Bij Wellman worden PET-flessen uit Nederland, België en Duitsland verwerkt tot snippers die goed genoeg zijn voor het opnieuw maken van flessen of het maken van vulmateriaal voor bijvoorbeeld kussens. Spijk is een goede plek om te recyclen: het ligt aan de Rijn met 50 miljoen welvarende en goed georganiseerde consumenten in een straal van 300 km.

Dilemma’s

Bij Wellman zie je de dilemma’s van recycling. Als verpakkers polymeren mengen is een fles niet te recyclen. Als de inzameling niet goed gaat zit er teveel afval in het afval. Als de olieprijs te laag is is recycling verliesgevend. Als er statiegeld op kleine flesjes wordt geheven dan is het recyclen van ander plastic niet meer rendabel. Investeringen die de overlast voor de omgeving verminderen gaan ten koste van het verhogen van het rendement van de recycling zelf. In veel gemeenten zijn statiegeldmoties aangenomen. Dat is een goede aanleiding voor gemeenten, provincies en rijk om samen een waterdicht systeem te ontwikkelen.

Tenslotte wil ik aan de vooravond van de Gemeenteraadsverkiezingen alle wethouders en raadsleden van D66 bedanken voor hun inzet in de afgelopen jaren.