Hoe kunnen we op duurzame wijze elektriciteit opwekken, onze huizen verwarmen en tegelijkertijd de CO2-uitstoot drastisch terugdringen?

Het vinden van haalbare en betaalbare antwoorden op deze vraag is voor ons allen de komende jaren een gigantische maatschappelijke uitdaging. De rijksoverheid heeft die uitdaging voor een belangrijk deel op het bord gelegd van de gemeenten in de diverse regio’s.                                                                                          Nederland is verdeeld in 30 regio’s. De gemeenten van Noord- en Midden-Limburg vormen samen één regio.

Als eerste stap hebben de colleges van B&W van de Noord- en Midden-Limburgse gemeenten een startnotitie gemaakt. Hierin gaven ze aan hoe zij denken dat het, op duurzame wijze opwekken van elektriciteit en het drastisch terugdringen van de CO2-uitstoot, kan worden aangepakt. Jammer genoeg is het voornamelijk een technologisch en ruimtelijk notitie geworden. De nadruk ligt in die notitie op de doelen wat betreft het opwekken van duurzame elektriciteit en de transitie naar andere verwarmingsapparatuur in de woon- en kantooromgeving (zoals van fossiele naar duurzame bronnen).

De progressieve fracties van de gemeenteraden van Noord- en Midden-Limburg, (waaronder de raadsfractie van D66-Gennep) zijn van mening dat sociale aspecten niet minder belangrijk zijn bij de regionale en landelijke energietransitie. De benadering van de sociale aspecten bij de energietransitie zijn door de gezamenlijke progressieve raadsfracties dan ook uitgewerkt in een aantal uitgangspunten. In deze uitgangspunten wordt het accent gelegd op maatschappelijke aspecten van de energietransitie, op de invloed die de energietransitie heeft op de wijze waarop wij met elkaar samen leven: hoe we wonen, hoe we ons verplaatsen, hoe we eten, hoe we produceren en consumeren.

De progressieve fracties benadrukken hiermee dat de energietransitie kansen biedt: kansen voor gemeenschapsontwikkeling, kansen voor een toekomstbestendige lokale economie, kansen voor een verbetering van de leefsituatie voor iedereen.

A – Energietransitie is een kans voor gemeenschapsontwikkeling:

Energietransitie is niet louter een technische en ruimtelijke operatie. Het is op de eerste plaats een sociaal proces. Dat betekent dat er tijd en geld ingezet moeten worden om mensen mee te krijgen, enthousiast te maken, aan te zetten tot moeilijke beslissingen, maar ook waarover gezamenlijk meegedacht en gehandeld moet worden. Gemeenten kunnen daarin een gezamenlijk initiatief nemen door bijvoorbeeld het inrichten van een informatiepunt met concrete voorbeelden hoe je energie kunt besparen of hoe men een vergroeningsactie kan starten in de buurt (parken, waterpartijen,speelweiden). Energie is een basisvoorziening. Het opwekken van schone energie moet gezamenlijk worden aangepakt: van, voor en door burgers.                                                                                                   Motto: eerlijk en samen.                                        Via bewonersinitiatieven en lokale bedrijven, onder facilitering van de lokale overheid, met de nadrukkelijke afspraak dat de lokale samenleving steeds een meerderheidsbelang houdt en alle burgers – ook zij die niet financieel deel (kunnen) nemen aan de productie van schone energie – meedelen in de opbrengst. Er moet regionaal een deskundig team van begeleiders worden samengesteld, die de sociale infrastructuur van buurten, wijken, dorpen vertrouwd maakt met de kansen die energietransitie biedt voor het stimuleren van lokale economie en het vergroten van sociale en culturele veerkracht.

B – Energietransitie is een kans voor een andere en meer lokale economie:

Door mensen niet alleen aan de voorkant van het proces te betrekken, maar ook in de uitvoer een rol te geven, ontstaat lokale werkgelegenheid en sociale cohesie. Door samen te werken aan de energietransitie ontstaan netwerken die gaan renderen op sociaal, maatschappelijk en cultureel vlak. (zie: https://www.lsabewoners.nl/wp-content/uploads/2018/06/Essay-Wijk-voor-de-wijk-bewonersgedreven-energietransitie.pdf) Door te kiezen voor een lokale, bewoners gedreven en collectieve aanpak van de energietransitie, met steun van deskundigen, ontstaat lokaal draagvlak, wordt noodzakelijke expertise toegevoegd en is de kans groot dat de energietransitie soepel gaat verlopen. Een gezamenlijke aanpak via een gebiedscollectief (zoals uit bovenstaande internetlink blijkt) biedt de beste kansen om op haalbare en betaalbare wijze duurzame energie te produceren. Als de energietransitie beperkt blijft tot het realiseren van andere energiebronnen teneinde de huidige wijze van leven, produceren en consumeren ongewijzigd voort te zetten, is zo’n transitie een onvoldoende antwoord op het klimaatvraagstuk. De energietransitie moet een stap zijn naar het verkennen en realiseren van andere, meer toekomstbestendige, wijzen van leven, produceren en consumeren. Alle energie die minder wordt gebruikt, hoeft niet meer duurzaam opgewekt te worden. Energietransitie begint dus met energie besparen.

C – Energietransitie is een kans voor verbetering van de leefsituatie voor iedereen

Iedereen, ook mensen die het niet zo breed hebben, moeten mee kunnen doen met energietransitie. Modale en hogere inkomens profiteren het meeste van subsidies die verstrekt worden om energietransitie in gang te zetten; de energielasten voor deze huishoudens zullen dalen. Voorkomen moet worden dat de energielasten zullen stijgen voor de lagere-inkomensgroepen die geen geld hebben om veranderingen te bekostigen. In aanvulling op het Rijk moeten gemeenten en partners in de energietransitie, zoals woningcorporaties en lokale bedrijven, regelingen treffen om, met name aan groepen mensen met lagere inkomens, renteloze leningen te verstrekken die terugbetaald kunnen worden met een deel van het geld dat door hen uitgespaard wordt door lager energieverbruik. Energietransitie moet niet alleen betaalbaar zijn voor mensen, zij moeten er ook in financieel opzicht meteen voordeel van hebben door lagere energiekosten.