GraverMaat: Hieronder de variantenanalyse herindelingspartners dat in opdracht is gemaakt van CBA. Het document wordt a.s. woensdag besproken in het CBA-beraad, waar onze Regieteamleden Astrid Bannink en Hennie Bongers toehoorders zijn. Besluitvorming over deze analyse vindt plaats op 28 maart en 1 april in de gemeenteraden.

Voorstel: herindelingsproces CBA–variant voortzetten.

De stuurgroep CBA stelt derhalve aan de drie CBA-colleges van B&W voor om het herindelingsproces richting de CBA- variant voort te zetten en om deze lijn aan de drie betreffende raden voor te leggen.

Vanuit dit gezamenlijk CBA-proces zien deze drie gemeenten nog steeds uit naar aansluiting van de gemeenten Grave en/of Mill en Sint Hubert, om samen vorm te geven aan één krachtige gemeente in het Land van Cuijk.

Het resultaat van voorliggende afweging geeft ons (nog meer) vertrouwen om samen verdere uitvoering te geven aan het plan van aanpak ‘Opschalen en verbinden’ voor het opstellen van een herindelingsontwerp. Waarbij opschalen en afschalen hand in hand gaan. En de deur open staat en tot aan besluitvorming open blijft staan voor aansluiting van de andere gemeenten in het Land van Cuijk.

De stuurgroep CBA

HET RAPPORT      HET RAPPORT           HET RAPPORT

Overall analyse van de stuurgroep CBA ………………….3

Ontwikkelingen en opgaven in het Land van Cuijk ……6

1.1 Landelijke en regionale ontwikkelingen ………………6

1.2 Opgaven in het Land van Cuijk ………………………… 7

Variant 1: Herindeling vijf gemeenten Land van Cuijk ….. 8

2.1 Wenselijk vanuit de inhoud en regionale kracht ……… 8

2.2 Momenteel onhaalbaar ………………………………………. 10

2.3 Wenselijk, maar (vooralsnog  onhaalbaar onhaalbaar……11

Variant 2: Herindeling Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis……………………………………………………………………… 12.        3.1 Overwegend als wenselijk te betitelen ………………………..12

3.2 Maximale haalbaarheid …………………………………………… 14

3.3 Kansrijk, vanuit wenselijkheid en haalbaarheid …………… 14

Variant 3: Herindeling Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert …. 15

4.1 Gematigd als wenselijk te betitelen ……………………………. 15

4.2 Grote onzekerheid over haalbaarheid………………………………………………………………….. 17

4.3 Risicovolle beweging richting beoogd resultaat …………… 17

Bijlage: Beleidskader gemeentelijke herindeling (2013). 19

Samenvatting

Voor u ligt de analyse van varianten in de samenstelling van herindelingspartners in het Land van Cuijk. Deze analyse vormt het resultaat van stap 2a uit het plan van aanpak ‘Opschalen en verbinden’ voor het herindelingsproces van de gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis. Aanleiding voor deze stap 2a in het CBA-herindelingsproces is gelegen in de aangenomen motie d.d. 5 november 2018 in de gemeente- raad van Cuijk.

Drie varianten voor herindeling in het Land van Cuijk.

Volgend uit de motie van 5 november 2018 heeft het college van B&W van de gemeente Cuijk het verzoek vanuit de gemeenteraad gekregen om een afweging te maken van drie mogelijke varianten voor herindeling:

a. Vijf gemeenten Land van Cuijk;

b. CBA: Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis;

c. CGM: Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert.

Het college van B&W van Cuijk heeft dit verzoek van zijn raad gedeeld binnen de stuurgroep CBA. De stuurgroep CBA ziet het, verankerd in het door de drie raden vastgestelde plan van aanpak, als gezamenlijke opdracht om aan deze ‘af- weging van herindelingspartners’ uitvoering te geven. Voor- liggend rapport bevat deze afweging.

Voor deze afweging is gebruik gemaakt van bestaande informatie en van expertise en ervaring van onderzoekers. Er is geen aanvullende gespreksronde of onderzoek uitgevoerd.

De drie herindelingsvarianten zijn ieder afgewogen op de mate waarin zij als wenselijk én als haalbaar worden beschouwd.

Criteria voor beoordeling wenselijkheid.

De wenselijkheid is beoordeeld op basis van toetsingscriteria uit het landelijke beleidskader gemeentelijke herindeling 1):

a. Draagvlak: voor de nieuwe gemeente is ‘lokaal be- stuurlijk’ (gemeenteraden), ‘regionaal’ (buurge- meenten, provincie) en ‘maatschappelijk’ draagvlak (inwoners en maatschappelijke organisaties) van belang.

1) De landelijke en provinciale criteria worden later in het proces door de provincie Noord-Brabant en het Rijk gehanteerd in de beoordeling van het herindelingsadvies. Zie de bijlage voor een letterlijke weergave van de criteria uit het landelijke Beleidskader gemeentelijke herindeling.

b. Bestuurskracht: de nieuw te vormen gemeente heeft het vermogen om de wettelijke en nietwettelijke taken uit te voeren en daarvoor de benodigde maatschappelijke en bestuurlijke relaties aan te gaan.

c. Interne samenhang en nabijheid van bestuur: de bij de herindeling betrokken gemeenten passen bij elkaar (vanwege gemeenschappelijke of juist complementaire kenmerken) en zijn elkaars natuurlijke partner. De nieuwe gemeente kan inspelen en flexi- bel omgaan met het feit dat iedere opgave een ei- gen schaal kent (meerschaligheid). Daarnaast is het lokale bestuur ook in de toekomst responsief, nabij, betrokken en benaderbaar.

d. Regionale samenhang: de nieuwe gemeente is een krachtige partner in de regio in het gezamenlijk aanpakken van maatschappelijke opgaven en heeft een duurzaam karakter. Daarbij dient – het oog op duurzaamheid – te worden afgewogen of andere gemeenten in de regio bij de herindeling betrokken zouden moeten worden.

Tevens zijn de varianten qua wenselijkheid beoordeeld op het criterium ‘schaalniveau’, dat door de provincie Noord- Brabant aanvullend op de criteria uit het landelijk beleidskader gemeentelijke herindeling wordt gehanteerd:

“Het schaalniveau van samenwerking sluit zo optimaal mogelijk aan bij het schaalniveau van de gemeenschap, vraagstukken en ambities. Hierbij moet er oog zijn voor de ruimte die nodig is voor verdere ruimtelijk-economische ontwikkelin- gen rondom economische knooppunten of zones. De vraagstukken in sommige gebieden beperken zich meestal niet tot gemeentegrenzen.

2 Opgenomen in Bijlage 2 ‘Ontwikkelkader samenwerking en herindeling’, behorende bij de brief van GS van 2 juli 2013 (kenmerk 3435880).Grotere bestuurlijke eenheden – met eenheid van aansturing • – zijn soms beter in staat effectieve oplossingen te bieden.

Daarbij kan het gaan om versterking van de stedelijke ontwikkeling en het stedelijk netwerk, de versteviging van de plattelands-ontwikkeling of de samenhang tussen deze aspecten.” •

Daarnaast is de wenselijkheid van de drie varianten geanalyseerd op de impact ervan op personeel, organisatie en financiën.

De beoordeling van de haalbaarheid.

De varianten zijn tevens gewogen op hun haalbaarheid, door deze af te zetten tegen de standpunten van de betrokken gemeenten en de politiek-bestuurlijke verhoudingen binnen het Land van Cuijk.

Overall beeld van de stuurgroep CBA.

De stuurgroep CBA heeft met belangstelling kennisgenomen van voorliggende afweging van herindelingsvarianten. Wij kunnen niet anders dan concluderen dat:

Echter, de variant ‘Land van Cuijk’ beschouwen wij (vooralsnog) als onhaalbaar, gezien de actuele politieke standpunten in de gemeenten Mill en Sint Hubert en Grave.

De CGM-variant kan deels als een wenselijke variant worden gezien.

Qua bestuurskracht en nabijheid van bestuur ontstaat potentieel een sterkere gemeente dan de huidige drie afzonderlijke gemeenten.

• Wij a. meest herindelingsvariant ‘Land van Cuijk’ als wenselijk (blijven) betitelen.

Vanuit de samenhangende en verbindende opgaven, zien wij door krachtenbundeling tussen vijf gemeenten volop kansen voor inwoners, ondernemers en instellingen. Met circa 90.000 inwoners nemen we dan een stevige positie in in de subregio Bra- bant-Noord op provinciale schaal (7e ge- meente van Brabant qua inwoneraantal) en richting het Rijk.

Deze beweging sluit aan bij de verdere op- schaling van andere gemeenten in de regio (en daarbuiten) en zorgt voor tenminste het behouden en zelf het versterken van onze regionale positie.

Deze variant zorgt voor politiek-bestuur- lijke eenheid in het gebied, voor daad- krachtige besluitvorming, voor eenduidig- heid richting de samenleving en biedt volop kansen om kerngericht en in nabij- heid van onze inwoners met een hoge mate van professionaliteit te functioneren. Er ontstaat een helder en vooral aantrekkelijk werkgeverschap in het Land van Cuijk voor ambtenaren, met aantrekkings- kracht op de arbeidsmarkt en met interne ontwikkelperspectieven.

• Echter, op de criteria draagvlak, interne samenhang en regionale samenhang beschouwen wij de CGM- variant als onwenselijk.

• Voor wat betreft de haalbaarheid achten wij de CGM-variant nauwelijks realistisch en bovendien zeer onzeker:

a. De gemeenteraad van Cuijk heeft in meerderheid besloten tot de variant Land van Cuijk en heeft later de CBA-variant onderschreven.

b. De gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert hebben nog geen formeel standpunt ingenomen over de bestuurlijke toekomst van de gemeente.

c. De gemeente Grave laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar zelfstandig blijven versus een CGM-herindeling.

d. De raad van Mill en Sint Hubert heeft de gemeenten Cuijk en Grave opgeroepen om de optie van een bestuurlijke fusie tussen de CGM-gemeenten samen te verkennen.

e. Bovenal lijkt de CGM-variant onhaalbaar, omdat in het geval de CGM-gemeenten deze beweging zouden inzetten, dit op weerstand zal stuiten van de gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis: gemeenten die bij voorkeur een Land van Cuijk-variant beogen en een herindeling tussen hen beiden zeker niet als voorkeur hebben.

f. Vanuit de criteria draagvlak, interne en regionale samenhang en schaalniveau is het mogelijk dat de gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis tot zienswijzen op een CGM- herindeling komen en dat daarmee alsnog een Land van Cuijk-herindeling ontstaat. Een variant waar in Grave en Mill en Sint Hubert tot op heden geen draagvlak voor is.

SAMENVATTING

De CBA-variant heeft dan ook, na de variant Land van Cuijk, onze sterke voorkeur:

a. CBA is de enige variant die voldoet aan de criteria van wenselijkheid én haalbaarheid.

b. Er ontstaat een krachtige gemeente, die vanuit inhoudelijke samenhang goed in staat is op zijn maatschappelijke opgaven te realiseren en met 65.000 inwoners een sterke positie in de regio inneemt.

c. In 2018 is in ieder van deze gemeenten een raadsmeerderheid gevonden voor de CBA-variant.

d. Er is sprake van een ‘coalition of the willing’, zowel op politiek-bestuurlijk niveau als in de samenleving: een herindeling van onderop.

Voorstel: herindelingsproces CBA-variant voortzetten.

De stuurgroep CBA stelt derhalve aan de drie CBA-colleges van B&W voor om het herindelingsproces richting de CBA- variant voort te zetten en om deze lijn aan de drie betreffende raden voor te leggen.

Vanuit dit gezamenlijk CBA-proces zien deze drie gemeenten nog steeds uit naar aansluiting van de gemeenten Grave en/of Mill en Sint Hubert, om samen vorm te geven aan één krachtige gemeente in het Land van Cuijk.

Het resultaat van voorliggende afweging geeft ons (nog meer) vertrouwen om samen verdere uitvoering te geven aan het plan van aanpak ‘Opschalen en verbinden’ voor het opstellen van een herindelingsontwerp.

Waarbij opschalen en afschalen hand in hand gaan. En de deur open staat en tot aan besluitvorming open blijft staan voor aansluiting van de andere gemeenten in het Land van Cuijk.

Ontwikkelingen en opgaven in het Land van Cuijk.

In dit hoofdstuk worden (op hoofdlijnen) de ontwikkelingen die relevant zijn voor het Land van Cuijk en van invloed zijn op de (bestuurlijke) toekomst van de gemeenten geschetst. Ook gaan we in op de belangrijkste opgaven waar de gemeenten (gezamenlijk en individueel) voor staan, zoals op het gebied van wonen, economie en leefbaarheid.

1.1 Landelijke en regionale ontwikkelingen.

De gemeenten in het Land van Cuijk – individueel en als collectief – hebben of krijgen te maken met diverse ontwikkelingen. Landelijk en regionaal, al langere tijd spelend of in de (nabije) toekomst te verwachten. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen beschreven.

Decentralisaties en taakverzwaring.

Als gevolg van de steeds verdergaande decentralisatie van rijksbeleid naar de gemeente als ‘eerste overheid’, hebben gemeenten te maken met een aanzienlijke verzwaring van taken. Na de decentralisaties op het sociaal domein volgt binnenkort de Omgevingswet en op termijn mogelijk de verruiming van het belastinggebied. De druk op gemeentelijke organisaties (bestuurlijk en ambtelijk) neemt hierdoor steeds verder toe.

Rol van de overheid.

In de samenleving wordt steeds meer gezocht naar nieuwe verbanden en gemeenschappen. Ook ontwikkelen gemeenten zich van uitvoerende organisaties (handelend vanuit wet- en regelgeving) naar een ondersteunende en faciliterende partner van hun samenleving. Ze betrekken hun inwoners, ondernemers en organisaties meer actief bij het formuleren en bereiken van doelstellingen. En geven hen de ruimte en stimuleren om zelf initiatieven te ontplooien en een actieve bijdrage te leveren. Burgerparticipatie en overheidsparticipatie zijn steeds nadrukkelijker in beeld.

Digitalisering.

De snelheid waarmee de omgeving verandert, vraagt om wendbare gemeente, die snel kan inspelen op deze veranderende omstandigheden in het samenspel met inwoners, ondernemers, onderwijs en mede overheden. Lokale overheden transformeren verder naar flexibele organisaties. Digitalisering speelt een steeds grotere rol en ICT gaat naar ver- wachting steeds meer tot het primaire proces behoren. Het biedt mogelijkheden in onder andere dienstverlening en beleidsontwikkeling (door gebruik van data-analyses). Tegelijk vraagt het om een andere rolopvatting en andere competenties van politici, bestuurders en ambtenaren en herijking van bestaande werkprocessen.

Economische structuren.

Economische structuren veranderen, onder andere door innovaties, kennisintensivering van de arbeidsmarkt en toenemende beschikbaarheid van informatie. Dat heeft impact op onderwijs en werkgelegenheid. Zo verdwijnen en verschuiven arbeidsplaatsen en ontstaat een risico op toenemende mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

Belang van de regio.

Een groeiend deel van de bevolking woont in steden. Vanuit die lijn wordt (regionaal, provinciaal, landelijk) steeds meer gedacht en gewerkt vanuit de gedachte dat krachtigere netwerken ontstaan van onderscheidende stedelijke regio’s, binnensteden én vitale kernen. Regio’s met een heldere identiteit, waarbij de kracht in de menselijke maat ligt. Het vereist samenwerking en afstemming om de kansen die het biedt te kunnen realiseren, zowel inhoudelijk als financieel.

Complexiteit, horizontalisering en multischaligheid.

Belangrijke maatschappelijke vraagstukken voor gemeenten en sterke regio’s doen zich onder andere voor op het vlak van bereikbaarheid, arbeidsmarkt en energietransitie. Deze vraagstukken zijn (in toenemende mate) complex en gemeentegrens-overschijdend. Ze spelen vaker op een hoger schaalniveau en met betrokkenheid van verschillende partners (inwoners, ondernemers, onderwijs en overheden) dan individuele gemeenten. Samenwerkingsrelaties worden geintensiveerd om aan de doelstellingen te kunnen voldoen. Daarbij is steeds meer sprake van horizontale verbindingen in de keten, waarbinnen de overheid één van de spelers in die keten is. Voor een verticaal ingerichte overheid brengt dat vraagstukken met zich mee ten aanzien van onder an- dere horizontalisering van toezicht en nieuwe vormen van democratie. Daarnaast is het van belang oog te hebben en houden maatwerk en kennis van de lokale situatie. Het vraagt om ‘multischalig’ denken: het verbinden en benutten van opschalen én afschalen.

Bestuurlijke samenwerking in de regio.

Naar aanleiding van het provinciale programma ‘Veerkrachtig Brabant’ – met het verzoek aan gemeenten om na te denken over hun bestuurlijke toekomst – is de nodige beweging ontstaan in Noord-Brabant.

ONTWIKKELINGEN EN OPGAVEN IN HET LAND VAN CUIJK.

Zo is per 1 januari 2017 de gemeente Meierijstad ontstaan uit de samenvoeging van de gemeenten Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode.

De gemeenten Landerd en Uden zijn voornemens om per 1 januari 2022 te herindelen en ook in nabij gelegen gemeenten in andere provincies vinden (evenals elders in het land) ontwikkelingen van schaalvergroting plaats.

1.2 Opgaven in het Land van Cuijk.

In de ‘Verkenning bestuurlijke toekomst Land van Cuijk’ zijn (op basis van een gespreksronde met bestuurders en ambtenaren, documentstudie en consultatie van bewoners, ondernemers en organisaties) op drie terreinen opgaven in beeld gebracht die dominant zijn voor de gemeenten in het Land van Cuijk. Deze zijn hieronder nogmaals samengevat.

Blijvende leefbaarheid van de kernen.

Het is voor de krachtige gemeenschappen in het Land van Cuijk (met vele verenigingen en organisaties, ondernemerschap en initiatief) van belang om de kwaliteit van de leefbaarheid in de kernen te behouden. Daarvoor zijn een gezonde bevolkingssamenstelling, behoud van een bepaald niveau van maatschappelijke voorzieningen en activiteiten en goede balans tussen de stad/grotere dorpen enerzijds en kleinere dorpen anderzijds van belang. Ook zijn investeringen in een passend en duurzaam woningaanbod van belang, evenals in bereikbaarheid en (openbaar) vervoer voor een goede ontsluiting met voorzieningen. Verder vormt het realiseren van een inclusieve samenwerking (zonder uitsluiting van inwoners, bijvoorbeeld door armoede) een opgave.

Een sterke economie.

Het is richting de toekomst nodig om voldoende banen (met name voor jongeren) te creëren. Door toename van werkge- legenheid wordt het aantrekkelijker om in de regio te wo- nen. Ook het sterker positioneren van (en daarmee organi- seren van slagkracht op regionaal en landelijk niveau) in de agrarische sector is van belang. Verder is het Land van Cuijk een toeristisch aantrekkelijk gebied, dat beter benut kan worden. Bovendien kunnen investeringen in een goede infrastructuur, een beter ontwikkelde oost-west as en ICT-verbindingen, een stimulans zijn voor de economie in de regio.

Een krachtige regionale positie.

Om de bovenlokale opgaven in het Land van Cuijk te kunnen realiseren is het van belang dat de vijf gemeenten optreden als één. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om het investeren in verbindingen en het maken van optimale keuzes voor locaties voor voorzieningen (zoals scholen, sportvelden en culturele instellingen) en bedrijventerreinen.

Daarbij vragen ontwikkelingen als de decentralisaties om versterking van de positie van het Land van Cuijk in de regio. Om eigen belan- gen (van de individuele gemeenten en van het Land van Cuijk) regionaal, provinciaal en landelijk krachtig en eenduidig te kunnen behartigen.

En kunnen de gemeenten de kracht van het Land van Cuijk (landschappelijke, sociale en culturele identiteit van het gebied) beter vermarkten, als plek om te wonen, werken, ondernemen en recreëren.

Variant 1: Herindeling vijf gemeenten Land van Cuijk.

In deze variant gaan de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis gezamenlijk op in één nieuwe gemeente in het Land van Cuijk. Met één gemeentebestuur (gemeenteraad en college van B&W) en één ambtelijke organisatie.

2.1 Wenselijk vanuit de inhoud en regionale kracht.

Criteria: bestuurskracht.

• Het samenvoegen van de vijf gemeenten in het Land van Cuijk levert een bestuurlijk krachtige gemeente op, die goed in staat is om (al dan niet in samenwerking met an- dere partners) haar maatschappelijke opgaven te realise- ren. De kracht van het Land van Cuijk kan optimaal door het nieuwe gemeentebestuur worden benut, waarvan in- woners, organisaties en ondernemers maximaal kunnen profiteren.

• De randvoorwaarden om meer politiek-bestuurlijk (ge- meenteraad en college) en ambtelijk vermogen en slag- kracht te organiseren nemen sterk toe. Dit biedt kansen om de inhoudelijke agenda voor het gebied ‘Land van Cuijk’ te realiseren.

• De bestuurlijke drukte in het gebied wordt drastisch ingeperkt. Vijf raden, vijf colleges, drie ambtelijke organisaties, een bestuur werkorganisatie CGM, een regieteam, een coördinatieoverleg van vijf burgemeesters, een overleg tussen vijf gemeentesecretarissen en een veelheid aan portefeuillehouders-overleggen tussen twee, drie, vier of vijf gemeenten verdwijnen. Slechts één gemeenteraad, één college, één gemeentesecretaris en één krachtige ambtelijke organisatie resteren.

• Er ontstaat één sterke ambtelijke organisatie, die beter in staat is om zijn bestuur te adviseren en ondersteunen. Naast een hogere kwaliteit en een sterk toegenomen robuustheid, biedt de organisatie meer perspectief voor huidige en nieuwe collega’s en is een aantrekkelijker werkgever. Daarbij wordt afscheid genomen van een gezamenlijke ambtelijke fusieorganisatie die meerdere autonome besturen moet bedienen.

• Financieel gezien zorgt de herindeling voor een efficiënte (politiek-bestuurlijke en ambtelijke) organisatie en voor een stevige eenmalige uitkering (Arhi-gelden). De vrijkomende middelen kunnen deels worden ingezet voor innovaties en kwaliteitsimpulsen om (versneld) de opgaven in het gebied te realiseren en ambities waar te maken.

Criteria: interne samenhang en nabijheid van bestuur.

De vijf gemeenten in Land van Cuijk vertonen veel over- eenkomsten: demografisch, cultureel en sociaaleconomisch zijn de overeenkomsten groot. Hun maatschappelijke opgaven zijn vergelijkbaar of gezamenlijk. Ook kent het Land van Cuijk een logische samenhang, waarbij het stedelijk en landschappelijk gebied met elkaar in even- wicht zijn. De vijf gemeenten zijn elkaars natuurlijke partner.

• Door opschaling is het van belang om nabij en betrokken te zijn voor inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Daarom is het nodig dat de nieuwe gemeente werk maakt van het op een passende wijze tot verbinding met de kernen komen. Kerngericht werken en kernendemocratie zijn daarvoor instrumenten.

Criteria: regionale samenhang.

• Eén gemeente in Land van Cuijk heeft een passende omvang (circa 90.000 inwoners) in haar omgeving. Een gemeente die ten opzichte van partners in de regio niet te groot of dominant zal zijn, maar invloedrijk en zichtbaar is.

• De gemeente neemt een stevige positie in en is staat haar belangen (regionaal, provinciaal, landelijk) te behartigen, aangezien deze niet langer versnipperd zijn over vijf gemeenten. De nieuwe gemeente is in staat om agenda’s van regionale samenwerkingsverbanden (mede) te bepalen en daar met meer kwaliteit inhoudelijk posities in te nemen. Er treedt een sterke mate van efficiency op doordat niet langer vijf ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers naar regionale overlegvormen hoeven. Door één vertegenwoordiger namens circa 90.000 inwoners in het Land van Cuijk kan op subregionale schaal: Veiligheidsregio, Omgevingsdienst, GGD, etc. een sterke positie worden ingenomen.

• In de regio (en ook daarbuiten) is bij veel gemeenten sprake van opschaling. Eén gemeente in Land van Cuijk sluit aan op die beweging. En zorgt voor regie op de toekomstige positie en inbreng op subregionale schaal.

VARIANT 1: HERINDELING VIJF GEMEENTEN LAND VAN CUIJK.

Daarbij is het van belang op te merken dat opschaling hand in hand dient te gaan met afschaling: het behouden en versterken van de verbinding tussen gemeente en inwoners, ondernemers en instellingen in de kernen.

Impact op personeel en organisatie.

• Door een herindeling van de vijf gemeenten wordt niet alleen één bestuur gevormd, maar worden ook de ambtelijke organisaties van Boxmeer, Sint Anthonis en Werkorganisatie CGM samengevoegd tot één nieuwe ambtelijke organisatie die één college van B&W en één gemeenteraad bedient. Hierdoor ontstaat een krachtige en ro- buuste ambtelijke organisatie, die effectiever kan werken, over meer slagkracht beschikt en beter in staat is om haar bestuur te ondersteunen. Er zijn minder eenpitters. En één ambtelijke organisatie op de schaal van Land van Cuijk (zeker in de huidige krappe arbeidsmarkt en met een sterk groeiende vervangingsvraag) kan meer talent, strategische denkkracht en innovatiekracht aan zich verbinden.

• Een samenvoeging tot één ambtelijke organisatie Land van Cuijk betekent het bouwen van één nieuwe ambtelijke organisatie vanuit drie bestaande ambtelijke organisaties. Er is geen sprake van in of uittreding uit Werkorganisatie CGM, deze gemeenschappelijke regeling komt van rechtswege te vervallen.

Impact op financiën.

• Het Rijk keert bij een herindeling een zogenoemde Arhi- bijdrage uit ter vergoeding van kosten voor de herindeling. Deze bijdrage bestaat uit een vaste voet per deelnemende gemeente plus een vergoeding per inwoner. De verwachting is dat deze vergoeding in het geval van een herindeling Land van Cuijk ongeveer EUR 22 miljoen zal bedragen. Aangenomen mag worden dat deze ruim toe- reikend zal zijn voor het vormgeven van de herindeling, mede omdat in deze variant de frictielasten in personele- en materiële zin overzichtelijk kunnen blijven.

• Door een herindeling wijzigt de vaste voet van de uitkering uit het Gemeentefonds aan een nieuwe gemeente ten opzichte van de optelsom van de huidige gemeenten. Dit geeft een licht structureel financieel nadeel.

3 Wet algemene regels herindeling (wet arhi), artikel 41, lid 1: Gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend wordt deelgenomen door gemeenten waarvan het gebied in zijn geheel tot een en dezelfde gemeente komt te behoren, vervallen met ingang van de datum van herindeling.

• De bestuurskosten nemen sterk af aangezien er in plaats van vijf gemeentebesturen (raden en colleges) nog maar één gemeentebestuur resteert.

• De herindeling heeft gevolgen voor de lokale lasten, die geharmoniseerd dienen te worden. Het is aan het nieuwe gemeentebestuur om de keuze te maken over de hoogte van de lokale lasten. In de praktijk zien we bijvoorbeeld dat gekozen wordt voor het gelijk houden van de totale inkomsten, het hanteren van het gemiddelde belastingtarief of van het laagste belastingtarief. In een uit te voeren begrotingsscan kunnen de potentiële effecten voor ge- meente en inwoners inzichtelijk worden gemaakt van deze opties.

2.2 Momenteel onhaalbaar

Standpunt Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis

• De gemeenteraden van Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis hebben op 20 september 2017 besloten te willen komen tot één gemeente Land van Cuijk. De drie CBA-gemeenten hebben nog altijd de voorkeur voor één Land van Cuijk en zouden het liefst samen met de gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert het ingezette herindelingsproces vervolgen.

Standpunt Grave

• De gemeenteraad van Grave nam op 20 september 2017 in eerste instantie een amendement aan waarin werd gekozen voor een andere scenario (‘Stip aan de horizon’) uit het rapport van Berenschot, maar wees vervolgens het gewijzigde ontwerpbesluit af.

• Op 18 september 2018 heeft de raad van Grave besloten dat er in de huidige raadsperiode (2018-2022) een besluit genomen moet worden over de bestuurlijke toekomst. Om te komen tot een besluit is het college gevraagd om (uiterlijk 1 april 2019) een rapport op te stellen over wat de consequenties zijn van zelfstandig blijven en een herndeling van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert.

Daarbij heeft de gemeenteraad van Grave laten weten dat de optie van het Land van Cuijk daarbij geen optie is, en de raad in deze periode geen enkel voorstel zal steunen dat kan of zal leiden tot de vorming van één Land van Cuijk.

Burgemeester en wethouders van die gemeente treffen in verband hiermee de nodige voorzieningen.

4) Brief van Gemeenteraad van Grave (d.d. 20 september 2018). Onderwerp: Verzoek reactie gemeenteraad over besluit gemeente Grave over bestuur- lijke toekomst.

VARIANT 1: HERINDELING VIJF GEMEENTEN LAND VAN CUIJK.

Standpunt Mill en Sint Hubert.

• De gemeenteraad van Mill en Sint Hubert heeft op 20 september 2017 het voorgestelde ontwerpbesluit om tot één gemeente in het Land van Cuijk te komen afgewezen.

• In een reactie op het besluit van de gemeenteraad van Grave over het uit te voeren onderzoek (september 2018), heeft de raad van Mill en Sint Hubert in oktober 2018 aangegeven dat, hoewel de fracties in de raad niet unaniem zijn, een meerderheid van de raad nog steeds achter het besluit staat om één Land van Cuijk af te wijzen. Daarbij heeft de gemeenteraad van Mill en Sint Hubert de gemeenten Cuijk en Grave opgeroepen om de optie van een fusie tussen de CGM-gemeenten samen te verkennen.

Politiek-bestuurlijke verhoudingen.

• In 2011 spraken de vijf gemeenten in het Land van Cuijk zich in het Graafs Manifest uit om samen te werken en als partners op te trekken. In de daarop volgende jaren zijn er belangrijke stappen gezet. Zo is er een regieteam actief, zijn een strategische visie en uitvoeringsagenda op- gesteld en zijn er 12 gemeenschappelijke projecten gevoerd.

• Het lukt echter onvoldoende om tot overeenstemming te komen om de samenwerking optimaal en krachtig te laten verlopen.

Zo werd in de verkenning van Berenschot ‘Een ongekende bestemming?’ opgetekend dat de vijf gemeenten politiek en bestuurlijk in de samenwerking tot nu toe niet overtuigend hebben aangetoond dat zij “met energie, vertrouwen en slagkracht de handen ineen slaan. […] De samen werking voelt traag en moeizaam met te weinig lol en plezier tussen bestuurders in het samen optrekken.”

6)

• De politiek-bestuurlijke verhoudingen zijn – nadat de vijf raden in september 2017 niet eensluidend besloten over hun bestuurlijke toekomst en Cuijk, Boxmeer en Sint An- thonis in 2018 (ten minste met de CBA-gemeenten) een herindelingsproces opstartten – onder druk komen te staan.

2.3 Wenselijk, maar (vooralsnog) onhaalbaar.

• Een herindeling van de vijf gemeenten tot één gemeente in het Land van Cuijk voldoet aan de criteria van wenselijkheid. Er ontstaat een krachtige nieuwe gemeente, met een sterk toegenomen bestuurskracht, die – vanuit een logische onderlinge samenhang – haar maatschappelijke opgaven kan realiseren een invloedrijke positie in de re- gio inneemt.

• Echter, voor een vrijwillige herindeling tot één gemeente in Land van Cuijk is steun van elk van de vijf betrokken gemeenten noodzakelijk. Op dit moment geldt dat dat voor slechts drie van de vijf het geval is. Deze variant is om die reden nu niet haalbaar.

5)Brief van Gemeenteraad van Mill en Sint Hubert (d.d. 4 oktober 2018 2018).

6) Onderwerp: Reactie op besluit gemeenteraad Grave over bestuur- lijke toekomst.

6 Een ongekende bestemming? Verkenning best passende duurzame vorm van verregaande samenwerking, Bureau Berenschot, 2017, p. 106.

11Variant 2: Herindeling Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis

In deze variant gaan de gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis op in één nieuwe gemeente. De gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert blijven zelfstandig. Er ontstaan hierdoor drie gemeenten in het Land van Cuijk.

3.1 Overwegend als wenselijk te betitelen.

Criteria: bestuurskracht

• De herindeling van de gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis levert een bestuurlijke krachtig gemeente op, Die goed in staat is om (al dan niet in samenwerking met andere partners, waaronder de gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert) maatschappelijke opgaven te realiseren. Er ontstaat onder andere meer politiek-bestuurlijke (ge- meenteraad en college) slagkracht, aangezien vanuit één in plaats vanuit drie gemeenten belangen worden behar- tigd.

• De bestuurlijke drukte in het gebied wordt deels ingeperkt. Hoewel er onder andere drie raden, drie colleges en diverse portefeuillehouders-overleggen verdwijnen, zijn er nog twee andere gemeenten in het gebied. De po- tentie om de bestuurlijke drukte drastisch in te perken wordt met deze variant niet benut.

• Er ontstaat een sterke ambtelijke organisatie7, die beter in staat is om zijn bestuur te adviseren en ondersteunen. Naast een hogere kwaliteit en een sterk toegenomen ro- buustheid, biedt de organisatie meer perspectief voor huidige en nieuwe collega’s en is daardoor een aantrekke- lijker werkgever.

• De CBA-gemeente neemt een sterkere positie in de regio. Echter, aangezien Grave en Mill en Sint Hubert niet deelnemen in de herindeling, zijn er (vooralsnog) nog drie gemeenten in het Land van Cuijk. Hierdoor kan de kracht van Land van Cuijk niet optimaal worden benut.

• Financieel gezien zorgt de herindeling voor een efficiënte (bestuurlijke en ambtelijke) organisatie, hoewel minder dan het geval kan zijn bij één Land van Cuijk. Ook in dit geval kunnen besparingen worden ingezet voor een (ver- dere) versterking van de kwaliteit, om opgaven te realise- ren en ambities waar te maken.

7 De positionering van de ambtelijke organisatie wordt nader uitwerkt in stap 2b.

Er zijn drie opties:

1. Samenvoeging tot één ambtelijke organisatie Land van Cuijk

2. Samenvoeging tot één ambtelijke organisatie CBA-gemeente (die taken uitvoert voor de gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert)

Criteria: interne samenhang en nabijheid van bestuur.

• De CBA-gemeenten zijn demografisch, geografisch, cultureel en sociaaleconomisch, natuurlijke partners. De ge- meenten hebben een gelijksoortig inhoudelijk profiel en staan voor vergelijkbare maatschappelijke opgaven. Ze kunnen elkaar daardoor versterken, bijvoorbeeld op het vlak van werkgelegenheid, woningbouw, voorzieningen en bereikbaarheid en samen aantrekkelijker te zijn voor werknemers en bedrijven.

• Door opschaling is het van belang om nabij en betrokken te zijn voor inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Daarom is het nodig dat de nieuwe ge- meente werk maakt van het op een passende wijze tot verbinding met de kernen komen. Kerngericht werken en kernendemocratie zijn daarvoor instrumenten.

Criteria: regionale samenhang.

• Een herindeling van de gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis leidt tot een gemeente van een passende om- vang (ca. 65.000 inwoners) in haar omgeving. Een ge- meente die ten opzichte van partners in de regio niet groot of dominant is, maar wel invloed heeft en zichtbaar is.

• De gemeente neemt een stevige positie in en is in staat haar belangen (regionaal, provinciaal en landelijk) te be- hartigen, aangezien de belangen minder versnipperd zijn. De nieuwe gemeente is beter in staat om agenda’s van regionale samenwerkingsverbanden (mede) te bepalen en daar meer posities in te nemen. Toch is in deze variant op Land van Cuijk-niveau nog sprake van fragmentatie van belangen, immers zijn er nog twee andere gemeen- ten in het gebied. Daardoor wordt de potentie van Land van Cuijk (ook in regionaal verband) niet optimaal benut.

Opbouwen eigen ambtelijke organisatie CBA-gemeente (met uittreding van de gemeente Cuijk uit Werkorganisatie CGM)

VARIANT 2: HERINDELING CUIJK, BOXMEER EN SINT ANTHONIS.

In de regio (en ook daarbuiten) is bij veel gemeenten sprake van opschaling. Een herindeling van Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis sluit aan op die beweging.

• De nieuwe gemeente is in beperkte mate duurzaam: na de vorming van de CBA-gemeente ‘resteren’ nog twee andere gemeenten in Land van Cuijk, die mogelijk op termijn bestuurskrachtversterking nodig hebben.

Criteria: draagvlak.

• Politiek gezien kan een herindeling van de drie gemeenten op draagvlak rekenen in de gemeenteraden. Tevens is er bestuurlijk gezien veel steun voor een herindeling van de gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis. Na de besluitvorming op 20 september 2017 (waarin de CBA-ge- meenten besloten één gemeente Land van Cuijk te willen vormen), willen de drie besturen nu doorpakken.

• De CBA-raden gaven in het voorjaar van 2018 hun colleges de opdracht om een plan van aanpak voor de herin- deling van Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis op te stellen. Vervolgens is het plan van aanpak ‘Opschalen en verbinden’ in december 2018 door de raden vastgesteld. Uitgangspunt daarin is dat de andere gemeenten in het Land van Cuijk zo lang mogelijk op het herindelingsproces kunnen aansluiten. De wens van de CBA-gemeenten is im-mers nog altijd om samen (met de vijf gemeenten in het Land van Cuijk) één nieuwe gemeente te vormen.

• Voor (maatschappelijke) organisaties en ondernemers zijn een krachtig bestuur en organisatie van belang, waarbij niet meer vanuit lokale belangen wordt gedacht. Veel opgaven – onder andere op het vlak van arbeidsmarkt, milieu en mobiliteit – doen zich voor op (minimaal) de schaal van Land van Cuijk en kennen geen gemeentegrenzen. Eén CBA-gemeente is beter dan de huidige gemeenten in staat deze te realiseren, hoewel de sprong minder groot is dan bij één Land van Cuijk. Aangezien door de herindeling van Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis een krachtigere gemeente ontstaat, die organisaties en ondernemers beter kan faciliteren, is de verwachting dat deze variant op steun (hoewel niet zoveel als één Land van Cuijk) kan rekenen.

• Inwoners identificeren zich over het algemeen vooral met hun directe omgeving (gemeenschap, kern of wijk) en veel minder met een door gemeentegrenzen bepaald gebied.

Indien de gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert enige tijd na de herindeling van de CBA-gemeenten als nog tot een herindeling tot één Land van Cuijk..

Met name in de twee grotere gemeenten (Cuijk en Boxmeer) is er de behoefte aan een einde van de herindelingsdiscussie.

• De provincie Noord-Brabant is voorstander van één gemeende Land van Cuijk, met een passende vorm van kernen- en dorpendemocratie. Daarbij wordt een herindeling van de CBA-gemeenten door de provincie als goede tussenstap gezien. De provincie heeft aangegeven waardering te hebben voor de drie gemeenten in het vervolgen van de uitgezette koers naar een herindeling. Ook bieden zij hun hulp aan waar nodig.

Criteria: schaalniveau.

• De gemeenten Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis vormen een samenhangend gebied, hoewel deze samenhang nog in veel grotere mate op de schaal van Land van Cuijk aanwezig is. Als één CBA-gemeente kunnen zij de opgaven die op hen afkomen beter het hoofd bieden en op krachtigere wijze vraagstukken, bijvoorbeeld rondom toerisme en duurzaamheid, aangaan.

Impact op personeel en organisatie.

• Een herindeling tot één CBA-gemeente heeft gevolgen voor de positionering van de ambtelijke organisatie van de nieuwe gemeente in relatie tot Werkorganisatie CGM, wat vraagt om een (bestuurlijke) keuze

• Daarbij is het uitgangspunt van de CBA-gemeenten – zo- als ook is geformuleerd in ‘Opschalen en verbinden’ – om medewerkers in het Land van Cuijk voor het Land van Cuijk te behouden: er wordt zorgvuldig omgegaan met Werkorganisatie CGM.

• Ongeacht de keuze is in deze variant sprake van enige complexiteit: ófwel voert één ambtelijke organisatie taken uit voor drie gemeentebesturen (CBA, Grave en Mill en Sint Hubert), ófwel dient ontvlechting van de gemeente Cuijk uit Werkorganisatie CGM plaats te vinden.

Impact op financiën.

•Het Rijk keert bij een herindeling een zogenoemde Arhi bijdrage uit ter vergoeding van kosten voor de herindeling. Deze bijdrage bestaat uit een vaste voet per deelne- mende gemeente plus een vergoeding per inwoner. De verwachting is dat deze vergoeding aan Cuijk, Boxmeer en Sint Anthonis ongeveer EUR 12 miljoen zal bedragen.

VARIANT 3: HERINDELING CUIJK, GRAVE EN MILL EN SINT HUBERT.

Cuijk besluiten, komt de Arhi-bijdrage van circa EUR 10 miljoen (voor het overgrote deel) ten goede aan de nieuwe gemeente Land van Cuijk.

In deze variant gaan de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert op in één nieuwe gemeente. De gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis blijven zelfstandig. Er ontstaan hierdoor drie gemeenten in het Land van Cuijk.

4.1 Gematigd als wenselijk te betitelen.

Criteria: bestuurskracht.

• Het samenvoegen van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert levert een bestuurlijk krachtigere gemeente op, die in staat is om (al dan niet in samenwer- king met andere partners, waaronder Boxmeer en Sint Anthonis) maatschappelijke opgaven te realiseren. Er ontstaat onder andere meer bestuurlijke (gemeenteraad en college) slagkracht, aangezien vanuit één in plaats van drie gemeenten belangen worden behartigd.

• De bestuurlijke drukte in het gebied wordt deels ingeperkt. Drie raden, drie colleges, een bestuur werkorganisatie CGM en diverse portefeuillehouders-overleggen verdwijnen. Toch is in deze variant op Land van Cuijk-niveau nog sprake van bestuurlijke drukte. Immers, er zijn nog twee andere gemeenten in het gebied. De potentie om de bestuurlijke drukte sterk in te perken wordt met deze variant niet benut.

• De medewerkers van werkorganisatie CGM werken niet langer voor drie, maar slechts voor één gemeentebestuur. De ambtelijke organisatie wordt daardoor krachtiger en is beter staat om te adviseren en te ondersteunen. De kwaliteit en robuustheid van de organisatie kunnen verder toenemen.

• De CGM-gemeente neemt een sterkere positie in de regio. Echter, aangezien Boxmeer en Sint Anthonis niet deelnemen in de herindeling, zijn er nog drie gemeenten in het Land van Cuijk. Hierdoor kan de kracht van Land van Cuijk niet optimaal worden benut.

• Financieel gezien zorgt de herindeling voor een efficiënte (bestuurlijke en ambtelijke) organisatie, hoewel minder dan het geval kan zijn bij één Land van Cuijk. Ook in dit geval kunnen besparingen worden ingezet voor een (ver- dere) versterking van de kwaliteit, om opgaven te realise- ren en ambities waar te maken.

Criteria: interne samenhang en nabijheid van bestuur.

• De CGM-gemeenten zijn demografisch, geografisch, cultureel en sociaaleconomisch, natuurlijke partners. Dat geldt ook voor de gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis, die hebben aangegeven graag tot een herindeling met de CGM-gemeenten te komen. De gemeenten staan alle vijf voor vergelijkbare maatschappelijke opgaven.

• De CGM-gemeenten hebben gezamenlijk reeds één ambtelijke organisatie: Werkorganisatie CGM.

• Door opschaling is het van belang om nabij en betrokken te zijn voor inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Daarom is het nodig dat de nieuwe gemeente werk maakt van het op een passende wijze tot verbinding met de kernen komen. Kerngericht werken en kernendemocratie zijn daarvoor instrumenten.

Criteria: regionale samenhang.

• Een herindeling van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert leidt tot een gemeente van een gemiddelde omvang (ca. 48.000 inwoners) in haar omgeving. Een gemeente die ten opzichte van partners in de regio meer invloed kan uitoefenen en zichtbaar is.

• De gemeente neemt een betere positie in en kan haar belangen goed (regionaal, provinciaal) te behartigen. Echter is de schaalsprong in deze variant nog relatief beperkt en is op het niveau van het Land van Cuijk nog steeds sprake van fragmentatie van belangen aangezien er nog twee andere gemeenten zijn. Daardoor wordt de potentie van Land van Cuijk (ook in regionaal verband) niet optimaal benut.

• In de regio (en ook daarbuiten) is bij veel gemeenten sprake van opschaling. Een herindeling van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert sluit aan op die beweging.

VARIANT 3: HERINDELING CUIJK, GRAVE EN MILL EN SINT HUBERT.

De nieuwe gemeente is in beperkte mate duurzaam: bij de vorming van de CGM-gemeente ‘resteren’ nog twee andere gemeenten in Land van Cuijk, namelijk Boxmeer en Sint Anthonis. Deze gemeenten hebben de nadrukkelijke wens om samen met de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert een nieuwe gemeente Land van Cuijk te vormen. Het is de vraag of daar aan voorbij gegaan wordt of kan worden, niet alleen door de colleges en raden van de CGM-gemeenten, maar ook door de provincie en het Rijk in hun beoordeling van de herindeling.

Criteria: draagvlak.

• Politiek en bestuurlijk gezien heeft gemeente Cuijk de steun uitgesproken voor één CBA-gemeente. In december 2018 heeft de gemeenteraad daartoe een plan van aanpak vastgesteld. Voor de gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert is er een grote mate van onzekerheid over het draagvlak voor deze variant.

De gemeenteraad van De gemeente Grave laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar van zelfstandig blijven en een herindeling CGM. De raad van Mill en Sint Hubert heeft de gemeenten Cuijk en Grave opgeroepen om de optie van een bestuurlijke fusie tussen de CGM-gemeenten samen te verkennen. Geen van de drie gemeenten heeft zich op dit moment uitgesproken voor een herindeling tot één CGM-gemeente.

• Voor (maatschappelijke) organisaties en ondernemers zijn een krachtig bestuur en organisatie van belang, waarbij niet meer vanuit lokale belangen wordt gedacht. Veel opgaven – onder andere op het vlak van arbeidsmarkt, miieu en mobiliteit – doen zich voor op (minimaal) de schaal van Land van Cuijk en kennen geen gemeentegrenzen. Eén CGM-gemeente is beter dan de huidige gemeenten in staat deze te realiseren (hoewel de sprong minder groot is dan bij één Land van Cuijk). Aangezien door de herindeling van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert een wat sterker bestuur en organisatie ontstaat, die organisa- ties en ondernemers beter kan faciliteren, is de verwachting dat deze variant op steun (hoewel niet zoveel als één Land van Cuijk) kan rekenen.

• Inwoners identificeren zich over het algemeen vooral met hun directe omgeving (gemeenschap, kern of wijk) en veel minder met een door gemeentegrenzen bepaald ge- bied. Met name in de grotere gemeente (Cuijk) is er de behoefte aan een einde van de herindelingsdiscussie.

• De provincie Noord-Brabant is voorstander van één gemeente Land van Cuijk, met een passende vorm van kernen- en dorpendemocratie. Het draagvlak van de provincie voor een CGM-gemeente is beperkt.

Criteria: schaalniveau

• De gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert vormen een relatief samenhangend gebied, hoewel deze samenhang nog in veel grotere mate op de schaal van Land van Cuijk aanwezig is.

Impact op personeel en organisatie.

• Door een herindeling tot één CGM-gemeente hoeft geen reorganisatie plaats te vinden. Immers zijn de ambtelijke organisaties van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert al samengevoegd in Werkorganisatie CGM.

• Doordat nog slechts voor één bestuur gewerkt wordt, ontstaat er ruimte voor een kwaliteitsverbetering, bij- voorbeeld door nieuwe functies of meer formatie in huis te halen. Dat biedt meer perspectief voor (huidige en po- tentiele) medewerkers.

Impact op financiën.

• Het Rijk keert bij een herindeling een zogenoemde Arhi- bijdrage uit ter vergoeding van kosten voor de herindeling. Deze bijdrage bestaat uit een vaste voet per deelne- mende gemeente plus een vergoeding per inwoner. De verwachting is dat deze vergoeding in het geval van een herindeling van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert ongeveer EUR 10,5 miljoen zal bedragen. Aangenomen mag worden dat deze ruim toereikend zal zijn voor het vormgeven van de herindeling, mede omdat in deze variant de frictielasten in personele- en materiële zin overzichtelijk kunnen blijven.

• Door een herindeling wijzigt de vaste voet van de uitkering uit het Gemeentefonds aan een nieuwe gemeente ten opzichte van de optelsom van de huidige gemeenten. Dit geeft een licht structureel financieel nadeel.

• De bestuurskosten nemen af aangezien er in plaats van drie gemeentebesturen (raden en colleges) nog maar één gemeentebestuur resteert.

• Bij een herindeling tot CGM-gemeente is geen sprake van frictiekosten als gevolg van wijzigingen in samenwerking van Werkorganisatie CGM.

• Een herindeling tot één CGM-gemeente zorgt niet direct voor kostenbesparingen. Wel kan voor dezelfde prijs meer kwaliteit worden geleverd.Zo kan er winst worden behaald door een efficiëntere or- ganisatie van voorzieningen en diensten, waarvan de be- sparingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van de ambtelijke organisatie te versterken en een aantal inhoudelijk ambities te verstevigen.

4.2 Grote onzekerheid over haalbaarheid.

Standpunt Cuijk

• De gemeente Cuijk heeft besloten een herindelingsproces met Boxmeer en Sint Anthonis op te starten, waarbij de gemeenten Grave en Mill en Sint Hubert zo lang als mogelijk kunnen aansluiten.

• Onderdeel van het herindelingsproces van de CBA-ge- meenten is een analyse van de herindelingspartners, op basis waarvan de raad van Cuijk het standpunt over een CGM-herindeling (mede) bepaalt.

Standpunten Boxmeer en Sint Anthonis.

• Boxmeer en Sint Anthonis hebben uitgesproken tot een herindeling te willen komen, ten minste met Cuijk en het liefst ook met Grave en Mill en Sint Hubert. Zij zijn dan ook zeker geen voorstander van deze variant.

• Indien de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert besluiten één gemeente te willen vormen, is het mogelijk dat – vanuit de criteria draagvlak, interne en regionale samenhang en schaalniveau – Boxmeer en Sint Anthonis tot zienswijzen op de CGM-herindeling komen.

• Deze variant is bovendien minder haalbaar gezien de kans dat – wanneer de raden van de CGM-gemeenten besluiten Boxmeer en Sint Anthonis niet te laten aansluiten – de provincie en het Rijk het onverantwoord en onwenselijk vinden om deze gemeenten buiten te sluiten en hen alsnog betrekken in het herindelingsproces.

Standpunt Grave.

• Op 18 september 2018 heeft de raad van Grave besloten dat er in de huidige raadsperiode (2018-2022) een besluit genomen moet worden over de bestuurlijke toekomst. Om te komen tot een besluit is het college gevraagd om (uiterlijk 1 april 2019) een rapport op te stellen over wat de gevolgen zijn van zelfstandig blijven en een herindeling van de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert.

• In een reactie op het besluit van de gemeenteraad van Grave, heeft de raad van Mill en Sint Hubert aangegeven dat, hoewel de fracties in de raad niet unaniem zijn, een meerderheid van de raad nog steeds achter het besluit staat om één Land van Cuijk af te wijzen. Daarbij heeft de gemeenteraad van Mill en Sint Hubert de gemeenten Cuijk en Grave opgeroepen om de optie van een fusie tussen de CGM-gemeenten samen te verkennen.

Politiek-bestuurlijke verhoudingen.

• De gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert zijn aan elkaar verbonden via de Werkorganisatie CGM. De onderlinge verhoudingen staan onder druk, met name nadat de gemeente Cuijk besloot om een herindelingsproces op te starten met Boxmeer en Sint Anthonis.

4.3 Risicovolle beweging richting beoogd resultaat.

Een herindeling van Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert tot één CGM-gemeente voldoet – zij het in mindere mate dan een herindeling op de schaal van Land van Cuijk en CBA-gemeente – aan een aantal criteria van wenselijkheid. Er ontstaat er een nieuwe gemeente die beter in staat is om zijn maatschappelijke opgaven te realiseren en een sterkere positie in de regio inneemt.

• Echter voldoet deze variant in veel mindere mate aan de criteria draagvlak en regionale samenhang en is de haalbaarheid beperkt: De gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis, die graag met de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert tot herindeling willen komen, worden ‘buiten- spel’ gezet. Het is mogelijk dat deze gemeenten op de genoemde criteria tot zienswijzen op een CGM-herindeling komen en daarmee alsnog een Land van Cuijk-herindeling ontstaat.

Een variant waar in Grave en Mill en Sint Hubert tot op heden geen draagvlak voor is. Bovendien kunnen de provincie en het Rijk deze variant als onwenselijk beschouwen en daarom alsnog besluiten de gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis te betrekken in het herindelingsproces.

• Tot op heden heeft geen van de drie CGM-gemeenten besloten een proces tot herindelen conform deze variant in te zetten.

Bovendien is het zeer de vraag óf en op welke termijn dat voor alle drie de betrokken gemeenten wel zou kunnen gebeuren. Het zorgt voor aanzienlijke onzekerheid of het beoogde resultaat binnen afzienbare tijd daadwerkelijk bereikt wordt of kan worden. En dat maakt het een risicovolle beweging richting de toekomst.