De gevolgen van maatschappelijke druk naar uniforme voorzieningen, rechterlijke uitspraken en inperkingen door het rijk op de gemeentelijke beleidsvrijheid in het sociaal domein moeten worden meegenomen bij de herijking van het gemeentefonds. Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in zijn donderdag verschenen advies over herijking van het gemeentefonds. Zij moet in 2021 haar beslag krijgen.

Bemoeien

Het uitgangspunt van het nu gehanteerde verdeelmodel is dat gemeenten gelijkwaardige voorzieningen moeten kunnen realiseren. Voor maatschappelijke ondersteuning, (jeugd)zorg en (arbeids)participatie is het ‘wellicht meer passend’ om een gelijk voorzieningenniveau als uitgangspunt te hanteren, oppert de ROB. Dat heeft uiteindelijk gevolgen voor de manier waarop het geld via het gemeentefonds wordt verdeeld en voor de bekostiging van de gedecentraliseerde taken. Als het rijk zich bovendien blijft bemoeien met de uitvoering van de gedecentraliseerde taken door gemeenten, en gemeenten geen lokale keuzes durven of kunnen maken, moeten de rijksbudgetten voor de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet niet via de algemene uitkering in het gemeentefonds bij gemeenten terecht komen. De overdracht naar de algemene uitkering moet in dat geval worden heroverwogen, vindt de ROB.

Meerjarige zekerheid

Gezien de grote onzekerheden in de kostenontwikkeling in het sociaal domein, en de behoefte van gemeenten aan zekerheid, moet een deel van het gemeentefonds worden losgekoppeld van de zogeheten trap-op-trap-af systematiek, adviseert de Raad verder. Als het rijk minder uitgeeft dan begroot, wordt het gemeentefonds naar beneden bijgesteld en vice versa. ‘Gelet op het feit dat een groot deel van de gemeentelijke uitgaven worden bepaald door het sociaal domein zou dat kunnen leiden tot een neerwaartse dienstverlening aan burgers. Begrotingen van gemeenten met name op het sociaal domein zijn gebaat bij stabiele inkomstenstroom en meerjarige zekerheid.’ Het gemeentefonds zou in een procyclisch en een anticyclisch deel kunnen worden gesplitst, oppert de Raad. Ook kan worden gedacht aan deel dat wel meebeweegt met de rijksuitgaven, en een ander deel dat wordt geïndexeerd.