80 procent van de Nederlanders is zich er niet van bewust dat de Europese Unie met allerlei fondsen steden en regio’s steunt. Dat blijkt uit de deze week gepresenteerde Eurobarometer.

Of het nu gaat om EFRO-subsidies, waaruit Nederland de afgelopen jaren een half miljard euro haalde, of het Europees Sociaal Fonds (ESF) voor kwetsbaren op de arbeidsmark – sinds 2014 goed voor 507 miljoen euro: acht op de tien Nederlanders hebben er geen enkele notie van. Daarmee is Nederland voor Denemarken en het Verenigd Koninkrijk de hekkensluiter binnen de Europese Unie.

Positief effect

Opmerkelijk is dat 81 procent van de Europeanen gelooft dat EU-projecten een positief effect hebben op hun leven. Maar slechts 40 procent is zich bewust van die projecten en in Nederland ligt dat dus nog veel lager: 19 procent is zich er van bewust. Tegelijk denkt in Nederland 81 procent van de bevolking dat Europees geld een positief effect heeft.

Het best zijn de Polen op de hoogte, daar kent 82 procent de Europese regiofondsen wel. Zij worden gevolgd door de Slowaken (77 procent) en de Tsjechen (75 procent).

Gevraagd waar Brussels geld naar toe zou moeten, zien Nederlanders blijkens hetzelfde onderzoek Europese fondsen het liefst gericht op regio’s met veel werkloosheid, achtergestelde stedelijke gebieden en afgelegen plattelandsgemeenten. Negen op tien Nederlanders vindt dat onderwijs, zorg en sociale infrastructuur er van moeten profiteren, 87 procent wijst op het milieu en 79 procent op hernieuwbare energie.