Knelpunten

Dat stelt een viertal samenwerkende jeugdbranches waaronder Jeugdzorg Nederland en GGZ Nederland in een gezamenlijke brief aan de vaste Kamercommissie van VWS. Zij debatteert maandag over de begroting jeugd. Niet alleen de jeugdbeschermingsketen – die de ministers nu regionaal en bovenregionaal wil organiseren – kent grote knelpunten. Ook in de jeugdhulp die wat de ministers betreft onder verantwoordelijkheid van individuele gemeenten blijft, zoals opvoedondersteuning en de jeugd-ggz, zijn problemen. Gemeentelijke tekorten en bezuinigingen, te lage tarieven, hoge administratieve lasten, regio’s die uit elkaar vallen of niet goed met elkaar samenwerken, de hoge werkdruk en vacatures die steeds moeilijker ingevuld kunnen worden, spelen de jeugdhulp parten, zo schrijven de jeugdbranches.

Urgent probleem

De signalen van de Inspecties voor de Gezondheidszorg en Jeugd en voor Justitie en Veiligheid en de brief van minister De Jonge en Dekker maken ‘glashelder dat er een urgent probleem is’, aldus de jeugdbranches in hun brief. De branches stellen dat betere (en afdwingbare) afspraken over regionale en bovenregionale samenwerking noodzakelijk zijn. ‘De continuïteit van cruciale jeugdhulp wordt zo beter geborgd en deels hersteld.’ Maar daarvoor is structureel extra geld nodig. ‘Bij de erkenning van de ongelukkige samenloop van bezuinigingen en decentralisatie hoort boter bij de vis.’ Om de opgelopen achterstand te herstellen, volstaat de miljard euro niet die het kabinet met de Voorjaarsnota voor gemeenten heeft vrijgemaakt. Er zijn langjarige afspraken nodig om te kunnen investeren in personeel en daar horen structurele middelen bij evenals indexatie voor loon- en prijsontwikkeling.

Zorgen over tijdpad

De branches hebben zorgen over het tijdpad van de voorstelde stelselaanpassingen. Die kosten tijd terwijl er sprake is van een urgente situatie. Tussentijdse maatregelen zijn nodig, zoals regionaal maatwerk, een goed gepositioneerde, onafhankelijke Jeugdautoriteit, landelijke afspraken over indexering van tarieven en extra structureel geld. De branches willen – vooruitlopend op de wetswijzigingen – een convenant met gemeenten en het rijk sluiten met afspraken ‘om alvast in de geest van de nieuwe stelselordening te gaan werken’.

Te lange keten

De branches dringen er in hun brief op aan duidelijk te maken welke vorm van jeugdhulp op welk schaalniveau (lokaal, regionaal, bovenregionaal, landelijk) thuishoort. Ook moet bij de stelselherziening worden gekeken naar de samenhang van aanpalende wetgeving, zoals de Wet langdurige zorg (Wlz), Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet zorg en dwang. Er zou daarnaast een onderzoek moeten komen of de taken van Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdbeschermingsorganisaties veel meer of volledig geïntegreerd kunnen worden. ‘Jeugdbescherming is nu een te lange keten, waardoor kinderen te lang op hulp moeten wachten’, aldus de branches in hun brief.