Binnen twee jaar moeten gemeenten, per wijk, bekendmaken hoe huizen gasloos kunnen worden. Zelf zien ze nog veel onzekerheden bij deze opdracht uit het Klimaatakkoord.

Gemeenten kunnen hun inwoners nog niet vertellen hoe hun woningen aardgasvrij worden. Ze missen daar de expertise en de mankracht voor. Terwijl inwoners volop vragen hebben, kampen gemeenten met hun eigen onzekerheden. Dat stellen bestuurders van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vandaag in

Dit kan de haalbaarheid van het Klimaatakkoord belemmeren. Dat akkoord, deze zomer door het kabinet gepresenteerd, geeft gemeenten nadrukkelijk de regierol. Uiterlijk 2021 moeten alle 355 gemeenten voor elke woonwijk grofweg bekendmaken hoe en wanneer die gasloos wordt. Dat moet resulteren in 1,5 miljoen gasloze huizen in 2030, en 7 miljoen in 2050.

‘Er komt niet voor elke wijk een uitgewerkt plan’

“De gemeenten kijken door de oogharen”, zegt VNG-bestuurder Lot van Hooijdonk, wethouder duurzaamheid in Utrecht. Ze maken een toekomstschets, met scenario’s. “Er komt niet voor elke wijk een uitgewerkt plan.” De VNG benadrukt: er ligt ook geen plicht om dat direct voor iedereen te doen.

Maar intussen zijn bewoners, netbeheerders, en woningcorporaties wel deels afhankelijk van gemeenten, reageert Jade Oudejans, expert gasloos wonen bij adviesbureau Over Morgen. Goed dat de VNG geen schijnzekerheid wekt, vindt ze, maar voor resultaten zijn heldere gemeenteplannen onmisbaar. “Hoe concreter hun aanpak, hoe beter de milieuwinst te behalen is.”

VNG-voorzitter Jan van Zanen, tevens burgemeester van Utrecht,  spreekt van ‘een gigantische opgave’. Het is volgens hem maatwerk, dat verder reikt dan de stadsvernieuwing in de jaren zestig. De VNG zet geen handtekening onder het Klimaatakkoord, gemeenten gaan eind november samen in conclaaf. De 355 gemeenten willen versnellen, maar niet voordat ze duidelijkheid van het Rijk krijgen. Van Zanen: “Komt de faciliterende wetgeving wel op tijd, en krijgen wij voldoende instrumenten om bewoners een gasloos alternatief te bieden?”

Uit onderzoek, bijvoorbeeld door het Sociaal en Cultureel Planbureau, bleek eerder al dat bewoners weinig genegen zijn om zelf hun woning van het aardgas af te koppelen. Ze zitten met vragen, onzekerheden. Praktisch, over de bouwkundige aanpassing thuis, en vooral over kosten en financiering. Bewoners die mee willen doen, willen van de gemeenten snel duidelijkheid over subsidies en technieken.

Dat kan alleen, stelt de VNG, als het Rijk de gemeentelijke kosten voor de energietransitie tijdig compenseert. Het lokaal bestuur had tot dusver geen rol in de energievoorziening. Van Hooijdonk: “Veel gemeenten, en dat is geen schande, moeten die kennis en expertise opbouwen.” Ze moeten klimaatambtenaren aannemen, kennis binnenhalen en onderling uitwisselen, aldus de VNG. Zo willen gemeenten hoge uitgaven voorkomen aan externe klimaatadviseurs. Alleen, gemeenten zijn nog maar net begonnen met die complexe uitzoekklus, aldus de VNG.