Zoetermeer heeft als de meeste andere Nederlandse gemeenten te maken met forse tekorten. Om toch een sluitende begroting te krijgen in 2020 kiest het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer er onder andere voor wat minder ambities.

Dat blijkt uit de vorige week aangeboden programmabegroting. Daarin is een pakket aan bezuinigingsmaatregelen verwerkt. Één van de maatregelen om de kosten te drukken is wat minder ambitieus te zijn in het onderhoud van de openbare ruimte. Het aanvankelijke streven was dat 87 procent van de inwoners tevreden is met de openbare ruimte. Dat is percentage is neerwaarts bijgesteld: volgend jaar wil het college er genoegen mee nemen als 85 procent van de Zoetermeerders daar tevreden mee is. De lat wordt ook op sportief gebied wat lager gelegd. De streefwaarde van het aantal inwoners dat sport beoefent is bijgesteld van 78 naar 72 procent. Verder wil de gemeente gaan snijden in de overheadkosten: structureel moet dat jaarlijks twee ton goedkoper kunnen. De brandweer is een andere bezuinigingspost.

Het voorstel van het dagelijks bestuur van Zoetermeer is om structureel minder bij te dragen aan de nieuwbouw van de brandweerkazerne. ‘Ondanks een sluitende begroting voor 2020, is nu duidelijk dat de financiële situatie niet houdbaar is op langere termijn. Dit komt vooral doordat het rijk gemeenten onvoldoende geld geeft om hun taken uit te voeren’, aldus wethouder financiën Marc Rosier. In de Perspectiefnota 2021, die in juni volgend jaar verschijnt, worden aanvullende voorstellen gepresenteerd om ook de begrotingsjaren 2021 en verder van voldoende dekking te kunnen voorzien.