Het kabinet wil wettelijk verankeren dat gemeenten een regierol hebben bij het bieden van hulp aan jongeren. Een nog in te stellen nieuwe werkgroep moet daar in de loop van volgend jaar een voorstel voor doen.

Dat schrijven minister Ingrid van Engelshoven (OCW) en staatssecretaris Tamara van Ark (SZW) aan de Tweede Kamer. De plannen volgen op een rapport over de vraag hoe jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt beter geholpen kunnen worden. In het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) schetsen ambtenaren van verschillende ministeries dat zo’n 300.000 jongeren in de leeftijd tussen 16 en 27 jaar een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het gaat om een heterogene groep: ze hebben wel of niet een arbeidsbeperking, zijn hoog- of lager opgeleid en kampen soms met meerdere problemen. Een deel van hen is economisch niet zelfstandig – vaak gaat het dan om mensen met een migratie-achtergrond.

De ambtenaren concluderen dat jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt te vaak bij gemeenten uit beeld raken. Dat komt onder meer doordat een goede ketenaanpak, met daarin een langetermijnvisie, ontbreekt, en doordat er geen integrale begeleiding is over de domeinen heen. Het voorstel is daarom om één partij, bij voorkeur de gemeente, een regierol te geven en verantwoordelijk te maken voor het hele jongerenbeleid.

Het Rijk kan zich daarin vinden. Gemeenten hebben op basis van onder meer de Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet al veel taken in het sociaal domein. Ook op het gebied van onderwijs – denk aan de handhaving van de leerplicht – de schuldhulpverlening en de jeugdreclassering ondersteunen ze jongeren al.

Dit najaar stellen gemeenten en Rijk een ambtelijke werkgroep in die moet uitwerken hoe de regierol van gemeenten eruit moet komen te zien. Volgend jaar moet dat leiden tot een advies. Een eventuele wetswijziging wordt niet eerder dan 2023 doorgevoerd, aldus de planning van het kabinet. (RvdD)