Zuiverder water, minder restafval en slib en ook nog eens minder kosten. De zuivering van afvalwater door de waterschappen wordt steeds efficiënter.

Dat blijkt uit de Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ) 2018 die maandag 30 september is gepubliceerd. Waterschappen slagen erin om de zuivering van afvalwater goed, efficiënt en duurzaam uit te voeren. De prestaties zijn van hoog niveau, de kosten stijgen eigenlijk niet en uit het afvalwater worden energie en grondstoffen zoals struviet, cellulose en bioplastics teruggewonnen. Ook kijken waterschappen naar mogelijkheden voor hergebruik van zoet water. Door steeds betere en efficiëntere processen blijft er steeds minder restafval over.

Wel zien de waterschappen zich voor uitdagen voor de toekomst geplaatst. Zo moet de infrastructuur worden aangepast om de steeds hevigere buien aan te kunnen. Daarnaast vormen medicijnresten en microplastics een grote bedreiging voor de waterkwaliteit. En krapte op de slibverbrandingsmarkt zet de verwerking van slib onder druk.

Van storingen in zuiveringsinstallaties is in 2018 nauwelijks sprake geweest. De installaties waren voor 99,99 procent van de tijd beschikbaar en de waterschappen slaagden er dan ook in om zich te houden aan de afspraken met gemeenten over af te nemen afvalwater. Ook voldeden ze voor 97,8 procent aan de kwaliteitseisen voor de lozing van gezuiverd afvalwater.

De kosten van de zuivering van afvalwater zijn met 2,1 procent gestegen ten opzichte van 2015, het jaar van de vorige bedrijfsvergelijking. Deze stijging is kleiner dan de inflatie (3,4 procent). Dit kwam met name door lagere energiekosten doordat waterschappen meer energie zelf opwekken. Wel zijn de kosten voor de eindverwerking van het restafval van de afvalwaterzuivering gestegen.