De plichten van gemeenten bij het scheiden van afval worden uitgebreid op grond van de gewijzigde Europese kaderrichtlijn afvalstoffen. Tot welke concrete maatregelen dat leidt, hangt echter sterk af van de ‘lokale invulling’.

Staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat ontvouwt de plannen in een conceptbesluit voor internetconsultatie. Het doel van de nieuwe regels is ‘dat het afvalstoffenbeheer verder wordt verbeterd en daarmee het efficiënte gebruik van grondstoffen wordt vergroot’. Gemeenten krijgen daarom expliciet de verplichting opgelegd om huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen. Het gaat om de stromen bioafval, papier, metaal, kunststof, glas, textiel en gevaarlijke afvalstoffen.

Wettelijk gezien zijn lokale overheden op dit moment slechts verplicht om gft-afval en afgedankte elektrische apparaten apart in te zamelen. De rest beslissen ze zelf, waarbij wel rekening moet worden gehouden met het landelijk afvalbeheerplan (LAP). Gescheiden inzameling is hierdoor al grotendeels bestaande praktijk, maar de aangescherpte verplichting moet dat volgens de staatssecretaris ‘verder bevorderen’.

Wel blijven er uitzonderingsmogelijkheden bestaan. De Europese kaderrichtlijn afvalstoffen staat lidstaten afwijkende keuzes toe, bijvoorbeeld als de kosten buitensporig hoog zijn of als zogeheten nascheiding minstens even effectief is als gescheiden inzamelen. Voor Nederland blijven er volgens Van Veldhoven uitzonderingen mogelijk waar het gaat om gft-afval, kunststof, metaal en glas. Gemeenten moeten daarmee wel ‘restrictief’ omgaan en zich houden aan het LAP.