De populariteit van cruiseschepen blijft stijgen. Waar Amsterdam ze wegkijkt, zijn historische steden als Alkmaar, Hoorn en Medemblik dolblij met de komst van varende toeristen.

Redactie Trouw, Joost van Velzen

Kapitein Nick staat er al klaar voor, aan de Alkmaarse Kanaalkade. Zijn schip is net aangekomen. De 72 passagiers zijn er nu allemaal met de fiets op uit. Een mooie gelegenheid om De Holland uit Arnhem even van binnen te bekijken. Het schip oogt als een drijvend hotel zonder poes­pas. Het is splinternieuw. “Het is net voor 2,5 miljoen euro verbouwd”, vertelt Nick. Want de zaken gaan goed. Steden bezoeken met dit soort riviercruises is de laatste jaren flink in opkomst. In heel Europa, waar het een relatief jong fenomeen is.

De witte rivierboten kunnen sinds 1992, toen het Main-Donau-kanaal openging, van de Noordzee tot aan de Zwarte Zee varen. Sindsdien maakt een groeiende groep toeristen een reis over het water van bijvoorbeeld Boedapest naar Amsterdam.

En als die schepen daar dan toch een paar dagen liggen, bedachten ze in Noord-Holland, waarom zou je dan niet vanuit Amsterdam tochtjes organiseren naar steden als Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Den Helder, Zaandam, Haarlem en Alkmaar? Zo profiteert ook de rest van de provincie mee.

“Het zijn voornamelijk Amerikanen, Canadezen en Australiërs die zulke boottochten maken. Zij kiezen voor de combinatie van gemak en luxe. Je hoeft je koffers niet uit te pakken, terwijl het landschap aan je voorbij trekt”, zegt Monic van der Heyden, commercial manager rivercruise van Port of Amsterdam.

Om de markt voor rivier- en zeecruises aan te trekken, is in 1996 de stichting Amsterdam Cruise Port ­opgericht door de cruiseterminals van Amsterdam en IJmuiden, het Havenbedrijf plus een aantal ­Amsterdamse ondernemers. Voorlopig met succes: de meeste Noord-Hollandse steden ontvangen sinds 2010 ieder jaar meer riviercruiseschepen.