Het wemelt in de provinciale coalitieakkoorden van passages waarin het belang van de energietransitie wordt onderkend. Een concrete vertaling van die ambitie ontbreekt vaak.

Landelijke ambitie

Dat blijkt uit een analyse door de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) van elf van de twaalf in de afgelopen maanden gesloten provincieakkoorden (aan dat van Zuid-Holland wordt nog gewerkt). De onderzoekers struikelden over begrippen als klimaatopgave, energietransitie, klimaatneutrale provincie en duurzame energie. Toch gaan provincies, anders dan gemeenten, in hun doelstelling om op termijn CO2-neutraal te worden zelden verder dan de landelijke ambities. Noord-Brabant, Gelderland en Groningen vormen positieve uitzonderingen.

Verduurzaming

Zeven van de elf provincies hebben in het akkoord geen doelstellingen vastgelegd om de eigen bedrijfsvoering te verduurzamen. Ook het eigen wagenpark blijft bij negen van de elf provincies buiten schot. Alleen Flevoland en Utrecht tonen hier concrete ambitie. Naar windmolens is het in veel coalitieakkoorden vergeefs zoeken. Provincies zien veel meer heil in zonnepanelen: op daken, industrieterreinen, stortplaatsen, langs snelwegen of zelfs in een waterbergingsgebied. Waterstof is eveneens populair als mogelijke energiebron. Alleen Noord-Brabant en Limburg laten dit onderwerp onbenoemd.

Communicatie

Het best scoren provincies op het gebied van communicatie met de burgers. Acht van de elf provincies voeren daarvoor in het coalitieakkoord concrete plannen op. Bijvoorbeeld door het oprichten van speciale provinciale loketten of het opzetten van voorlichtingscampagnes. Iets meer dan de helft van de provincies heeft daarnaast actief beleid bij het ondersteunen van energiecoöperaties en andere initiatieven van burgers of bedrijven. Zeven van de elf maken daarvoor ook budget vrij, onder meer in de vorm van revolverende energiefondsen.