Op 10 juni 2020 vergaderde de Provinciale Staten digitaal over de Provinciale Jaarrekening 2019. Hieronder is de woordvoering van Statenlid Peter Gerrits te lezen over de financiële staat van de provincie. Daarnaast was de herverdeling van het Gemeentefonds geagendeerd. Daarover is aan het eind van dit artikel de reactie van fractievoorzitter Geert Kamminga te lezen.

Voorzitter,

De jaarrekening biedt niet alleen inzicht in de financiële resultaten, maar ook in de resultaten van het uitgevoerde beleid. Daar doen we het immers voor. De manier waarop verslag gedaan wordt biedt een goed inzicht, getuige ook de vragen of een score op een bepaald onderwerp niet beter rood dan oranje had moeten zijn. De conclusie van D66 is dat het een sterk eerste jaar is geweest van dit college.

Een paar opmerkingen en vragen, met name ten aanzien van het financiële deel, de jaarrekening.

De risico’s nemen toe als het gaat om de afvalbedrijven. De restwaarde van de afvalstoffen neemt af en zal verder afnemen door de sterk gedaalde prijs van grondstoffen als aardolie. Daarnaast is de positie per bedrijf inzichtelijker geworden door de uniforme waardering van risico’s: alweer, de risico’s nemen toe. De waarde van het risico is meer dan 70 miljoen euro. Wat zijn de mogelijkheden om dit risico te beheersen?

Eenzelfde ontwikkeling speelt wellicht ten aanzien van het risico omtrent geldleningen en borgstellingen. Het betreft in totaal een hoog bedrag, ruim 300 miljoen euro, uitgeleend in de economische situatie van 2019 en daarvóór en zoals we weten is er intussen nogal wat veranderd. Wordt de veranderende situatie op dit gebied gemonitord en wat zijn de mogelijkheden van de provincie om de risico’s te beheersen? In principe geldt hetzelfde voor deelnemingen, al is de positie van de provincie daarin een andere.

In 2019 hadden we geen weet van de mogelijke gevolgen van een pandemie. Nu weten we er iets meer over. De effecten van de crisis grijpen diep in, in de gezondheid van betrokkenen, in de manier waarop we leven en op de mogelijkheden van de provincie. De bereikte resultaten in 2019 hebben ons sterker gemaakt, ook om de gevolgen van de coronacrisis te boven te komen.

Het College van Gedeputeerde Staten gaf toe dat de risico’s toenamen voor afvalbedrijven, leningen, borgstellingen en deelnemingen. Het College heeft toegezegd de situatie goed te monitoren maar sprak wel uit dat circulariteit een belangrijke doelstelling blijft en dat de Provincie daar wel financieel voor in moet blijven staan als het gaat om de afvalbedrijven.

Over de herverdeling van het Gemeentefonds stelde fractievoorzitter Geert Kamminga dat de provincie geen onderscheid mag maken in de ondersteuning van haar gemeenten. De voorgestelde Groninger Belang-motie om plattelandsgemeenten te ondersteunen bij een lobby meer geld uit het Gemeentefonds te ontvangen zou betekenen dat de provincie aan een aantal gemeenten een voorkeurspositie geeft. Als plattelandsgemeenten bovendien meer geld uit het fonds ontvangen gaat dit ten koste van andere gemeenten. Dit terwijl alle Groninger gemeenten het financieel lastig hebben en meer geld uit het gemeentefonds goed kunnen gebruiken. Dit vindt D66 onwenselijk. De motie werd door het College van Gedeputeerde Staten opgevat als een oproep de lobby van alle twaalf Groninger gemeenten voor meer geld uit het Gemeentefonds te ondersteunen. In deze interpretatie, waarbij alle gemeenten gelijke ondersteuning krijgen, kon de D66-Statenfractie zich goed vinden. De motie werd vervolgens unaniem aangenomen.