Zonneparken in de gemeente Groningen moeten zoveel mogelijk in lokaal eigendom komen vindt GroenLinks wethouder Philip Broeksma van energietransitie. Het gaat niet alleen om meedenken en -praten, maar ook om deelname in de financiering, exploitatie of financiële compensatie voor omwonenden en andere betrokkenen.

Binnen de gemeentegrenzen is er genoeg ruimte om zonneparken aan te leggen, zo blijkt uit landschappelijk onderzoek. Broeksma: “De energietransitie is een grote opgave en een kans. Door inwoners en bedrijven, maar ook de gemeente zelf een rol te geven in de ontwikkeling van zonneparken, houden we de opbrengsten ervan in de gemeente. Deze opbrengsten willen we investeren in het CO2-neutraal en aardgasvrij maken van onze wijken en dorpen.”

CO2-neutraal Om in 2035 CO2-neutraal te zijn, heeft de gemeente Groningen 500 Mega Watt piekvermogen (MWp) aan zonnepark nodig. Dit is ongeveer de helft van alle stroom die de gemeente in 2035 zelf wil opwekken. Hoeveel ruimte daarvoor nodig is, hangt af van de plek en het ontwerp van de zonneparken. Uit het onderzoek van het landschapsbureau H+N+S blijkt dat er in theorie ruimte is voor 585 – 865 MWp.

Drie plekken Drie gebieden zijn in potentie geschikt voor grootschalige zonneparken. Het gaat om Westpoort, Meerstad-Noord en De Vork/A7. In de andere delen van de gemeente is beperkt ruimte voor kleinschalige zonneparken, tot tien hectare groot. Het gaat om gebied rondom Ten Boer, in de omgeving van Haren en Glimmen, en de omgeving Reitdiep en Hogeland.

Plannen Het college van B&W wil samen met inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties plannen maken voor het ontwikkelen van zonneparken. Broeksma: “Dan zoeken we ook naar slimme koppelingen met bijvoorbeeld natuur, landbouw, veeteelt en wateropvang. Ook wordt onderzocht hoe zonneparken kunnen bijdragen aan landschap, cultuurhistorie en biodiversiteit. Een voorbeeld vind ik het herstellen van de houtwalstructuur in de plannen voor Zonnepark Glimmen.”

Naast lokaal eigendom speelt ook de aansluiting op het elektriciteitsnet. Dat moet worden uitgebreid, en daar wordt de komende jaren hard aan gewerkt.