Politiek Groningen is momenteel in de ban van afval. Woensdag zal er over een nieuw systeem worden gestemd en de emoties lopen hoog op. Mensen worden bang gemaakt voor positieve veranderingen. Daarom hebben we elf fabeltjes en bijhorende feitjes op een rij gezet.

1. Afval is een probleem van onze samenleving. Dat moeten we samen oplossen. 

Ja, natuurlijk is afval een probleem dat bij onze verspillende samenleving hoort. Natuurlijk moeten verpakkingsindustrie, supermarkten, producenten hun gedrag veranderen. Zij moeten het gewone consumenten gemakkelijker maken om minder afval te produceren. Om beter te scheiden. Meer te hergebruiken. Maar uiteindelijk zijn consumenten ook gebruikers van al die spullen. Hoe goed supermarkten en producenten ook hun best doen – kan best een tandje bij!! –, als wij blijven weggooien wat herbruikbaar is dan verandert er niks.  

2. Afval wordt veroorzaakt door de verpakkingsindustrie, laten zij dat maar oplossen. Zij zijn de werkelijke vervuiler. 

Ja, het kan anders en beter in de industrie. Zie ook de vorige vraag. Maar het probleem zit dieper: we zijn met zoveel mensen op een kluitje, met zoveel (consumptie-)wensen, in een wereld met productieketens en handelsstromen die alle continenten verbinden, met producten die zo goedkoop mogelijk gemaakt moeten worden, met winkels die – wie vindt dat niet fijn – letterlijk álles verkopen wat je maar kan verzinnen. Dat is een ingewikkeld netwerk, dat je niet zomaar even verandert. Nou kunnen we wachten tot de ideale wereld ontstaat waarin geen uitbuiting van mensen en milieu meer bestaat en het de consument gemakkelijk wordt gemaakt om alleen nog maar duurzame keuzen te maken. Maar dat gaat erg lang duren en al die tijd blijven we afval produceren? Als we nú wat willen doen, dan móeten we zélf ons afval beter scheiden. Daarnaast bestaat niet alle afval uit verpakkingsmateriaal. Zo wordt bijvoorbeeld slechts 50% van onze textiel aan de bron gescheiden.  

3. Vooraf scheiden is niet nodig, nascheiding is goed genoeg, zo niet beter. De technologie wordt steeds beter. 

Ja, de technologie wordt steeds beter. Maar dan gaat het vooral om het scheiden van verpakkingen: plastic, drankkartons, blik apart houden en scheiden van zaken als voedselresten, groente-afval, weggooide frituurolieresten, etcetera. En misschien in de toekomst ook luiers.  Daar houdt het op. Textiel, papier en glas kan niet uit het afval gescheiden worden. Technologen verwachten niet dat dat snel verbetert.  

4. Diftar leidt tot vervuiling van recyclebaar materiaal. 

Het is niet helemaal duidelijk wat tegenstanders van Diftar hier beweren. Zie ook het vorige punt: beter scheiden leidt juist tot beter hergebruik en minder vervuild materiaal. Wel kan Diftar een uitnodiging zijn om je restafval niet in de grijze container te gooien, maar bij het groenafval. Want het tarief voor groenafval is iets lager. De ervaringen van gemeenten waar groenafval tegen lagere tarief of soms zelfs gratis wordt opgehaald – compost en/of groen gas dat je ervan maakt dekt de kosten – is anders: de meeste mensen blijken te deugen en doen dat niet. 

5. Diftar is niet solidair. Afval is niet hetzelfde als gas, water en licht, het is een gemeenschappelijk probleem. 

Juist omdat je wel degelijk invloed hebt op hoeveel afval je weggooit is diftar wél solidair en eerlijk. Maar principiëler: nu betaalt iemand met een laag inkomen in een klein appartement zonder tuin evenveel voor zijn afvalstoffenheffing als iemand in een groot huis, met een grote tuin en een hoog inkomen, en dús meer tuinafval en meer consumptie met afval. Evenveel voor twee totaal verschillende situaties. Een flatbewoner uit Vinkhuizen betaalt evenveel als een villabewoner uit Haren. Is dat solidair?  

6. Diftar is niet solidair. Zwakkere inwoners moet je beschermen. 

Dit gaat over ouderen, die niet met zware zakken kunnen zeulen, mensen met een handicap. Mensen die door ziekte veel afval hebben. Voor al die mensen neemt de gemeente maatregelen zoals containers waar alleen kleine zakken inpassen, tegen een lager tarief. Deels gratis ‘tikken’ op je pasje.  

7. Diftar is niet solidair. Niet iedereen kan zoveel scheiden. 

Dit gaat over kleinbehuisden. Mensen in flats. Studenten en appartementbewoners in de binnenstad. Het is een vreemd argument. De vraag is niet om meer afvalbakken in je keuken te zetten. De vraag is om textiel, schoenen, papier en glas beter apart te houden. Dat scheelt al heel veel. Textiel en schoenen lag toch al ergens in een kledingkast. Voor papier had je toch al ergens een stapeltje. Leeg glaswerk kun je meenemen met je dagelijkse boodschappen. 

8. Diftar is moeilijk, het vraagt veel van mensen. 

We vragen een gedragsverandering. Mensen houden daar in het algemeen niet van. Dan moet je opletten, moet je alert zijn, mag het niet meer op de automatische piloot. Juist daarom helpt diftar, een financiële beloning is vaak net het laatste zetje dat mensen nodig hebben om oude gewoonten los te laten. Iedereen weet dat scheiden een goed idee is, bleek uit een enquête van de gemeente. Iedereen wil het ook graag doen. Maar tussen droom en daad…. En veel gevraagd? Kom, hoeveel tijd ben jij per dag met je afval scheiden bezig?  

9. Diftar leidt tot vervuiling, mensen gaan hun afval dumpen. 

Dit klopt….voor een tijdje. Alle gemeenten die diftar hebben ingevoerd – de helft doet het – hadden te maken met een toename van dumpingen van vuilniszakken in plantsoenen en vooral zogenaamde ‘bijplaatsingen’: je zet je afval naast de ondergrondse container in plaats van erin. Haren heeft al 20 jaar diftar. Zwerfvuil is daar geen groter probleem dan elders. Bijplaatsingen zijn schaars, meestal omdat de container vol is. Door snel reageren, snel opruimen, strakkere controle, dumpers opsporen en beboeten – het mag niet – en de omgeving schoonhouden is dat probleem binnen een jaar onder controle. Dat blijkt tot nu toe in elke gemeentedie diftar ingevoerd heeft. Het gaat tenslotte ook een keer vervelen om twee keer met je vuilniszak op de fiets te stappen en deze ergens ongezien achter te laten.

10. Met extra voorzieningen haal je mensen wel over de streep. 

Sinds 2017 zijn extra voorzieningen geplaatst zoals zo’n 200 extra containers op strategische plekken. Dit ging gepaard met de voorlichtingscampagne ‘Haal meer uit je afval’. Het leverde 2% meer scheiding op. Nog een keer investeren in extra voorzieningen is nuttig en nodig. Hoe gemakkelijker we het kunnen maken om te scheiden, hoe lager de drempel. Dus komen er in het nieuwe plan meer dan 100 ondergrondse containers bij en worden rolcontainers ondergrondse containers. Maar dit zal niet genoeg opleveren om de doelstelling te halen, leert ook onderzoek en ervaring bij andere gemeenten, hooguit nog eens 2%. Terwijl we moeten mikken op zeker 15% en over enkele jaren nog meer.

11. Diftar kost miljoenen 

Dit is gewoon onwaar. De investering in extra voorzieningen om het gemakkelijker te maken je afval netjes en gescheiden weg te brengen wil iedereen wel. Zie de vorige vraag. De extra kosten voor Diftar zijn zeer beperkt. Dat gaat om wat aanpassingen van vrachtwagens en opzetten van een andere administratie. Een investering die al in 2 jaar is terugverdiend. Dat komt omdat Diftar al snel leidt tot vermindering van de hoeveelheid restafval, wat een grote besparing betekent in de kosten van verwerking, verbranding en belasting door het Rijk.