https://hardinxveld-giessendam.christenunie.nl/k/n6071/news/view/1277515/1055390/Cor van VlietOp 27 juni jl. vond het debat plaats over de Lokale paragraaf wonen. Als ChristenUnie willen we tot en met 2030 graag woningen realiseren voor de huidige bewoners. We denken hierbij onder andere specifiek aan starters en ouderen. Wij zien de bouw van woningen allereerst voor ons in De Blauwe Zoom en diverse locaties in de bebouwde kom. Om tot het benodigde aantal van 1.000 te kunnen komen is ook bouw in 't Oog nodig. Hierbij is ontsluiting voor ons een belangrijk punt. In het vervolg leest u onze bijdrage aan het debat.

Geachte voorzitter,

Vanavond slaan we belangrijke piketpaaltjes op het domein van ruimtelijke ordening en wonen. Als ChristenUnie kijken we naar de lokale paragraaf Wonen vanuit ons verkiezingsprogramma. In ons programma vragen we aandacht voor: één-oudergezinnen, jongeren en senioren, duurzaam bouwen, goede mix van huur en koop. Als je al die punten moet samenvatten zeggen we: Bouw naar behoefte!

In de Lokale paragraaf Wonen wordt gewerkt vanuit vier thema’s, op twee van deze thema’s ga ik verder niet in, niet omdat we ze niet belangrijk vinden. In tegendeel: duurzaam bouwen en langer thuis vinden we twee zeer belangrijke thema’s. De thema’s hebben echter de plaats gekregen die we als ChristenUnie hebben bepleit.

Ons adagium bouwen naar behoefte vinden we terug in de voorgestelde lokale paragraaf Wonen. Vreemd genoeg vinden we dat wel terug onder het thema ‘kwalitatief goede woningen toevoegen’, dit vinden wij een beetje een vreemd overkoepelend thema. Ik denk namelijk dat we niemand kunnen vinden die kwalitatief slechte woningen willen huren/kopen. Het gaat onder dit thema vervolgens echter vooral over wat voor soort woningen we willen bouwen. Voor ons is tabel 4.1 hierbij leidend Uit deze tabel blijkt een behoefte van 850 woningen tot en met 2030. Wij zouden willen zeggen 1.000 woningen toevoegen is dan een mooie ambitie! Wij hadden tabel 4.1 overigens ook graag ter beschikking gehad voor wat betreft ‘nodige’ huurprijzen en categorieën qua prijzen koopwoningen, dat zou het debat ten goede komen en meer zicht geven op bouwen naar behoefte. We roepen het college dan ook op deze in de toekomst ter beschikking te stellen.

Vanuit het perspectief van tabel 4.1 wil ik graag reflecteren op andere zinnen in m.n. hoofdstuk 4. Deze zouden wij namelijk anders verwoorden, of juist ondersteunen:

Belang van doorstroming, ik geef gewoon maar mijn eigen voorbeeld. Ik woon nu in een twee-onder-één kap woning, wij hebben dat gekocht van mensen die nu wonen in een vrijstaande woning. Onze woning is verkocht aan een gezin uit een grondgebonden huurwoning…allemaal Hardinxvelders,… de huurwoning is vast ook goed terecht gekomen, maar dat weet ik dan weer niet. Concreet 4 gezinnen een beter passende woning door 1 beschikbare woning aan de top van de piramide. Bouwen naar behoefte is dus niet alleen bouwen voor een starten over voor een doorgroeier, maar juist ook voor het op gang brengen van meerdere bewegingen.

Woonwagens worden specifiek genoemd, wij vragen ook blijvende aandacht voor tiny house-concepten en kangoeroe wonen (alternatieve vorm van ‘langer thuis’) etc. Hoort voor ons bij bouwen naar vraag en past daarmee bij uitvoering van deze lokale paragraaf. Er staat dat groei van sociale huur op uitleglocaties slechts beperkt gewenst is. Voor ons is het in ieder geval gewenst dat vooral woningen voor jongeren dichtbij het OV zijn, omdat dat de toekomst heeft en dat bij de jonge generatie als eerste een dalend autobezit (ook in Hardinxveld-Giessendam) gaat komen;

Wij zijn het oneens met de stelling dat sociale woningbouw luxere woonmilieu’s onder druk kunnen zetten. De aantallen waar we over spreken kunnen makkelijk worden ingepast. Deze stellige uitspraak komt wat ons betreft ook niet terug in de lokale afspraken.

Wij ontvingen een schrijven waarop Fien wonen een negatieve duiding geeft aan het begrip primair verantwoordelijk zijn voor sociale woningbouw in Blauwe Zoom / ‘t Oog. Goed dat ze dit doen, want dat geeft ons de mogelijkheid om onze visie hierop te benoemen. Wij zijn het eens me de genoemde primaire verantwoordelijkheid voor Fien wonen en leggen deze positief uit. Tegelijkertijd is het geen solitaire verantwoordelijkheid (het aspect wat Fien Wonen aanstipt), wij begrijpen dat we als gemeente hierbij eveneens een rol hebben. Dat zou je dan secundaire verantwoordelijkheid kunnen noemen. Beide rollen zijn nodig om tot resultaat te komen.

Deze opmerkingen samen illustreren voor de ChristenUnie dat er vanuit tabel 4.1 nuance verschillen ontstaan over de vraag wat bouwen naar behoefte is. Een reflex zou dan kunnen zijn om extra piket paaltjes te gaan slaan. Ik heb onze paaltjes zojuist benoemd Je hebt echter niets aan piketpaaltjes als de uitvoering vervolgens stagneert en je hebt ook niets aan piketpaaltjes als het slechts een (niet onderbouwd) politiek statement is, dan is het roepen voor de bühne.

Wij kiezen voor het bieden van ruimte aan het college in de uitvoering en het aan de pols houden van de vinger. We vragen het college om ons (de raad) te helpen om de reflex van de extra piketpaaltjes te bedwingen. Wij hebben daarom de volgende vraag. Is het college bereid om in toekomstige Meerjarenprogramma’s grondzaken, naast gerealiseerde aantallen ook in te gaan op meer kwalitatieve aspecten van de realisatie. Idealiter denken wij dan aan een spiegel van tabel 4.1 en een spiegel van de dezelfde tabel, maar dan naar koopprijzen en te betalen huren, maar dan voor de gerealiseerde woningen. Tegelijkertijd weet ik niet of het college al die informatie beschikbaar heeft. De concrete oproep is dan ook of het college bereid is om de gerealiseerde aantallen in het MPG te gaan voorzien van kwalitatieve duidingen. Wanneer dat wordt toegezegd hoeven wij daarover verder geen debat te voeren. En hebben wij een heel mooi instrument in handen om te beoordelen of de lokale paragraaf leidt tot een programma dat past bij de vraag. 

Cor van Vliet27 juni 2019