Bestuursovereenkomst

Er ligt een bestuursovereenkomst tussen Groningen en Ten Boer. We kunnen hier uitvoerig gaan stilstaan bij de totstandkoming van de inbreng van Haren. Ik zou het liever kort samenvatten: sommigen van u hebben zich ingezet om de Harense inbreng te waarborgen en een meerderheid van de gemeenteraad heeft daar niet aan willen meewerken omdat hun focus lag op een zelfstandig Haren en de ervaring hen had geleerd dat meewerken automatisch werd uitgelegd als instemming. Het lijkt mij dat wij over en weer respect moeten hebben voor elkaars opstelling. We hebben allen gedaan wat in onze ogen goed was en beide kanten was een goed democratisch recht. Wat er nu ligt is een basis, maar het kan alleen gezien worden als een document dat óók van Haren is als het door de gemeenteraad geaccordeerd is. En voor de zuiverheid – het zal in de tijd wel vanzelf zo uitpakken – kan er wat ons betreft pas sprake zijn van voorleggen aan de gemeenteraad na de uitspraak van de Eerste Kamer. Wat D66 betreft: wij willen ons constructief inzetten voor een goed bestuursakkoord. Nu gaan er wel allerlei opvattingen rond over wat er ligt: dat er een bestuursakkoord is, punt uit en als je wat gewild had dan had je vorig jaar maar mee moeten doen. Ook daar kunnen we lang over gaan kibbelen. Wij houden ons maar even aan de uitspraken van de burgemeesters van Ten Boer en Groningen, op de avond van het debat in de TK, 17 april, opgetekend door het Dagblad van het Noorden:

Volgens burgemeester Frank de Vries van de gemeente Tan Boer hoeven de inwoners van Haren niet bang te zijn dat Groningen dominant is in het fusieproces. ‘Dat willen we in Ten Boer ook niet. Er ligt een bestuursakkoord dat nader uitgewerkt moet worden.” Volgens De Vries is het bestuursakkoord niet in beton gegoten. “Je brengt in beeld wat belangrijk is. Dat staat op papier, maar vervolgens ga je daar uitgebreid met elkaar over praten”. “De punten die Haren nog wil inbrengen, moeten we zeer serieus nemen”, zegt Den Oudsten. Hij wil graag met het gemeentebestuur om tafel.

Ook vanochtend konden we in het Dagblad het een en ander over lezen van burgemeester De Vries. Hij benadrukt dat plattelandsgemeenten zelf stevig op de bok moeten zitten als het gaat om gebiedsgericht werken en om de belangen van hun inwoners en hun dorpse karakter te behartigen.

We realiseren ons maar al te goed dat – als de herindeling doorgaat – we tot 1 januari gelijkwaardige partners zijn en daarna niet meer. Dan is onze invloed nog maar 9%De De bestuursovereenkomst: daar staan waarschijnlijk wel de meeste onderwerpen in benoemd. Toch zien wij graag dat raadsfracties en (maatschappelijke) organisaties de gelegenheid krijgen een soort standpunten- en wensenlijst kan inleveren. Een soort position Paper, misschien wil de heer Sprenger dat even voor ons in goed Gronings vertalen?

1. Inbreng van allerlei kanten

Maar ook dan zijn het slechts intenties en na 1 januari is er geen gemeente Haren meer die ervoor kan zorgen dat die intenties uitgevoerd worden. Garanties zijn er niet. Burgemeester Den Oudsten heeft het treffend gezegd in de commissievergadering in Groningen februari 2017: “Niettemin, kijk, deze overeenkomst die is eigenlijk, die gaat ervan uit dat de stad Groningen is de dominante factor. Het beleid van de stad Groningen is de basis ook voor het beleid van de nieuwe gemeente en het is aan de nieuwe gemeente of dat beleid ook onverkort wordt voortgezet. Dat is niet aan ons, maar aan de nieuwe gemeente. We moeten ook iedere keer, het ligt op de loer, ik merkte het net ook al even in de debatjes dat we net doen alsof wij straks, zoals we hier zitten, ook een soort uitbreiding van het bestuursgebied krijgen. Dat is niet het geval, er komt straks een nieuwe raad met een nieuw college en die zullen straks moeten oordelen. En ook op dat punt is het denk ik goed om even in te gaan op het punt wat net al is gezegd: stel nou, als je, je legt het voor veertig jaar vast, hoe doe je dat dan? En wie zouwen de gemeente dan moeten houden daaraan? Mijn eenvoudige antwoord is dat de enige die de gemeente kan houden aan de afspraken is de gemeente zelf. En daarmee ziet u tegelijkertijd dat er soort keerzijde is aan het antwoord: als de gemeente dus vindt dat er moet worden afgeweken van de afspraken, dan kan de gemeente dat in beginsel natuurlijk altijd doen.”

2. Wij vinden dat we ons maximaal moeten inzetten om meer waarborgen te krijgen.

Tenslotte blijft het feit van die sterk afnemende invloed. Ik haal nog maar een keer burgemeester De Vries aan: we moeten ons actief blijven inzetten voor het behoud van identiteit en het inbrengen van alles waar ze in de stad geen kaas van gegeten hebben. Maar hij doet dat nu met ambtenaren die overal inventariseren. Na 1 januari hebben we geen Harense ambtenaren meer, dan moeten we dat zelf organiseren. Waarschijnlijk kunnen dorpsverenigingen een belangrijke rol spelen, als zij dat willen, maar het lijkt ons wenselijk om te zorgen dat er een plan is.

3. Wij vinden dat er een goede infrastructuur moet komen waarlangs de inwoners soepel en laagdrempelig en toegankelijk invloed kunnen krijgen op het beleid in hun omgeving.