Vandaag verstuurde Wil Legemaat, ruim 30 jaar lid van D66 en acht jaar raadslid in Haren, deze open brief naar de leden van de D66-fractie in de Tweede Kamer:

Democratie of rituele poppenkast?

Haren, 14 maart 2018

Geachte leden van de D66-fractie in de Tweede Kamer,

Met een toegestuurde stempas ben ik uitgenodigd deel te nemen aan het eerste raadgevend referendum van 2018, op 21 maart. Dat ‘eerste’ lijkt me een overbodige vermelding, want er zal nooit een tweede komen. Nog voor de stempassen gedrukt waren, heeft het Parlement deze vorm van burgerraadpleging al weer afgeschaft. En nog voor wij ter stembus gaan, heeft zelfs D66 al laten weten zich niet te kunnen voorstellen dat de uitslag kan leiden tot het intrekken van de wet. Het raadgevend referendum is daarmee verworden tot een rituele poppenkast, waarmee burgers niet serieus genomen worden en daarmee geschoffeerd. Ik zal dan ook – voor het eerst van mijn leven – niet gaan stemmen, want ik laat mij niet vrijwillig voor de gek houden. Pijnlijk dat de partij waar ik al ruim dertig jaar lid van ben en waarvoor ik inmiddels acht jaar in de gemeenteraad zit, D66, een hoofdrol speelt in deze poppenkast.

De uitslag van het referendum zal serieus genomen worden, belooft D66-minister Ollongren in Nieuwsuur. Als D66’er uit Haren heb ik helaas een somber vermoeden wat we daaronder mogen verstaan. Want in Haren zijn we tegen wil en dank al vijf jaar betrokken in een andere voorstelling: de annexatie door de stad Groningen. Een proces vol rituele poppenkastvoorstellingen. Het gemeentebestuur en de Provincie gaven volop gelegenheid aan betrokken burgers om te laten weten wat zij er van vinden. En dat lieten de inwoners van Haren zich geen twee keer zeggen. Een vrij constante meerderheid van twee derde van inwoners en gemeenteraad verklaarde zich tegen. Honderden Harenaars lieten zich horen op de inloopavonden. Hun mening, meestal feitelijk gefundeerd en goed beargumenteerd, zou meegenomen worden in het herindelingsontwerp. Dat werd echter al enkele dagen later gepresenteerd en daarin was niets terug te vinden was van de opvattingen en de inbreng van de Harense gemeenschap. De inloopavonden bleken louter een verplicht nummer, de consultatie was puur voor de vorm: een rituele poppenkast. Ruim 650 inwoners schreven een inhoudelijk gedegen zienswijze op het herindelingsontwerp. Niets daarvan is overgenomen in het herindelingsadvies. Opnieuw: consultatie voor de vorm, dus rituele poppenkast. Maar omdat er een verplicht nummer was afgewerkt kreeg het proces het etiket ‘zorgvuldig’ opgeplakt. Nota bene.

Leden van de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken kwamen naar Groningen voor een werkbezoek en een hoorzitting. Het signaal vanuit Haren was duidelijk: wij willen niet samengevoegd met de stad en herindelen heeft voor ons geen enkele meerwaarde, maar betekent enkel verlies en risico. De (zes) Kamerleden luisterden aandachtig. En stelden kritische vragen aan de minister. Het gemeentebestuur verwoordde het meerderheidsstandpunt in een fraai boekje: ‘Haren op eigen benen’. Inwoners schreven vele brieven. De minister werd overspoeld met informatie over de vele manco’s en onjuistheden in het herindelingsadvies. Duidelijk was dat het verhaal van de Provincie een ander is dan het verhaal van Haren zelf. Verwacht mag worden dat de minister de Provincie controleert en inhoudelijk correcte afwegingen maakt. Maar wat doet de minister? Die kiest -blind en doof voor de geluiden uit Haren – voor het verhaal van de Provincie, vraagt de Provincie zelfs de vragen te beantwoorden en kopieert en plakt verder delen van het herindelingsadvies aan elkaar. Rituele poppenkast op het hoogste niveau. Tot tweemaal heeft een rechter gesteld dat de inwoners van Haren mogen verwachten dat in Den Haag onbevooroordeeld, eigenstandig en zorgvuldig zal worden afgewogen wat het beste is voor Haren. Van enige vorm van afweging is niets terug te vinden in de antwoorden van de minister. Consulteren voor de vorm lijkt het hoogst haalbare. Ook hier: pijnlijk dat de partij waar ik al ruim dertig jaar lid van ben en waarvoor ik inmiddels acht jaar in de gemeenteraad zit, D66, een hoofdrol speelt in deze poppenkast.

Het wachten is nu op het Parlement. Gaan de leden van de regeringsfracties werkelijk onbevooroordeeld, eigenstandig en zorgvuldig afwegen, zoals verwacht mag worden? Ook al zijn zij door het ministerie voorzien van louter eenzijdige, deels onjuiste en/of achterhaalde informatie, het gemeentebestuur en inwoners van Haren hebben hen ook ruimschoots voorzien van ‘de andere waarheid’. Maar wordt dat gelezen, wordt er door de Kamerleden wel geluisterd naar de burgers en wordt de tegenmacht serieus genomen? Of wordt het opnieuw een rituele poppenkast? Onlangs noemde voormalig ombudsman Brenninkmeijer in een uitzending van Buitenhof dit Parlement voor wat betreft de regeringsfracties een ‘meeloopparlement’, dat slaafs de regering en het dichtgetimmerde regeerakkoord volgt. Merkwaardig en verontrustend, want volgens de grondwet dienen alle volksvertegenwoordigers te opereren ‘zonder last’. En een bindend mandaat valt onder het begrip ‘last’. Geen enkel Kamerlid kan juridisch gezien gebonden zijn aan een regeerakkoord. Ik ben benieuwd of het regeerakkoord en de regeringspartners voor mijn partij belangrijker zijn dan de eigen uitgangspunten! Of democratie het nog wint van macht. Ik ben benieuwd hoe D66 tegenwoordig de ‘democratie’ inhoud en handen voeten geeft.

In het verkiezingsprogramma 2017-2021 van D66 staan mooie volzinnen over het betrekken van burgers, over meer invloed van onderaf, over het luisteren naar burgers en over het herstellen van het vertrouwen van burgers in de democratische rechtsstaat. Citaat: ‘Onze samenleving wordt steeds complexer en verandert steeds sneller. Houden onze democratie en rechtsstaat dit tempo bij? Het vertrouwen van mensen dat hun bestuurders op een goede manier met die veranderingen omgaan, daalt. Om dit tegen te gaan moet politieke macht democratisch gelegitimeerd en controleerbaar zijn. De overheid moet transparant en duidelijk zijn over haar doen en laten. Mensen oprecht betrekken bij het opstellen en uitvoeren van beleid. En de macht hoort geconfronteerd te worden met tegenmacht. Alleen door te luisteren en te presteren kan de politiek beginnen het vertrouwen in de democratie te herstellen. Dat vraagt om ook ander gedrag van politici. Warrige politieke compromissen, regenteske reflexen, door politici gemaakte valse beloftes en als feit verkochte onwaarheden voeden het cynisme. Net als veel beloven vóór de verkiezingen, om vervolgens na de kabinetsformatie verbaasd te zijn als mensen teleurgesteld de rug toekeren.’ Kijk, dat is nu precies waarom ik in een ver verleden lid ben geworden van D66. Macht van onderop, betrekken van burgers. Naar burgers luisteren en hen serieus nemen. En dat is precies wat wij in Haren proberen waar te maken als volksvertegenwoordigers. Om die reden stemde bijna 32% van de kiezers op ons in 2014.

Wat nu als straks, bij de behandeling van het wetsvoorstel ‘Samenvoeging Groningen, Haren, Ten Boer’, blijkt dat bovenstaand citaat voor onze Haagse D66’ers slechts holle frasen zijn en dat ook daar voor de vorm een rituele poppenkastvoorstelling wordt opgevoerd? Hoe leggen wij dat uit aan onze leden en kiezers in Haren? Wat zijn de gevolgen als democratie verworden is tot rituele poppenkast? U mag één keer raden.

Hoogachtend,

Wil Legemaat, sinds 1986 lid van D66 en sinds 2010 raadslid D66 gemeente Haren

cc aan: mevrouw L. Demmers, partijvoorzitter D66 mevrouw K.H. Ollongren, minister van BZ