Algemene beschouwingen

Op 29 juli 2020 werd onze dochter Naëma geboren. Dankbaar keek ik naar dat kleine leventje in dewieg. Ik verwonderde me over de wonderlijke kracht van de Schepper, die nieuw leven gaf. Debevalling was midden in de corona-crisis. De Heere heeft de wereld als het ware stilgezet. Dat dwingttot bezinning. Ik stond in gedachten stil bij deze tijd. Bij het lijden van nu. Bij de zorgen die mensenhebben en de pijn die ze ervaren.

Terwijl ik mijn dochtertje in mijn armen had, probeerde ik onwillekeurig een beeld te vormen hoe dewereld eruit zou zien als zij groot is. Hoe zou Kampen er dan uitzien? Dat weet de Heere alleen.Op de toekomst van onze stad heeft dit stadsbestuur wel veel invloed. Welke overheid heeft onzegemeente dan nodig? Ik vond het antwoord in de oude Schepenzaal. Daar zag ik op de schouwprachtige beelden van de deugden, van de goede eigenschappen van mensen. In die oude rechtszaalwordt uitgebeeld wat goede eigenschappen zijn voor een stadsbestuur.

Het eerste beeld dat ik zie, is van de moed. Een overheid moet moedig zijn. Duidelijke keuzes maken,ook als dat pijn doet. Het is moedig dat het college een voorstelarme begroting verdedigt, zondernieuwe projecten om geld aan uit te geven.Dit is wat we nodig hebben. We noemen dat: begroten volgens het huishoudboekje. Daarom dienenwij vanavond ook geen voorstellen in.Onze fractie schrok toen de wethouder Financiën als grootste risico voor de begroting de raadnoemde. Dat hoort niet zo te zijn. Wij zien hier een grote rol voor de coalitie. Kan het college op decoalitie rekenen bij haar oproep om uitermate terughoudend te zijn bij het opstellen van nieuwbeleid?

De volgende deugd voelde u aankomen: dat is de matigheid. Matigheid betekent: niet boven je standwillen leven. Geld wat er niet is, moet je niet uit willen geven. En wie in goede tijden matig is, kanslechte tijden beter opvangen. Wij moesten in goede tijden al bezuinigen. Dan is het verstandig in deslechte heel voorzichtig te zijn.

Zo komen we op de volgende deugd: de voorzichtigheid. De goede overheid is voorzichtig in beleiden financiën. Maar ook in wat ze belooft. Van deze overheid kan iedereen op aan. Wij maken onszorgen over de manier waarop met inspraak van inwoners en ondernemers wordt omgegaan. zijdenken dat ze inspraak hebben, maar worden uiteindelijk ernstig teleurgesteld. Laten we heelvoorzichtig zijn in de verwachtingen die we wekken.

Ik zag in de Schepenzaal ook vrouwe gerechtigheid. Zij staat met een weegschaal in haar hand.Evenwichtigheid is een belangrijk onderdeel van rechtvaardigheid. De mensen geven wat zetoekomt. Laten we in ons beleid rechtvaardig en evenwichtig verdelen.We hebben bezuinigd. Dat moest. Maar dat moet ook evenwichtig gebeuren. Het verraste ons datvoor meerdere fracties bezuinigen op het sociaal domein veel makkelijker leek dan bezuinigen opcultuur of sport. Is het rechtvaardig de lasten zo te verdelen? Is het evenwichtig zo op zwakkeren tebezuinigen, terwijl we sport en cultuur zo ontzien?

Rechts van de gerechtigheid staat de vrede afgebeeld. Vijfenzeventig jaar leven we in vrede. Wevoelen ons veilig. Toch is dat niet vanzelfsprekend. Vrede en veiligheid moeten beschermd worden.Daarvoor bieden Gods goede geboden rijke richtlijnen. Het ideale gemeentebestuur volgt die. Wezien dat breed. Natuurlijk denken we aan de zondagsrust. Maar ook fraude en ondermijning zoudenwij het liefst uitbannen. Voor het onheus bejegenen van hulpverleners hebben wij geen geduld. En als binnenstadbewoners zich minder veilig voelen, dan moeten we als gemeente daadkrachtigoptreden.

Ik sta nog voor de schouw in de oude Schepenzaal. In het midden prijken drie deugden, die mij heelbekend zijn. Dat zijn Geloof, Hoop en Liefde. De drie christelijke deugden. Die staan centraal! En nietvoor niks! Want deze drie christelijke deugden vormen het vaste ankerpunt van het leven, en ookvan de politiek. Juist in deze tijd, in deze crisis realiseren we ons dat nog meer. Ik zal dat uitleggen.Neem het geloof. Geloof is vertrouwen op God die we niet zien. Het geloof bewijst dat Hij ons ziet.Waar we ook bezig zijn, in ons werk of in de politiek. Hij is de Almachtige God, door wie deoverheden regeren. Hij heeft ons geroepen tot het bestuur van deze gemeente. En dat kunnen wealleen met Zijn zegen. Zeker in deze crisis zien we hoe belangrijk het geloof is. Het geloof geeft onshouvast in een onzeker leven.Toen zag ik het woordje liefde. Ik liet dat woord even op me inwerken. De liefde van God, die dewereld zo lief had, dat Hij Zijn Zoon, Jezus naar de aarde zond. Dat is Kerst. Dat geeft echt troost indeze donkere maanden.Bij liefde denk ik zeker aan de liefde voor elkaar. Juist nu is dat belangrijk! We moeten wel afstandhouden, maar we hoeven elkaar niet los te laten! Integendeel! Een broeder wordt in de noodgeboren, zegt koning Salomo 1 . Ik zou daar zo graag meer van zien. Dat gaat verder dan rekeninghouden met. Dat betekent dat we echt, emotioneel naar elkaar omzien. Dat we als broers en zussenin een groot gezin echt een band leggen. Dat is naoberschap op zijnn best! We horen dat deeenzaamheid toeneemt. Voor eenzaamheid is de liefde het tegengif.

De hoop, dat is de laatste deugd. Hoop geeft perspectief. U zult misschien vragen: Hoop op wie? Perspectief waarop? En dat zijn goede vragen. We hopen op God. Omdat Hij regeert. Zelfs inmoeilijke tijden ontgaat Hem niets. Niet dat alles dan gemakkelijk wordt. Maar wie iets voelt van deliefde waarmee God liefheeft, die weet waarom Bach zingt: Wat God doet, is welgedaan. 2 Wat Hijdoet is goed. Daar hopen we op. Daarin vinden we vrede, daarin hebben we rust.

Dat geloof, die hoop en die liefde wens ik u allemaal toe.