Raketten in Charkov, op klaarlichte dag. Een tachtigjarige man die zich inschrijft bij het leger ‘om te vechten voor zijn kleinkinderen’. Menigtes op het treinstation, files naar de grens, rijen aan de benzinepomp. Een meisje van 8 die haar hamster meeneemt, onderweg naar een veiliger bestaan.

Met afschuw en afgrijzen hebben wij vanuit Limburg de afgelopen dagen gekeken naar de aanval van Rusland. En met bewondering en respect naar de krachtige reactie van Oekraïne. In de eerste plaats spreken wij ons medeleven en onze steun uit aan de bevolking en leiders van Oekraïne. Wij staan naast de Oekraïners in hun strijd voor vrede, veiligheid en gedeelde Europese waarden.

Onze gedachten gaan uit naar alle Oekraïners. Wij maken ons zorgen om hen en leven mee met alle mannen, vrouwen, kinderen, mensen en dieren die op dit moment oorlogsdreiging, agressie en onveiligheid moeten doormaken, thuis, in schuilkelders, of onderweg naar een veiligere plek.

Dit is een bepalend moment in de geschiedenis. Waar vrede en veiligheid vanzelfsprekend leken, is de afgelopen week gebleken hoe kwetsbaar deze zijn. Onze vrede en veiligheid staan na de gevaarlijke acties van Poetin op het spel. Wij staan pal voor Europese samenwerking, veroordelen het geweld en pleiten voor de hardst mogelijke sancties.

Vanuit Limburg, de eerste provincie van Nederland die met internationale hulp werd bevrijd na jaren van onderdrukking, spreken wij onze steun uit aan Oekraïne. En vragen we ons af wat de provincie, behalve die steun uitspreken, méér kan doen.

Daarom vragen we aan het College van Gedeputeerde Staten en onze Commissaris van de Koning in het bijzonder:

Wat kan Limburg doen om Oekraïne te ondersteunen, financieel, met opvangcapaciteit, transport of anderszins? Heeft het College enig beeld waar op dit moment de grootste uitdagingen in Oekraïne en voor Oekraïners in Limburg liggen en waar de provincie Limburg een positieve bijdrage aan zou kunnen leveren? Deze oorlog zal waarschijnlijk grote humanitaire gevolgen hebben. Daarin willen en moeten wij de bevolking van Oekraïne helpen. Welke rol en mogelijkheden heeft Limburg en specifieker gezien de provincie, gelet op haar reeds bestaande wettelijke taak om toe te zien op de huisvesting van vergunningshouders, in samenwerking met gemeenten en/of de regietafel? Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet het College? VDL Nedcar kondigt vandaag aan haar productie voor onbepaalde tijd stil te moeten leggen vanwege tekorten aan materialen vanuit fabrieken in Oekraïne.1 Heeft het College in beeld welke bedrijven en organisaties in Limburg deze oorlog fors raakt? Zo ja, vinden hiermee reeds gesprekken plaats? Zo nee, kan het College deze in kaart brengen? Welke sancties en/of maatregelen kan het provinciebestuur nemen, al dan niet gezamenlijk met andere (decentrale) overheden en/of richting het Rijk om deze bedrijven en organisaties te ondersteunen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Europa, Nederland en daarmee ook Limburg minder afhankelijk worden van Rusland onder andere voor energie, industrie, materialen en financiën? Onderneemt het College stappen op dit vlak? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Met ontsteltenis hebben wij kennis genomen van het interview in Dagblad de Limburger van 28 februari j.l. met de honorair consul van Rusland, baron Constantijn van Vloten, die stelt ‘pal achter Rusland te blijven staan’ en dat de ‘feiten zijn’ dat de aanval op Oekraïne ‘een vredesmissie van Rusland is’ en dat ‘Europa dit expres heeft gecreëerd door geen garanties te geven’.

  Hoe verhoudt de provincie Limburg zich tot de honorair consul van Rusland, zowel in financiële,  als relationele zin? Is het College bereid deze relatie(s) met de honorair consul te herzien?

Namens de fracties van D66, CDA, VVD, PvdA, SVL, Lokaal Limburg, GroenLinks, Fractie Palmen en 50Plus in het Limburgs Parlement.