Ik zou hier niet staan als ik dacht dat de situatie hopeloos was. De politiek kan veel betekenen om de democratie en haar dienaars beter in bescherming te nemen.

We hebben bijvoorbeeld zo snel mogelijk een stevige Wet Politieke Partijen nodig waarbij ondemocratische partijen niet zonder gevolgen hun gang kunnen blijven gaan. De huidige zelfregulering is volstrekt onvoldoende om onze parlementaire democratie te beschermen.

Het grote publieke belang van politieke partijen rechtvaardigt regulering.

De tijd is rijp voor een verbod op doxing, het online delen van de persoonsgegevens van mensen met het doel om ze te intimideren. Het beroep van journalist, wetenschapper of politicus moet niet enkel weggelegd zijn voor waaghalzen, maar voor eenieder die wat wil betekenen voor de maatschappij.

We kunnen veel meer doen aan het temmen van techreuzen die online haat, ophef, ophitsing en desinformatie met hun algoritmes belonen. De winsten zijn voor gigantische Amerikaanse of Chinese bedrijven, terwijl wij de scherven mogen oprapen.

En om het vertrouwen in politiek en democratie in het algemeen naar een hoger niveau te tillen moet de politiek naar zichzelf kijken. Mensen verwachten van politici duidelijke keuzes in het landsbelang, een heldere uitleg als die keuze anders uitpakt dan gehoopt, en openheid over gemaakte fouten.

Ze mogen ook van politici verwachten dat ze de radicalisering en demonisering in het debat beantwoorden met ratio en overtuigde strijd. De strategie van accommoderen of negeren heeft nooit gewerkt; de grens van het acceptabele is steeds een stukje opgeschoven.

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Pieter-Jaap Aalbersberg vraagt ons om te normeren en aan de samenleving te laten zien wat de grenzen zijn.

Ook daarom sta ik hier zo uitgebreid bij stil. En ik roep alle redelijke krachten op: zwijg niet langer. Sta op. Spreek tegen. En haal die laffe afleidingsmanoeuvre ‘maak het niet groter dan het is’ nooit meer van stal.