Een echte D66-tekst maar ook een typische Tommel tekst. Onbevangen, vol vertrouwen, idealistisch en gedreven en getuigend van een zekere hardnekkigheid. Hij heeft dat ook allemaal laten zien in zijn lange Kamertijd en als staatssecretaris van het ministerie van VROM in Paars I.

Dick werkte hard. Ook in de avonduren. Omdat hij overbleef in Den Haag, had hij altijd stapels stukken op zijn bureau. Zijn medewerker, Hanneke van Geuns, haalde de onderste stukken van de stapel wel eens weg maar dacht niet dat hij dat merkte. Ikzelf, met echt een heel andere portefeuille, trof ‘s ochtends wel eens een knipseltje aan waarvan Dick had gedacht dat het wel nuttig voor mij zou zijn.

Als staatssecretaris Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieu in Paars I zat Dick niet stil. Hij maakte met zijn minister Margreet de Boer een plan van aanpak voor Duurzaam Bouwen, en hij ijverde voor de positieverbetering van huurders. Met minister Dijkstal (VVD) van Binnenlandse Zaken maakte hij de wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf. En een wet inzake de huisvesting van asielzoekers.Toegelaten asielzoekers moeten daarbij verzekerd zijn van huisvesting. Als staatssecretaris hield Dick als een van de weinige D66 bewindslieden in het kabinet geregeld overleg met de fractievoorzitter en de woordvoerder.

Buiten de Haagse politiek zat Dick niet stil. Zo was hij vóór de val van de muur voorzitter van de Vereniging Nederland- DDR, tevens voorzitter van de Schaakbond, werd hij in 1985 uitgeroepen tot dierenbeschermer van het jaar en was hij een begaafd schaker en deed zelfs mee aan het bekende Hoogovenschaaktoernooi. Of hij ook aan de huidige Tatasteel toernooien meegedaan zou hebben laat zich raden.’