Bijna een half jaar geleden ging Nederland naar de stembus. Er is nog geen zicht op een nieuw kabinet. Ondanks alle inspanningen van informateur Hamer, die ik daarvoor wil bedanken. Ik vind het zeer betreurenswaardig dat het nog niet lukt om een stabiele coalitie te vormen. Ik voel mij er ook verantwoordelijk voor. En ik hoop dat anderen die verantwoordelijkheid net zozeer voelen.

Voorzitter,

Sinds de verkiezingen zet ik mij in voor een breed gedragen, stabiel kabinet. Vanuit de D66-idealen zo progressief mogelijk. Een kabinet dat de toenemende kansenongelijkheid, de klimaatcrisis en de woningnood te lijf gaat. Een kabinet dat ervoor zorgt dat mensen vrij kunnen zijn. Dat noodzakelijke keuzes niet uit de weg gaat.

Het document op hoofdlijnen dat D66 met de VVD heeft geschreven, laat zien dat er steun is voor de inhoudelijke agenda van zo’n kabinet. Grote ambities op onderwijs, onder meer met een rijke schooldag. Gratis kinderopvang. Een hogere klimaatdoelstelling. Een stevige aanpak van racisme en discriminatie. Nieuwe stappen zetten op persoonlijke vrijheden. Een leidende rol van Nederland in Europa.

We hebben laten zien dat we de tegenstellingen tussen onze partijen kunnen overbruggen. Dat is nodig, in een versplinterd politiek landschap. Toch stokt het nu. Niet om inhoudelijke, maar om puur politieke redenen.

Voorzitter,

Na de onstuimige start van deze formatie, hebben we geprobeerd om via de inhoud tot elkaar te komen. De PvdA en GroenLinks hebben zelfs de moedige stap gezet om nauw te gaan samenwerken. Zij reageerden ook positief op de bouwstenen voor een regeerakkoord. Voor mij een goede uitgangspositie om verder te praten.