Hoewel Václav Klaus wereldwijde bekendheid geniet staat hij toch altijd in de schaduw van die andere Václav. De wereldberoemde schrijver en dissident die door het communistische regime werd onderdrukt en gevangengezet maar na de val van de muur in Tsjechoslovakije tot president werd gekozen: Václav Havel.

Klaus zat in de regering van Havel als minister van Financiën. Hij was de financieel architect van de fluwelen revolutie die zorgde voor een vriendschappelijke ontvlechting van Tsjechië en Slowakije. En hij volgde Havel op als president van Tsjechië.

Klaus is dus bekend geworden als succesvol staatsman en politicus. Maar bovendien – en dat is zeer ongewoon – heeft hij tegen de gevestigde orde in nadrukkelijk stelling genomen tegen de heersende opinies op de gevoelige thema’s EU en klimaat.

‘Klimaat’ wordt door politieke leiders steevast afgedaan als een technisch-inhoudelijk onderwerp dat je over moet laten aan de wetenschappers. Vervolgens kun je als politicus alleen een mening hebben over de relatieve urgentie en prioriteit van ‘klimaatverbeterende’ maatregelen. Pas met de komst van president Trump dringt er sinds kort ook een ander geluid door, maar zelfs vandaag de dag, in 2019, is er vanuit de politiek geen belangstelling voor de inhoud. ‘The debate is over’.

Klaus is de enige staatsman die zich al meer dan 10 jaar geleden inhoudelijk over het onderwerp heeft gebogen, er zelfs een serieus boek over schreef, en zich al vroeg realiseerde dat het hier niet over natuurwetenschap gaat maar over politiek.

Toen ik mij vanuit de Groene Rekenkamer in 2007 en 2008 voor het eerst oriënteerde op de klimaatsceptische literatuur, die was toen nog zeldzaam, was ik verbaasd om een zittend president als één van de auteurs aan te treffen. Het belang van een inhoudelijke oriëntatie van de politiek op klimaat, milieu en energie kan niet worden overschat. Deze onderwerpen lijken zich in het technische ingenieursdomein te bevinden dat zich leent voor ondubbelzinnigheid en stellige uitspraken door deskundigen. Maar vaak is het tegendeel het geval en gaat het over incomplete, onbetrouwbare en onnauwkeurige waarnemingen gevolgd door zwak gefundeerde en ideologisch gekleurde interpretatie en speculatie. Wetenschappers zijn dan activisten geworden, met een nadrukkelijke maatschappelijke agenda mede gevoed door groepsdruk en eigenbelang. In die omstandigheid kunnen politici zich niet achter ‘deskundigen’ verschuilen en moeten zij zelf stelling nemen.

Václav Klaus geldt hen als voorbeeld.