Vleeskuikens, ofwel plofkippen, mogen niet langer met 21 dieren op één vierkante meter worden gepropt. Vandaag stemde de Tweede Kamer voor ons voorstel om te stoppen met dit ‘plofkipproppen’. Volgens Europese regels mogen in de pluimvee-industrie maximaal zo’n zestien kippen per vierkante meter worden gehouden. Onder voorwaarden is een uitzondering mogelijk, waardoor de grens verschuift naar tot wel 21 kippen per vierkante meter. Door het voorstel van de Partij voor de Dieren wordt de minister nu opgeroepen dit niet langer toe te staan. Op dit moment worden in Nederland nog honderden miljoenen vleeskuikens per jaar gehouden in deze zogenaamde ‘hoogste bezettingscategorie’. De controle op de minimale welzijnsregels en voorwaarden voor deze uitzondering, zoals de maximale sterfte van 3,5% van de dieren, rammelt, blijkt uit onderzoek van Wakker Dier . Eva Akerboom, Tweede Kamerlid Partij voor de Dieren: “Het gaat om onvoorstelbare aantallen dieren. Moet je voorstellen dat je op een studentenkamer meer dan 350 kippen zou loslaten. Deze dieren hebben veel te weinig ruimte voor hun natuurlijke behoeften, hebben moeite met lopen en lijden ook nog eens vaker aan pijnlijke zweren aan de voetzolen. Wetenschappers van de Europese voedsel- en warenautoriteit EFSA adviseren om de maximale bezetting fors te verlagen, omdat kippen veel meer ruimte nodig hebben.” Supermarkten zijn vanwege dit dierenleed begin dit jaar gestopt met de verkoop van kippenvlees van dieren die op deze manier worden gehouden. Het vlees van deze dieren is dan ook voornamelijk bestemd voor de export. Akerboom: “Veel andere Europese landen zijn al gestopt met dit plofkipproppen. Nederland kan niet langer achterblijven.”