Rugstreeppadden, poelkikkers, grote modderkruipers, steenuilen, ransuilen, kerkuilen en andere beschermde diersoorten vinden binnenkort betere plekjes in Nijmegen-Noord.

In een nieuw plan krijgen deze en andere diersoorten de aandacht die ze verdienen. In verschillende stukken groen rond de woonwijken zien we straks bijvoorbeeld boomgaarden en knotwilgen terug zoals die er stonden vóór de komst van de kassen in 1960.

Woningen met tuinen krijgen mooie nestplaatsen voor gierzwaluwen en huismussen en voor iedere acht huizen wordt er een plekje ingericht voor vleermuizen.

Ook bewoners en natuurorganisaties worden betrokken bij het tellen van soorten, natuurbeheer en onderwijs. Door bewoners goed te informeren kunnen zij bijvoorbeeld hun tuinen vergroenen zodat deze geschikter worden voor natuurlijke diersoorten.

Raadslid Joep Bos-Coenraad (woordvoerder ecologisch dierenwelzijn):

Dit is geweldig en ook zo hard nodig! Als kind dacht ik altijd: in de stad wonen mensen, de natuur en het platteland is voor de andere dieren. Bij de natuur zag ik het goed. Bij de stad en het platteland zag ik het fout.  

Niet alleen het gebruik van gif is een probleem op het platteland. Ook de gigantische akkers met één enkele plantensoort maken het bijvoorbeeld insecten lastig. Dat is niet zo vreemd: al die planten bloeien dezelfde week in het jaar, maar ook de rest van het jaar hebben veel insecten bloesem en bloemen nodig. Andere dieren zijn weer afhankelijk van deze insecten, maar ook van zaden, dode takken en bladeren en andere dingen die je nauwelijks meer op het platteland vindt.  

Steden kunnen vaak veel meer bieden! Met deze plannen maakt Nijmegen grote stappen om kwetsbare dieren een plekje te geven in onze stad. Dat is niet alleen goed voor deze dieren, maar natuurlijk ook voor natuurliefhebbers. Wist je trouwens dat mensen met meer natuur in hun omgeving een betere concentratie ontwikkelen, minder stress hebben en minder mentale moeheid ervaren?

 

Poelkikker afbeelding op basis van een foto door AngelaL_17 op Pixabay