Voorzitter,

Het gesprek over de gebiedsontwikkeling in de Oostelijke Langstraat lijkt zich de afgelopen maanden toe te splitsen op één onderdeel: de Baardwijkse Overlaat. Uiteraard wil de fractie van D66 daar haar mening over delen. Maar voor ik dat doe, wil ik graag stilstaan bij andere aspecten van dit dossier. Want de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat houdt namelijk zoveel meer in.

Er wordt gewerkt aan verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, de natuur, waterveiligheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid. En zoals onze collega Tineke Klitsie dat mooi omschrijft: “We proberen alle ruimtelijke ambities met een schoenlepel in een beperkte ruimte te persen.” En dat is zelfs in de Langstraat geen gemakkelijke opgave.

De provincie werkt hier als gebiedsregisseur samen met 19 partijen. Het ambitieniveau van het College is daarbij hoog; er zijn extra versnellingen gerealiseerd, zoals een snelfietspad tussen Waalwijk en Den Bosch. En er zijn extra verbeteringen gerealiseerd, zoals bij de ecologische verbindingszones. Wat ooit startte als een opgave om de leefbaarheid, gezondheid en waterveiligheid in de Langstraat-dorpen te verbeteren, is nu een volwaardig ontwikkelingsplan voor een groot gebied geworden. Gedurende het proces werd de puzzel wel steeds groter en complexer, maar hij is gelegd en ligt vandaag ter besluitvorming voor.

Gezondheid neemt toe in De Langstraat Voorzitter, D66 heeft zich sinds de vorige bestuursperiode altijd sterk gemaakt voor duurzame gebiedsontwikkeling, met ruimte voor mens en natuur. Verbinding van bestaande natuurgebieden moest zorgen voor meer robuuste natuur in het gebied. Daarnaast vroegen we aandacht voor het beleefbaar maken van die natuur, zodat Brabanders er ook van kunnen genieten. Vandaag noteren we ook pluspunten voor cultuurhistorie, slimme mobiliteitsoplossingen en mensgerichte verkeersmaatregelen.

D66 ziet als belangrijkste winstpunt van de GOL-plannen dat het gezonder wonen en werken wordt in De Langstraat.

De Provinciale Raad voor de Leefomgeving zegt hierover in haar advies dat in het ontwerpplan: “met extra groen, wandelroutes en fietspaden een beperkt totaal positief effect op gezondheid wordt verwacht.” Terecht stelt zij vervolgens de vraag hoe de provincie die effecten wil meten. Ons advies: laten we het – als de plannen gerealiseerd zijn – aan de inwoners zelf gaan vragen.

Beoordeling aan de hand van drie vragen Voorzitter, de fractie van D66 heeft dit dossier beoordeeld aan de hand van drie vragen die wij onszelf vooraf stelden:

Is er een zorgvuldig proces doorlopen? Hebben alle direct betrokkenen voldoende gelegenheid gehad om hun mening te geven over de plannen? En zijn eventuele alternatieven goed onderzocht? Deze derde vraag staat vandaag centraal, zo lijkt het. Maar ook de vraag of alle relevante feiten op tafel zijn gekomen en goed onderzocht zijn en of men wensen en bedenkingen voldoende heeft kunnen uitspreken, is voor D66 belangrijk. En is er voldoende gecommuniceerd met de direct betrokkenen?

Graag ga ik op onze drie vragen nader in.

Er zijn 70 unieke zienswijzen ingediend en de samenspraakfase is met ruim anderhalf jaar verlengd. Twee alternatieve varianten zijn in expertsessies aanvullend onderzocht. Voor ons als Statenleden waren er rondvraag-momenten en themabijeenkomsten. Er waren insprekers, zelfs vandaag nog. We lazen in de Nota van Beantwoording Zienswijzen dat gedurende dit proces op basis van de inspraak nog diverse inhoudelijke aanpassingen zijn gedaan in het uiteindelijke PIP. Er is veel communicatie geweest met de regio en er is een website waarop veel informatie te vinden is. We hebben meer dan 1.700 pagina’s met inhoudelijke informatie, achtergrondrapporten, adviezen en tekeningen tot onze beschikking en de visie van Brabant Kennis. We zijn in de loop van de tijd meerdere malen op werkbezoek geweest in het gebied, waar we konden ervaren hoe krap de ruimte is en welke overlast de dorpskernen van het verkeer ervaren.

En zoals dat wat ons betreft hoort in zo’n proces, waren er Brabanders zich verenigden om als gesprekspartner van de provincie/stuurgroep op te treden, zoals de Stichting van GOL naar Beter. Deze stichting heeft goed werk verricht in dit proces. Er leven overigens wel verschillende geluiden in de achterban, die niet allemaal door deze stichting worden vertegenwoordigd. Maar zo werkt dat in een democratie. Er moet ruimte zijn voor meningsverschillen, als je maar met elkaar in gesprek blijft.

Variant 72A De Stichting van GOL naar Beter heeft op eigen initiatief een alternatief laten uitwerken en doorrekenen. De vraag is of dit alternatief echt een verbetering is. De Gedeputeerde heeft bij meerdere gelegenheden uitgelegd dat deze variant niet tegemoet komt aan de doelstellingen van de GOL en – niet onbelangrijk – ook beduidend duurder is. Daarnaast ligt er een Rijkseis van 130 per uur; daar mogen we simpelweg niet van afwijken. De variant 72a is daarmee geen reëel alternatief. D66 twijfelt niet aan het oordeel van het College, omdat deze variant meermalen uitgebreid is onderzocht. Dat dit oordeel teleurstellend is voor de stichting, begrijpen wij heel goed. Er moeten keuzes worden gemaakt en dat betekent dat niet iedereen zijn zin kan krijgen. Maar iedereen die dat wilde, heeft voldoende gelegenheid gehad om zijn wensen te uiten.

Geen ideale oplossing voor de Baardwijkse Overlaat De gekozen oplossing in het Provinciaal Inpassingsplan voor de Baardwijkse Overlaat is uiteindelijk niet ideaal; want asfalt en natuur gaan niet gemakkelijk samen. Dit puzzelstukje past daarom niet goed in de totale GOL-puzzel. We hebben als fractie onderzocht of er nog oplossingen te bedenken zijn die de bezwaren van belangenverenigingen en insprekers weg kunnen nemen, door opties te bekijken die minder asfalt of meer natuur zouden opleveren. Uiteindelijk bleken deze opties ook weer hun nadelen te hebben. Kortom, er blijkt geen ideale oplossing voor de Baardwijkse Overlaat te zijn die alle partijen tevreden stemt. Dan resteert voor onze fractie de vraag: hoe kunnen we de natuurkwaliteit en robuustheid zo optimaal mogelijk maken, binnen het voorliggende inpassingsplan?

Welke ruimte is hier nog en welke optimaliseringsplannen heeft het College nog in petto? We willen graag dat de Gedeputeerde vandaag, ook voor de volgers buiten deze zaal, nogmaals toelicht welke maatregelen hij in de GOL plannen heeft voorzien om de natuur in de Baardwijkse Overlaat te versterken.

Optimaliseren is een werkwoord We zijn in ieder geval tevreden dat Gedeputeerde Van Merrienboer tijdens de themabijeenkomst van 23 februari heeft toegezegd om te blijven zoeken naar optimalisatiemogelijkheden binnen de realisatiefase. Bijvoorbeeld ten aanzien van ecologische verbindingszones, faunapassages, het verkeersnetwerk inclusief het snelfietspad en last but not least: robuuste natuurkwaliteit, zonder dat dit aanvullende financiële consequenties heeft. Het is goed dat het Groen Ontwikkel Bedrijf om die reden betrokken is, vanuit de provinciale ambities ten aanzien van het Natuurnetwerk Brabant.

Maar optimaliseren is een werkwoord; dus laten we er als Provinciale Staten vanuit onze controlerende rol op toezien dat hier voldoende aandacht voor blijft.

Hoe nu verder? Want voorzitter, Yves de Boer is dit proces gestart en Erik van Merriënboer heeft het in aanloop naar vandaag afgerond. Een groot deel van de realisatie zal in de volgende bestuursperiode plaatsvinden. Wellicht dat er dan weer een Gedeputeerde van een andere partij het stokje overneemt. Hoe borgen we dat het streven naar optimalisaties door een volgend College wordt overgenomen en deze aanpak wordt voorgezet? D66 maakt daar graag nu al goede afspraken over.

Voorzitter, de D66 fractie heeft alle aspecten van het dossier zo goed mogelijk beoordeeld aan de hand van de drie eerder door ons genoemde vragen. We steunen de plannen zoals die er nu liggen, in de wetenschap dat alle mogelijke alternatieven en varianten zijn onderzocht en of financieel niet haalbaar zijn, en/of niet op voldoende draagvlak van de bewoners in het gebied kunnen rekenen en/of niet bijdragen aan de doelen van de GOL. We zijn ervan overtuigd; met de GOL wordt het beter.

Tot zover onze eerste termijn.

2e termijn

Voorzitter, in onze eerste termijn hebben we vooral aandacht gevraagd voor dat puzzelstukje in de GOL-puzzel dat niet goed leek te passen: De Baardwijkse Overlaat.

Hier wordt uiteindelijk twee keer zoveel hectaren natuur aangelegd, als op basis van de compensatieregeling verplicht is. Er komt dus meer natuur terug dan er verdwijnt. En belangrijker: Meer robuuste natuur: aaneengesloten natuurgebieden waar planten en dieren zich gemakkelijker kunnen verplaatsen en die beter bestand zijn tegen klimaatverandering.

De voorgestelde maatregelen in de GOL leveren een forse bijdrage aan de biodiversiteit en maken deze bovendien beleefbaar voor fietsers en wandelaars. Dankzij de GOL krijgt de Baardwijkse Overlaat nieuwe impulsen en daar is D66 groot voorstander van.

Over impulsen gesproken: We willen nog graag één onderwerp aan de orde stellen dat na de besluitvorming vandaag relevant wordt: Als D66 fractie vinden we het belangrijk dat binnen de realisatiefase van de GOL zoveel mogelijk circulaire inkoop plaatsvindt.

Bij circulair inkopen borgt de inkopende partij dat de producten of materialen aan het einde van de levens- of gebruiksduur weer optimaal in een nieuwe cyclus kunnen worden ingezet. Dat gaat verder dan recyclebaar asfalt en een biobased vangrail…..bijvoorbeeld over het opnieuw gebruiken van pijlers van een oude spoordijk om een nieuwe fietsbrug te realiseren.

Waarom stellen we dit onderwerp nu aan de orde? Begin dit jaar is de Transitie agenda Circulaire Bouweconomie gepresenteerd. Een van de aanbevelingen uit deze transitieagenda is dat overheden vanaf 2023 alle opdrachten 100% circulair uitvragen. Nu lopen we in Brabant graag voorop, dus wat D66 betreft gaan we hier nu al mee aan de slag.

Om een extra impuls te geven aan deze ontwikkeling stelt het kabinet dit jaar vanuit de klimaatgelden in het regeerakkoord vijf miljoen euro beschikbaar voor klimaatneutraal en circulair inkopen. Ze start dit jaar honderd inkoopprojecten met gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. Het moet daarbij gaan om aanbestedingen die worden voorbereid of uitgevoerd en die wezenlijk effect hebben op CO 2-besparingen/of circulariteit. Nou is onze vraag natuurlijk: Is het College voornemens om deze uitnodiging van het kabinet aan te nemen en de GOL als project in te dienen?

Tot zover onze bijdragen.