“Heel erg naar mijn zin” is mijn antwoord als mensen mij vragen hoe mijn nieuwe baan bevalt.

Als ‘bekende Castricummer’ duren de wekelijkse boodschappen meestal een stuk langer dan mijn kinderen leuk vinden. Veel mensen weten wie ik ben, weten dat ik geen wethouder meer ben en hebben in de krant gelezen dat ik de Castricumse politiek heb verruild voor Haarlem. Praatjes bij de bakker, slager, groenteboer, visboer, stroopwafelkraam… en bijna iedereen vraagt me hoe mijn nieuwe baan bevalt.

Ik heb het erg naar mijn zin. Heel toffe werkplek, erg leuke collega’s. Ik kan op de fiets heen en weer en op het gebied van duurzaamheid is zo verschrikkelijk veel te doen dat mijn dagen snel gevuld zijn. En het is een hele mooie combinatie met mijn tijdrovende uit de hand gelopen hobby: de politiek. Veel mensen verbazen zich als ik vertel dat ik tegenwoordig werk in Heerhugowaard, bij de gemeente. Dat het zijn van lid van Provinciale Staten alles behalve een fulltime baan is en ik dat er dus ‘bij’ doe naast mijn echte baan. Dat ik dus niet elke dag op en neer ga naar Haarlem, maar eigenlijk alleen op maandag. Kennelijk verwachten de meeste Castricummers dat hun oud-wethouder elke dag met een auto-met-chauffeur naar het Provinciehuis gereden wordt.

Het maakt duidelijk wat ik al langer merk: als vakidioot weet ik precies hoe het hele politieke stelsel in elkaar steekt. Wat het verschil tussen een college en een raad of een staten is. Wat de Provincie doet en een gemeente regelt. Wat een Waterschap überhaupt is. Mensen die er een stuk minder in geïnteresseerd zijn weten dat vaak helemaal niet en hebben soms echt geen idee wat een lid van Provinciale Staten nou precies doet. Hoeveel stukken er langskomen. Waarover we praten in de Statenzaal. En dat het dus geen baan is. Gemeentepolitiek is voor veel mensen al iets dat op afstand staat, de Provinciale politiek staat dat nog veel verder. De onderwerpen zijn groot, abstract en je hoort ook dat de inwoners van Noord-Holland niet altijd het idee hebben dat hun mening gehoord wordt of ertoe doet. Zoveel belangen, Haarlem is zo ver weg.

Ik ben in een groep mensen terecht gekomen die zijn best doet die inwoners te horen. Op werkbezoek te gaan, te luisteren, te bellen, te mailen, zo laagdrempelig mogelijk te werken. Voor mij zeker ook een uitdaging om de komende jaren te zien hoe de afstand met ‘Haarlem’ kleiner kan worden. Misschien zelfs zo klein kan worden als in de dorpspolitiek. Door anders te vergaderen, besluiten anders voor te laten bereiden, mensen mee te laten denken, meningen serieus te nemen en de deuren van het Provinciehuis wagenwijd open te gooien. De man van de stroopwafelkraam snapt inmiddels een beetje hoe de vork in de steel zit, nu de rest van de Noord-Hollanders nog.