Op 2 mei jl. heeft de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd aan Juzt een aanwijzing gegeven op basis van de Jeugdwet met betrekking tot de locatie Lievenshove in Oosterhout. Deze aanwijzing is op 8 mei door de inspectie openbaar gemaakt. In deze aanwijzing geeft de inspectie het volgende aan:

Uit het inspectieonderzoek, blijkt dat er tekortkomingen zijn op de thema’s: uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat en goed bestuur. Deze tekortkomingen leiden tot een situatie waarin sprake is dat de hulpverlening bij Juzt, locatie Lievenshove niet voldoet aan de Jeugdwet en de normen uit het toetsingskader Verantwoorde hulp voor Jeugd (hierna VHJ). De combinatie van een gebrek aan individuele behandeling, geen integraal onderwijsaanbod, jeugdigen die geen onderwijs volgen zonder een voldoende passende dagbesteding en een niet passend en veilig leefklimaat vindt de inspectie een zorgelijke situatie die niet langer mag voort duren.

In de aanwijzing staat dat Juzt uiterlijk 15 mei 2019 moet voldoen aan 6 van de 7 concrete punten die door de inspectie in hun aanwijzing genoemd worden. Naar aanleiding van deze aanwijzing zijn de laatste jongeren op 7 mei vertrokken bij Lievenshove.

Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks de volgende vragen.

In het “Toetsingskader Verantwoorde Hulp voor Jeugd" staat per onderdeel een overzicht van de relevante wet- en regelgeving waarop getoetst wordt. Hierin wordt onder andere verwezen naar artikel 20 van het “Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind”. Dit verplicht de Staat om extra bescherming te bieden aan kinderen die niet in hun eigen gezin kunnen verblijven. De Staat moet zorgen voor een geschikt alternatief, zoals plaatsing in een pleeggezin of in een instelling voor kinderzorg. Bij de keuze van de meest geschikte oplossing, zal rekening gehouden moeten worden met de culturele achtergrond van het kind.

Is het College van mening dat de zorg die door Juzt geleverd werd aan de jongeren die in Lievenshove verbleven niet meer voldeed aan de algemene richtlijnen zoals die zijn vastgelegd in het “Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind”?

Artikel 2.6 van de Jeugdwet geeft aan: “Het College is er in ieder geval verantwoordelijk voor dat er een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod is om aan de taken als bedoeld in artikel 2.2, 2.3 en 2.4 tweede lid, onderdeel b, te kunnen voldoen”. Deze taken zijn kort samengevat preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

Is er volgens het College wel of niet sprake geweest van een kwalitatief toereikend aanbod van Juzt zoals dit beschreven wordt in de Jeugdwet? Waarom is dit wel of niet het geval?

Op het terrein van Lievenshove was sprake van een grote mate van drugsoverlast. Allerlei soorten drugs werden hier door dealers verhandeld aan de jongeren die bij Lievenshove verbleven. Volgens artikel 13b, lid 1 van de Opiumwet kan een burgemeester een last onder bestuursdwang opleggen wanneer “in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs) of II (softdrugs) wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is”.

De richtlijnen van het Openbaar Ministerie geven aan dat wanneer een hoeveelheid drugs wordt aangetroffen die boven de norm voor eigen gebruik ligt tot (tijdelijke) sluiting overgegaan kan worden.

Was er bij Lievenshove sprake van een situatie dat het hierboven genoemde artikel 13b, lid 1 van de Opiumwet toegepast kon worden om een last onder bestuursdwang op te leggen en over te gaan tot (gedeeltelijke) sluiting van het terrein vanwege de aanwezigheid van drugs? Indien het antwoord op vraag 3 bevestigend is, waarom is dan niet overgegaan tot deze mogelijkheid die de Opiumwet biedt? Indien het antwoord op vraag 3 ontkennend is, waarom was er dan geen sprake van een situatie waardoor op basis van de Opiumwet overgegaan kon worden tot (gedeeltelijke) sluiting van het terrein vanwege de aanwezigheid van drugs? Welke andere maatregelen zijn er door de gemeente Oosterhout respectievelijk de politie genomen om de verkoop en het gebruik van drugs op het terrein van Lievenshove tegen te gaan?

De inspectie geeft aan dat er geen integraal onderwijsaanbod was voor de jongeren en dan jeugdigen ook geen onderwijs volgden zonder een voldoende passende dagbesteding.

Betekent dit dat er bij Lievenshove sprake was van een situatie dat (bepaalde) jeugdigen geen onderwijs kregen terwijl ze wel leerplichtig waren volgens de wet? Als het antwoord op vraag 7 bevestigend is, was de leerplichtambtenaar van de gemeente Oosterhout op de hoogte van het feit dat het onderwijsaanbod voor (bepaalde) jeugdigen op Lievenshove niet voldeed? Wanneer en op welke manier is Lievenshove hierop aangesproken door de leerplichtambtenaar? Wanneer en op welke manier zijn de voogd(en) van de desbetreffende jeugdigen hierop aangesproken door de leerplichtambtenaar omdat zij in eerste aanleg verantwoordelijk zijn voor het niet naar school gaan van deze jeugdigen? Welke maatregelen zijn genomen richting Lievenshove betreffende het onvoldoende onderwijsaanbod voor (bepaalde) jeugdigen en op welke manier heeft Lievenshove aan deze maatregelen uitvoering gegeven? Heeft het Warandecollege sinds 2015 zicht gehad op het feit op de jeugdigen die bij Lievenshove woonden ook daadwerkelijk onderwijs kregen op het Warandecollege? Zijn er vanuit het Warandecollegeat zich op het terrein van Lievenshove bevindt, signalen naar de gemeente respectievelijk de leerplichtambtenaar afgegeven betreffende het onderwijsaanbod voor de jeugdigen van Lievenshove? Wanneer zijn deze signalen afgegeven en wat was de inhoud hiervan?

De inspectie geeft aan dat er sprake is van een gebrek aan individuele behandeling bij de jeugdigen die zich in Lievenshove bevinden. Volgens het rapport “Sturing en beheersing uitgaven voor jeugdhulp” van Andersson Elffers Felix uit april 2018 heeft de gemeente Oosterhout in de jaren 2015 tot en met 2017 jaarlijks een bedrag tussen de € 2 en € 2,3 miljoen aan Juzt betaald voor residentiële zorg.

Op welke manier en wanneer heeft de gemeente sinds 2015 gecontroleerd of de residentiële zorg waarvoor de gemeente Oosterhout Juzt betaalt ook daadwerkelijk geleverd is, volgens de eisen die hiervoor gelden? Wat was de conclusie van deze controles? Wanneer en op welke manier heeft de gemeente Juzt sinds 2015 aangesproken op het feit dat de geleverde residentiële zorg op Lievenshove niet voldeed aan de daarvoor gestelde eisen? Op welke manier en wanneer is er overleg gevoerd met Juzt om te komen tot een oplossing met betrekking tot de problematiek bij de locatie Lievenshove? Is Juzt ooit in gebreke gesteld voor het niet nakomen van hun contractuele verplichtingen?

Naast residentiële zorg neemt de gemeente Oosterhout bij Juzt ook ambulante hulp af. Dit bedrag is vanaf 2015 gestegen van € 535.000 naar € 890.000 blijkt uit het rapport van Andersson Elffers Felix.

Op welke manier en wanneer heeft de gemeente sinds 2015 gecontroleerd of de ambulante zorg waarvoor de gemeente Oosterhout Juzt betaalt ook daadwerkelijk geleverd is, volgens de eisen die hiervoor gelden? Wat was de conclusie van deze controles? Indien er sprake was van een negatieve conclusie, wanneer en op welke manier heeft de gemeente Juzt sinds 2015 aangesproken op het feit dat de geleverde ambulante zorg op Lievenshove niet voldeed aan de daarvoor gestelde eisen? Is Juzt ooit in gebreke gesteld voor het niet nakomen van hun contractuele verplichtingen? Op welke manier gaat de gemeente Oosterhout Juzt (extra) controleren om te zien of de kwaliteit van diensten die zij nu nog leveren aan de gemeente Oosterhout voldoet aan de geldende eisen?

Aanwijzing 2 van de inspectie zegt dat professionals moeten zorgen voor continuïteit van de hulp. Jeugdigen moeten weten wanneer zij verhuizen en waar zij naar toe verhuizen (criterium 1.1.3 van het “Toetsingskader Verantwoorde Hulp voor Jeugd”. Uit een artikel van BN de Stem van 9 mei 2019 volgt dat er bij de ouders sprake is van een grote onzekerheid betreffende de verhuizing van de laatste jongeren uit Lievenshove?

Heeft de verhuizing van de laatste jongeren uit Lievenshove plaatsgevonden op een manier die past binnen het “Toetsingskader Verantwoorde Hulp voor Jeugd”? Op welke manier zijn deze jongeren en hun ouders betrokken bij de verhuizing vanuit Lievenshove naar een andere locatie? Hebben zij volwaardig mee kunnen denken en praten bij deze beslissing? Zijn hun meerdere keuzemogelijkheden geboden? Op welke manier en wanneer heeft de gemeente Oosterhout ingegrepen om ervoor te zorgen dat de verhuizing van de laatste jongeren plaats zou vinden op een verantwoorde manier? Vindt de gemeente de verhuizing van de laatste jeugdigen passend? Is er bijvoorbeeld voldoende rekening gehouden met het feit dat sommige jeugdigen een opleiding volgen welke afgebroken moest worden? Een aantal jeugdigen zijn immers verplaatst naar een nieuwe instelling op flinke afstand van Oosterhout.

De inspectie Gezondheidszorg en Jeugd volgt sinds 2016 jeugdzorginstelling Juzt intensief. Zeker sinds de aankondiging tot sluiting zijn er regelmatig artikelen in de media verschenen waar geklaagd is over de gebrekkige zorg.

Op welke tijdstippen heeft de gemeente Oosterhout contact gehad met de inspectie over de situatie bij Lievenshove? Welke boodschap is op die momenten overgebracht aan de inspectie betreffende Lievenshove? Wanneer het antwoord op deze vraag ontkennend is, waarom heeft de gemeente Oosterhout dan geen contact gehad met de inspectie over de situatie bij Lievenshove? Heeft de gemeente in deze contacten bij de inspectie aangedrongen op het nemen van maatregelen richting Lievenshove? Om welke maatregelen gaat het dan en wanneer is hierop aangedrongen? Heeft de gemeente richting de inspectie aangedrongen op het sluiten van Lievenshove? Zo ja, wanneer is dat gebeurd? Zo nee, waarom is daar door de gemeente niet op aangedrongen?