GroenLinks is zeer boos op burgemeester en wethouders over het afmaaien van de bloemen in heel veel bermen in Oosterhout. Wat is er aan de hand?

In november 2018, anderhalf jaar geleden dus al (!), riep de gemeenteraad het college op om in Oosterhout eindelijk eens natuurvriendelijk en dus insectenvriendelijk te gaan maaien. Want al tientallen jaren lang is dat maaien in Oosterhout hetzelfde: we gaan veel bermen maaien precies als er net veel bloemen zijn. Niet alleen genieten heel veel Oosterhouters van kleurrijke bermen, maar nóg belangrijker: bloemenrijke bermen zijn belangrijk voor de meeste insecten. Juíst nu al heel veel jaren op rij de insecten zowel in aantallen als in soorten hard achteruitgaan, blijft het college maaien zoals ze dat altijd al gedaan hebben. Ook op plekken waar dat echt niet nodig is, zoals op mooie natuurplekjes in de Oranjepolder. Waarom onderneemt ons dagelijks bestuur van de gemeente uit zichzelf al jaren NIETS.

Na anderhalf jaar kunnen nadenken over hoe het dan WÉL moet, kondigt het college nu slechts EEN PROEF aan voor een paar percelen. Schandalig vinden wij het!! Geen enkel initiatief van het college terwijl pers en media al jaren volop de achteruitgang van insecten in het licht zetten.

Wij hebben daarom opnieuw vragen gesteld aan burgemeester en wethouders.

Voor de mensen die het preciezer willen weten wat er politiek hierover aan de hand is, hebben we onze brief met vragen hieronder gezet.

Schriftelijke vragen maaibeleid

In de vergadering van 6 november 2018 nam de gemeenteraad met de grootst mogelijke meerderheid een motie aan om het college ertoe te bewegen - na decennialang  insectenonvriendelijk maaibeheer (aldus de laatste overweging bij die motie) – te komen tot een aanpassing van het Oosterhoutse maaibeleid aan de meest actuele maatstaven voor natuurverantwoord en dus insectenvriendelijk maaien. Behalve onderzoek daarnaar was in de motie ook gesteld, dat het streven erop gericht moest zijn om dat insectenverantwoord maaibeheer tenminste met ingang van het maaiseizoen 2020 toe te passen. Bovendien werd verzocht de raad te betrekken (letterlijk ‘te betrekken bij de mogelijke scenario’s’).

Het bijenhoudersgilde maakt deze week verontrust melding van het maaien van veel bermen vol bloemen in Oosterhout en wij stellen dit ook zelf wéér vast. Het maaisel/de afgemaaide kruiden wordt bovendien meestal door dezelfde grasmaaier opgezogen inclusief alle insecten die er zich nog in bevinden.

Deze week namen wij kennis in iBabs van de ‘Stand van zaken’ inzake de motie. De letterlijke tekst van het college luidt daar:

“Er zijn gesprekken geweest met een ecologisch adviesbureau en met een aannemer mbt natuurvriendelijk maaien (Sinusmaaien). In 2020 zal er een pilot komen van deze vorm van maaibeheer. Er zijn percelen aangewezen waar dit beheer toegepast gaat worden. Hiermee kan de motie als afgedaan worden beschouwd.”

Weliswaar gaf de raad anderhalf jaar (!) geleden aan dat ‘het streven’ erop gericht moest zijn een nieuw maaibeleid toe te passen in 2020, maar kon uw college uit de behandeling van de motie weten dat het de gemeenteraad ernst was. Zie daartoe ook de overige overwegingen van de motie, maar ook alle inbreng van de diverse fracties op dat moment. Het is dan meer dan teleurstellend dat nu slechts een pilot wordt aangekondigd op enkele percelen! Hoezo een proef, waar sinusmaaien reeds door heel veel overheden in het land wordt toegepast? Bovendien betreft natuur- en insectenvriendelijk maaibeheer heel wat meer dan slechts sinusmaaien. Het betekent onder meer ook dat bermen NIET gemaaid worden zolang er veel bloemen zijn en dat ecologische verbindingszones slechts aan het eind van de zomer gemaaid worden en niet als er bijvoorbeeld jonge patrijzen zijn, en andere vogels en veel insecten. Wij menen niet ‘dat de motie hiermee als afgedaan kan worden beschouwd’. Ten minste onze fractie is zeer verbolgen.

Wat is er in de afgelopen anderhalf jaar tijd ambtelijk en bestuurlijk ondernomen om in 2020 wél te kunnen komen tot een natuurverantwoord maaibeheer? Wat hebben de gesprekken met dat ecologisch adviesbureau en met die ene vaste huisaannemer opgeleverd? Mogen wij daar verslagen van zien? Vindt uw college niet ook dat een dergelijk natuurverantwoord maaibeheer uit meer moet bestaan dan uit sinusmaaien? Heeft uw college inhoud en strekking van de betreffende motie eigenlijk wel goed begrepen en waarom is uw college niet met ingang van dit maaiseizoen reeds begonnen met een nieuw maaibeheer? Waarom is de raad niet tenminste enigszins meegenomen zoals het dictum van de motie aangeeft? Waarom heeft de gemeenteraad ook tussentijds niets van het college vernomen over de voortgang van de voorbereiding om te komen tot een natuurverantwoord maaibeleid? Wil het college met onmiddellijke ingang, dat wil zeggen na ontvangst van deze brief/e-mail  het maaien van bloemenbermen in de gehele gemeente beëindigen tot einde van de zomer? Welke afspraken zijn er terzake gemaakt met de betreffende aannemer(s)? Wil het college de contracten met deze aannemers voor de raad vertrouwelijk ter inzage leggen?

Al gedurende meerdere jaren heeft onze fractie ernstige twijfels bij de ambtelijke invulling op het groenbeleid zowel qua aantal fte als de kwaliteit/deskundigheid. Als raad moeten wij te veel artikel 39-vragen stellen en moties indienen op het gebied van natuur- en groenbeleid om het college de goede kant uit te krijgen. Van een pro-actief natuur- en groenbeleid is naar onze opvatting geen enkele sprake, noch op bestuurlijk noch op ambtelijk niveau.

Wil het college ons aangeven hoeveel fte daadwerkelijk wordt ingezet voor specifiek de beleidsfuncties op groengebied, zowel juridisch-administratief als in de uitvoering? Kan het college volhouden dat het genoemde aantal en de kwaliteit/deskundigheid voldoende is om een adequaat en verantwoord groenbeleid te voeren? Wij willen graag meer dan een ja of nee - zoals vaak het geval is - en dus een beargumenteerd antwoord. Is het college bereid meer inzet te tonen op het gebied van natuur- en groenbeleid?

Wij zijn ervan op de hoogte dat er een regulier groenoverleg, de zogenaamde Groene Tafel, plaatsvindt, waarvan de portefeuillehouder en twee medewerkers deel uitmaken alsmede enkele groene organisaties in de gemeente. Ons bereiken met regelmaat signalen van de groene organisaties dat de opbrengst van hetgeen door hen wordt ingebracht nihil of nagenoeg nihil is. Er wordt wel geluisterd, maar zelden iets mee gedaan.

Wie maken er deel uit van deze Groene Tafel, want wij begrijpen dat ook de huisaannemer aan tafel zit?