Ik wil graag heel duidelijk maken dat dit verhaal gaat over mijn persoonlijke ervaringen. Het gaat niet over het standpunt van de fractie van GroenLinks Overbetuwe. Wel gaat het over democratie, regels, uitsluiting, frustratie en gezond verstand.

Corona: een woord dat ik tot een paar maanden geleden eerlijk gezegd vooral met bier associeerde. In elk geval had ik het niet gekoppeld aan een situatie waarbij een virus de hele wereld piepend tot stilstand liet komen. Aan het begin van deze pandemie was het voor iedereen zoeken hoe we hiermee om moesten gaan. Het belangrijkste: voorkomen dat je ziek wordt om de enorme piek van IC-opnames zo klein mogelijk te houden.

De drie rollen van de raad zijn kaderstellen, controleren en het vertegenwoordigen van de inwoners. Bij mijn benoeming als raadslid voelde ik me direct zeer verantwoordelijk voor het goed uitvoeren van deze rollen. Het is immers niet niks: ineens werd ik medeverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de gemeente Overbetuwe. Daarmee heb je invloed op het leven van een kleine 50.000 inwoners, zelfs de inwoners die niks met politiek hebben. Maar, zoals ik altijd zeg als ik die reactie krijg bij het huis-aan-huizen: “U hebt misschien niks met politiek, maar de politiek heeft wel iets met u!”.

Een belangrijke manier om je taken goed uit te voeren is door te vergaderen. Je krijgt hierbij de mogelijkheid om je te laten informeren, zowel over feiten als over meningen. Daarna kun je gefundeerde beslissingen nemen, iets wat ik serieus neem.

In de Overbetuwse politiek zijn er 2 groepen mensen die bepalen hoe we tijdens deze coronacrisis vergaderen. Dat zijn het seniorenconvent met daarin alle fractievoorzitters en het presidium waarin de voorrondevoorzitters zitten. Dit zijn raadsleden die door de raad gekozen zijn voor deze functie. Het seniorenconvent geeft advies, het presidium besluit.

Nadat premier Rutte begin maart aankondigde dat er verschillende maatregelen genomen moesten worden kwam de mogelijkheid om fysiek te vergaderen onder druk te staan. Daarom werd besloten de politieke avond van 24 maart en de raadsvergadering van 7 april te annuleren. Maar er moet natuurlijk wel van alles besloten en geregeld worden: de wereld draait immers door. Op 7 april werd een spoedwet aangenomen waardoor gemeenteraden digitaal mogen vergaderen. Ik vond dat fijn. Gemeenteraadsvergaderingen mochten vanwege een speciale uitzonderingsregel nog wel plaatsvinden met maximaal 100 personen en tenminste 1,5 meter afstand. Toch is dat niet ideaal, want als je klachten hebt moet je thuisblijven.

Op 8 april besloot het presidium bij meerderheid, dus niet unaniem, dat er op 14 april een raadsvergadering gehouden zou worden. Afgesproken werd dat daarbij geen enkel raadslid aanwezig zou zijn. Vervolgens gaat er een procedure in werking waarbij er voor de volgende dag een nieuwe raadsvergadering werd belegd, waarbij alleen het raadslid dat plaatsvervangend voorzitter van de raad is aanwezig zou zijn. Op 15 april werd deze raadsvergadering gehouden waarbij alle agendapunten waar geen discussie meer over hoefde te worden gevoerd zijn afgehandeld. Pragmatische oplossing, dat wel. Maar wat voelde het raar om thuis te zitten terwijl er een raadsvergadering aan de gang was.

Allerlei gemeente schakelden over op onlinebijeenkomsten. Hoewel dit niet overal meteen vlekkeloos verliep konden daar alle raadsleden bijdragen aan het democratisch proces, een snotneus of kriebelhoest maakten niets uit.

Een meerderheid van de gemeenteraad besloot echter om fysiek te blijven vergaderen. GroenLinks heeft in alle geledingen steeds aangeven hier tegen te zijn, maar haar argumenten werden terzijde geschoven.

Op 21 april werd er een fysieke politieke avond georganiseerd. Hierbij mocht per fractie slechts 1 persoon het woord voeren. Best lastig, want de onderwerpen liepen zeer uiteen. Daarbij is het risico bij deze opzet dat degene die aan tafel zou zitten op de dag zelf zou moeten constateren dat gezondheidsklachten maakten dat je thuis moest blijven. Onze fractie besloot daarom niet aanwezig te zijn en schriftelijk onze inbreng te leveren. Gelukkig ging de vergadering ermee akkoord dat onze inbreng meegenomen kon worden in de beraadslagingen, maar ideaal was het niet. Wij schreven daar eerder dit bericht over.

Op 12 mei was er weer een fysieke raadsvergadering. Het presidium, dat de agenda voor de raadsvergadering bepaalt, deedeen dringend advies aan elke fractie om met de helft van de fractie aanwezig te zijn. Zo kon voldaan worden aan de 1,5 meter afstand. Hiermee bleef de stemverhouding gelijk, maar werd het voor de helft van de raadsleden erg moeilijk gemaakt hun rol in het democratisch proces uit te oefenen. Ik was die avond met Hanno aanwezig en vond het een rare avond. Het was goed georganiseerd met looproutes, aparte ingangen en voldoende ruimte. Toch zag ik mensen tussen tafels doorlopen en te dicht bij elkaar komen. Voor mij overheerste een ongemakkelijk gevoel. Bij het vaststellen van de agenda heb ik dan ook ingebracht dat onze fractie van mening was dat politieke avonden en raadsvergaderingen digitaal zouden kunnen plaatsvinden.

Op 26 en 27 mei waren er weer politieke avonden. Hierbij was besloten dat per fractie 2 personen het woord mochten voeren, met een wisseling na het tweede agendapunt. Op 26 mei heb ik een deel van de vergadering mogen doen.

Op 9 juni was er weer een raadsvergadering. Hierbij konden alle raadsleden aanwezig zijn, weliswaar gedeeltelijk op het balkon, maar met gelegenheid tot bijdragen aan het debat en met stemrecht. Maar ik was er niet bij. Want ik werd wakker met keelpijn en een loopneus. In normale omstandigheden was dit niet eens op mijn radar verschenen, anders dan dat ik een extra pakje tissues in mijn tas had gestopt. Maar het zijn geen normale omstandigheden, verre van. En dus heb ik ’s morgens heel hard gevloekt terwijl ik op de website van de Rijksoverheid las dat het met deze klachten nog steeds de bedoeling is om thuis te blijven. Inmiddels wist ik dat mijn collega raadslid Rik van den Dam ook niet aanwezig kon zijn vanwege hooikoortsklachten. Je kunt immers aan de buitenkant niet zien waardoor die klachten veroorzaakt worden. Na overleg met onze fractievoorzitter heb ik dan ook moeten besluiten om niet aanwezig te zijn bij de raadvergadering.

Ik vind het moeilijk om uit te leggen hoe gefrustreerd en boos ik daarover was en ben. Er is een ziekte, daar moeten we iets mee, er wordt wettelijk geregeld dat we tijdens politieke avonden en raadsvergaderingen risicoloos digitaal kunnen vergaderen waardoor alle raads- en burgerleden altijd kunnen bijdragen aan het democratisch proces, en doordat een meerderheid van de gemeenteraad anders besluit word ik uitgesloten.

Maar had je dan niet toch kunnen gaan? Misschien wel. Maar ik wil niet bijdragen aan het verspreiden van dit virus. Daarom ga ik op rustige tijden naar de supermarkt en andere winkels. Als het te druk is ga ik naar huis. De kapper? Ik ben er al maanden niet geweest. Uit eten? Voor mij ook nog niet aan de orde. Loopneus en kriebelhoest? Ik blijf thuis.

Waar ik op hoop? Natuurlijk op een medicijn. En een beetje meer gezond verstand bij beslissingen over de vorm waarin de politieke agenda in Overbetuwe wordt vormgegeven.