Wanneer een kind hulp nodig heeft, omdat er bijvoorbeeld problemen zijn in het gezin, kan door de gemeente jeugdhulp worden ingezet. Om ervoor te zorgen dat kinderen/jeugdigen nog beter worden geholpen en de zorg betaalbaar blijft, heeft jeugdhulpaanbieder Juvent een nieuwe behandelmethode ontwikkeld. Met deze methode wordt een combinatie gemaakt van intensieve ambulante begeleiding (dat is wanneer de hulpverlener naar het kind toekomt) en residentiële behandeling (voor behandeling verblijft het kind in een instelling). De tijd die een kind in een instelling verblijft, kan hiermee worden verkort. Dit klinkt op zich positief! Dit is ook wat we willen in de jeugdzorg: betere zorg voor minder geld. Juvent trekt twee jaar uit voor het realiseren van dit project. Echter na 1 ½ jaar wil de jeugdhulpaanbieder een behandelgroep (bestaande uit negen plaatsen) al opheffen, terwijl het dan nog niet zeker is of de nieuwe methode aanslaat. En stel nu dat deze methode niet goed aanslaat, is sluiting van deze groep dan nog wel tegen te houden? De CDA-fractie maakt zich zorgen hierover en heeft het college schriftelijk gevraagd zich sterk te maken voor het openhouden van de behandelgroep tot het moment dat gebleken is dat dit project succesvol is. Het college geeft in haar beantwoording aan dat de nieuwe werkwijze niet zondermeer is bedacht, "er is niet over één nacht ijs" gegaan. Specialisten zijn ervan overtuigd dat de nieuwe manier van werken juist de hulp en zorg verbetert en daarbij ook minder kostbaar is. Omdat de praktijk wel weerbarstig kan zijn is er ook voor gekozen om het project op gezette tijden te monitoren/ te volgen en hierover ook met elkaar in gesprek te blijven. Op het moment dat blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven of als onvoldoende beoordeeld worden zal het college er zeker op aandringen de behandelgroep te behouden. De CDA-fractie is blij met deze toezegging. Van verdere ontwikkelingen wordt de gemeenteraad op de hoogte gehouden. De schriftelijke vragen en beantwoording ervan: In reactie op uw schriftelijke vragen van 21 september 2017 betreffende innovatie jeugdzorg treft u in deze brief onze antwoorden aan. 1. Is het college bekend met voornoemd innovatieplan van Juvent, inclusief de voorgenomen sluiting van de bestaande behandelgroep, en wat is het standpunt van het college in deze? Het college is bekend met het voornoemd innovatieplan van Juvent, ook met de voorgenomen sluiting van de bestaande behandelgroep per medio 2019. Zowel ambtelijk als bestuurlijk, onder andere in het portefeuillehoudersoverleg Jeugd Zeeland, is het plan uitvoerig besproken. Het standpunt van het college is dat een voorstel wat aansluit op de bestuurlijke en maatschappelijke wens om tot meer extramuralisering te komen (afbouw van bedden) in principe ondersteund moet worden. Uiteraard dient zo'n voorstel met zorg voorbereid te zijn en moet bij partijen de overtuiging bestaan dat het niet alleen een kans van slagen heeft en een goedkopere manier van werken is, maar vooral bijdraagt aan nog betere hulp/zorgverlening. Wij zijn van mening dat het voorstel zoals gepresenteerd door Juvent daaraan voldoet. 2. Zijn er op dit moment wachtlijsten in de Jeugdzorg in het algemeen en meer specifiek voor opname van jeugdigen in een behandelgroep? Er bestaan wachtlijsten in de jeugdzorg, ook in Zeeland. Juvent heeft op dit moment echter geen wachtlijst (informatie van het management Juvent/Andrea Klap op 3 oktober 2017). Binnen onze toegang Jeugdhulp hebben de procesregisseurs volledig zicht op de Reimerswaalse jeugdigen die eventueel op een wachtlijst staan (Intervence/Emergis) om te bewaken dat zij tijdig hulp krijgen. Als er een veiligheidsrisico bestaat is er altijd onmiddellijke inzet! 3. Erkent het college dat dit project een risico (aanbod residentiële hulpverlening kan onder druk komen te staan) met zich meebrengt en deelt zij de zorgen van de CDA fractie? Het college erkent dat bij het veranderen van een beproefde werkmethode er immer een risico bestaat dat de gewenste ontwikkeling minder succesvol is, in die zin delen wij ook de zorgen van de CDA fractie. Echter het college wenst te benadrukken dat de nieuwe werkwijze niet zondermeer is bedacht, "er is niet over één nacht ijs" gegaan. Specialisten zijn ervan overtuigd dat de nieuwe manier van werken juist de hulp en zorg verbetert en daarbij ook minder kostbaar is. Omdat de praktijk wel weerbarstig kan zijn is er ook voor gekozen om het project op gezette tijden te monitoren/ te volgen en hierover ook met elkaar in gesprek te blijven. Als zaken niet het gewenste resultaat opleveren is ingrijpen of bijstellen van de plannen noodzakelijk, als wettelijk verantwoordelijken zullen gemeenten daar dan ook op aandringen. 4. Is het college bereid om zich binnen de inkooporganisatie in te spannen voor het openhouden van de behandelgroep tot het moment dat gebleken is dat dit project succesvol is waardoor er geen druk op het aanbod van residentiële hulpverlening is te verwachten? Het college is van mening dat de meetbare resultaten binnen het project de maatstaf moeten vormen om te bepalen of het verantwoord is de behandelgroep af te bouwen. Met andere woorden als de nieuwe methode niet of niet voldoende succesvol is dienen de 9 plaatsen te worden behouden. Het college is van mening dat binnen de voortgang van het proces het mogelijk moet zijn om een goede inschatting te maken of afbouw wel of niet verstandig is. Op het moment dat blijkt dat de gewenste resultaten uitblijven of als onvoldoende beoordeeld worden zal het college er zeker op aandringen de behandelgroep te behouden. 5. De gemeenteraad wordt van de verdere ontwikkeling op dit onderwerp graag op de hoogte gehouden. Graag een toezegging op dit punt. Het college zegt toe de gemeenteraad pro actief op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen ten aanzien van dit onderwerp: 'innovatie jeugdzorg'.