GroenLinks heeft vragen gesteld over de positie van studenten met een studiebeperking. Volgens CNV Jongeren en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) moet de individuele toeslag voor studenten met een beperking beter worden geregeld. Uit onderzoek blijkt dat de toeslag in Roermond lager is dan het landelijk gemiddelde. In schriftelijke vragen aan het college van B&W vraagt GroenLinks hierover opheldering

Studenten met een functiebeperking die voorheen onder de Wajong zouden vallen, zijn sinds de invoering van de Participatiewet afhankelijk van ondersteuning via de gemeente. Studenten die door hun beperking niet kunnen werken naast hun studie krijgen extra ondersteuning middels een studietoeslag.

De gemiddelde hoogte van de individuele studietoeslag is 120 euro per maand, maar de verschillen per gemeente zijn erg groot. Zo krijgen studenten met een beperking in Amsterdam of Wageningen maximaal 381 euro en moeten studenten met een beperking in Haarlem zich bedruipen met hooguit 29,75 euro. In Roermond kunnen studenten volgens cijfers van RTL Nieuws rekenen op een bedrag van 100 euro per maand.

De vakbonden LSVB en CNV Jongeren pleiten in een brief naar de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) voor een minimumtoeslag van 282 euro voor elke student met een functiebeperking. Dit bedrag is 25% van het gemiddelde minimumloon en komt overeen met de eerdere regeling vanuit de Wajong. Ook vragen de vakbonden in de brief aandacht voor de voorlichting onder studenten; slechts 7% van de studenten met een functiebeperking zou gebruik maken van de toeslag waar ze recht op hebben. Tot slot is de aanvraagprocedure volgens de vakbonden te ingewikkeld.

Raadslid Max Tollenaar: “Slechts 7% van de studenten met een functiebeperking maakt gebruik van de toeslag waar ze recht op hebben. Studenten met een functiebeperking verdienen juist onze steun. GroenLinks wil daarom weten wat Roermond doet op de situatie van jongeren met een functiebeperking te versterken. Ook wil GroenLinks weten hoe de studietoeslag lager kan zijn dan het landelijk gemiddelde.”