Afgelopen juni presenteerde onze cultuurwethouder Said Kasmi zijn uitgangspuntennota cultuur 2021 – 2024 ‘Stad in transitie, cultuur in verandering’, waarmee Rotterdam kiest voor een culturele sector waarin voor iedere Rotterdammer een plek is als bezoeker, medewerker of maker. Waar nieuwe makers en nieuwe genres de ruimte krijgen. En waar intensieve samenwerking en wederzijdse verbondenheid sleutelbegrippen zijn.

Betrokkenheid         

Raadslid cultuur Elene Walgenbach was vol lof over de ambities en de toon van het stuk: “De betrokkenheid en erkenning voor de cultuursector spat van het stuk af. Het staat vol met durf om de noodzakelijke veranderingen door te voeren. Veranderingen waar wij als D66 al lange tijd voor pleiten.” aldus Elene.

Hierbij doelde Elene vooral op de intensievere onderlinge samenwerking in de sector, plaats voor nieuwe makers met een impulsregeling en een inclusiever cultuuraanbod. “Deze veranderingen maken de Rotterdamse Cultuursector klaar voor de toekomst.”

Niet gratis

Elene plaatste hierbij wel een kanttekening, namelijk dat deze veranderingen niet gratis zijn: “De kosten zijn de afgelopen jaren toegenomen en zullen verder toenemen. Wanneer we niet investeren in cultuur zal het bedrag dat overblijft voor programmering, voor voorstellingen en tentoonstellingen, verder dalen.” Dit leidt volgens Elene tot een verschaalde cultuursector. “En dat terwijl elke euro in cultuur de stad bijna twee keer zoveel oplevert.”

Deze boodschap schreef ze eerder al in een opiniestuk op Vers Beton.

Codes

Een grote financiële zorg van D66 is het toepassen van de Fair Practice Code. De Fair Practice Code zorgt voor eerlijk loon naar werk. Maar wat de invoering gaat kosten is onduidelijk. Om die reden diende Elene een motie in om deze kosten in kaart te brengen.

De Rotterdamse Culturele Basis

Een van de meest ingrijpende veranderingen in het nieuwe beleid is het instellen van een Basis Infrastructuur, genaamd de Rotterdamse Culturele Basis, de RCB. Op dit moment worden alle cultuurinstellingen hetzelfde behandeld: een museum met tientallen medewerkers en jarenlange ervaring doet dezelfde aanvraag voor budget van de gemeente als een klein dansgezelschap met een medewerker. D66 pleit al langer voor een verandering in dit systeem, namelijk meer flexibiliteit voor kleine instellingen en meer zekerheid voor grote instellingen.

Dit komt er met het invoeren van de RCB.

In de culturele basis horen de instellingen die een sleutelpositie innemen binnen het Rotterdamse Culturele Ecosysteem. Over de criteria was Elene wel stelling: “We zijn van mening dat de beoordeling puur moet gaan over artistieke en inhoudelijk kwaliteit.” Hierover diende Elene een motie in.

De bevoorrechte instellingen in de RCB mag je vervolgens ook best wat vragen vinden we. Bijvoorbeeld dat deze instellingen het voorbeeld geven op het gebied van samenwerking, talentontwikkeling en vernieuwing. Ook daarvoor diende Elene een motie in.

Alledrie de moties werden met ruime meerderheid aangenomen.

Investering

Elene sloot af met het uitspreken van haar waardering voor de ambities van het college. Ze maakte daarbij wel de kanttekening dat deze ambities niet behaald kunnen worden zonder investering. “Er moet een investering komen in de Rotterdamse cultuursector. Doen we dat niet, dan zal het cultuurbudget besteed worden aan stapels stenen en personeel.”

In dat geval blijft er volgens Elene steeds minder geld voer voor programmering. Daarom besloot ze haar betoog met een oproep: “Ik doe een oproep om het cultuurbudget terug te brengen naar het niveau van voor de economische crisis. Alleen op die manier kunnen we de ambities waarmaken. Een bloeiende, vernieuwende cultuurstad met een breed aanbod en eerlijke lonen.”

Het bericht D66: Investeer in cultuursector verscheen eerst op Rotterdam.