Niels van den Berge is sinds juni 2019 kamerlid voor GroenLinks. Toen hij een aantal jaar terug in Bangladesh woonde, maakte hij daar een gedeeltelijke lockdown mee. We spreken hem over wat zijn hem door die tijd heen hielp. Ook vragen we hem hoe het hem tot nu toe vergaat in de Tweede Kamer.

Je maakte een gedeeltelijke lockdown mee in Bangladesh. Hoe was dat en heb je misschien thuisblijftips? In 2016 werkte ik in Bangladesh voor een watermanagementproject. We werkten met de overheid van Bangladesh, boeren en ondernemers aan hoogwaterbescherming en klimaatbestendige landbouw. 

In 2016 sloeg het noodlot toe. Ik woonde toen al zo’n 3,5 jaar in Bangladesh. Na een brute en dodelijke terreuraanslag, gericht op buitenlanders, moesten alle expats verplicht vanuit huis gaan werken. Die situatie is niet te vergelijken met de gruwelijke pandemie waar we nu in zitten, maar het leidde wel tot een maandenlang leven in gedeeltelijke lockdown. Ik deel graag m’n tips en ervaringen om mensen een hart onder de riem te steken in deze onwerkelijke tijd.

Tips van Niels: - Zorg voor structuur in je thuis-leven. Dat kan met vaste activiteiten die bij jou passen. - Blijf bewegen. Als je niet naar buiten kan/wil/durft, dan kun je ook in je tuin, op je balkon of in je woonkamer bewegen. - Volg op gezette tijden het nieuws, niet de hele dag door. - Zoek virtueel sociaal contact. Speel bijvoorbeeld via Skype een spelletje met je vrienden. - Stress? Angst? Bel iemand op.

Zorg goed voor elkaar!

Hoe is het verder nu in de Tweede Kamer, hoe zorg je ervoor dat je je controlerende taak kunt blijven uitoefenen? Dat is ingewikkeld. Een voortdurende balanceer act. We proberen continue de balans te vinden tussen aan de ene kant kritische vragen stellen waar nodig, en tegelijkertijd de regering en ambtenaren zo min mogelijk extra te belasten. Zij moeten zich nu kunnen richten op het zo goed mogelijk het hoofd bieden aan deze crisis. 

Dit is een tijd van samenwerking. Het telt nu even niet of je coalitie of oppositie bent. We willen allemaal doen wat nodig is om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk mensen overlijden. Tegelijkertijd moeten we onze controlerende taak wel blijven vervullen. Doen we het juiste? Hoe kunnen we de mensen in de zorg ontzorgen? Hoe kunnen we mensen die nu extra kwetsbaar zijn ondersteunen? Denk aan ouderen die zich eenzaam voelen, mensen met psychische problemen, maar ook aan ZZP’ers en mensen met een 0-urencontract die nu zonder werk zitten. We hebben daarover nauw contact met organisaties en de helden in vitale sectoren, zoals onderwijsbonden, zorgorganisaties en medische professionals.

Die balanceer act proberen we als Tweede Kamerfractie met video calls en andere vormen van onlinecommunicatie, zo goed mogelijk uit te voeren.

Je bent nu bijna een jaar op weg als Kamerlid. Hoe gaat het tot nu toe? Op zich heel goed. Ik wilde al langer heel graag Tweede Kamerlid worden. De afgelopen weken waren natuurlijk als een achtbaan. Onwerkelijk. Maar als ik bedenk hoe het daarvoor was, het lijkt alweer een hele tijd geleden, dan is het eerste wat me te binnen schiet: ik voel me in de Tweede Kamer als een vis in het water. 

Ik zoek de samenwerking met jongerenorganisaties, zoals de organisatie voor mbo-studenten: JOB. 

Ik werk samen met politici van oppositie- en coalitiepartijen om het beleid te verbeteren. Eén van mijn prioriteiten daarin is het oplossen van de nijpende tekorten in de sociale advocatuur. Sociaal advocaten zijn de ruggengraat van onze rechtsstaat. Zij zorgen ervoor dat de rechtsstaat ook werkt voor mensen met een kleine beurs en ze verdienen daarin veel meer steun van de overheid. 

En ik verzet mezelf tegen de normalisatie van racisme en discriminatie. Dat komt echt uit m’n tenen. De verruwing in het politieke en maatschappelijke debat en de manier waarop mensen tegen elkaar opgezet worden, maken me verdrietig, boos, maar ook strijdbaar. 

In die zin is het natuurlijk heel interessant om te zien wat er nu gebeurt tijdens de Coronacrisis. Jesse zei dat in het debat deze week heel mooi. Niemand vraagt nu waar je vandaan komt, waar je in gelooft, of je met een man of met een vrouw samenwoont. De vraag is nu: heb je hulp nodig? Iedereen heeft hulp nodig. We moeten dit samen doen.

We zagen mooie initiatieven over het tegengaan van stagediscriminatie bij mbo’ers. Kun je daar wat over vertellen? Stagediscriminatie is een hardnekkig probleem. Ik heb heftige verhalen van studenten gehoord. Jongeren die te horen kregen: “wij nemen alleen buitenlanders aan in de schoonmaak”. Dat grijpt me aan. Het zijn die persoonlijke verhalen van mensen die me drijven. Stagediscriminatie zet getalenteerde jongeren op achterstand. Ik grijp elk onderwijsdebat aan om hier een groot punt van te maken. 

Dankzij onze voorstellen gaat de Minister nu samen met leer-werkbedrijven, mbo-instellingen en JOB een app ontwikkelen tegen stagediscriminatie. Leer-werkbedrijven krijgen een training onbewuste vooroordelen aangeboden. En er komen diversiteitscoaches, die jongeren met een afstand tot een stage, gaan helpen. De diversiteitscoaches kunnen persoonlijke hulp bieden aan mbo-studenten. De ene keer kan dat zijn: helpen bij het opbouwen van een netwerk en het vinden van een stageplek. De andere keer kan dat zijn: helpen bij het indienen van een discriminatieklacht tegen een specifiek leer-werkbedrijf. Ondersteuning op maat dus voor mbo-studenten die dat het hardst nodig hebben.